Ik moet hier helemaal niet zijn
1 reactieIk ken hem een jaar of twintig. Hij is inmiddels midden 80. Hij schrijft – ‘net als u’ – ook korte verhalen, liet hij me jaren geleden weten. Sindsdien ontvang ik regelmatig zijn levensbespiegelingen op papier.
Zo schreef hij een verhaaltje over zijn prikangst. Ik zou hem daarvan afgeholpen hebben, mijn grootste verdienste voor hem.
Kortgeleden lag hij in het ziekenhuis. Geel en hondsberoerd. Een acute vorm van hemolytische anemie. Ik belde hem op in het ziekenhuis. Hij was alweer aan het opknappen. Op mijn verzoek zou hij een verhaaltje schrijven.
Ik ontving het een week later, met als titel ‘Ik moet hier helemaal niet zijn’.
Enkele passages:
‘Toch heb ik die dag niet helemaal door. Ik heb wel meer niet door. Ik schijn een groot tekort aan rode bloedlichaampjes te hebben. Diverse organen krijgen te weinig zuurstof. Dus ook de hersentjes. En ik, die hier helemaal niet hoor te zijn, glijd pijnloos mee in het ritme van het ziekenhuisleven.’
‘Ergens in de middag merk ik dat er een infuus aan me vastzit. Volgens de encyclopedie heb ik 5 liter bloed in mijn systeem. Een systeem dat ik graag gesloten zie.’
‘Op zaterdag de dokter. Uitleg. Ik weet helemaal niet meer waar dat over ging.’
‘De zuster vraagt hoe ik slaap. Eh, net als thuis, drie keer per nacht. Ja, dat is normaal voor oudere mensen.’
‘De artsen staan voor mijn bed. Ik mag naar huis. J. de assistente van mijn huisarts, die we heel goed kennen, is er ook en vertaalt een en ander zodat ik het ook snap.’
‘Ik wil pas vanavond naar huis. Want ik wil nog graag genieten van de babi pangang die op het menu staat.’
Conclusie: dokters en patiënten spreken nogal eens verschillende talen. En relativering is goed voor de gezondheid.
meer van deze auteur
Annekee Kramer
psychiater, Den Haag
Dank, prachtig en leerzaam!