Blogs & columns
Blog

Goed dat er politie is!

1 reactie

Dokters en politiemensen hebben veel met elkaar gemeen. Beiden zijn aanspreekbaar voor het grote publiek. Dokters nemen een grondige anamnese af. Politiemensen verhoren personen. Beide disciplines kennen gedegen onderzoeksmethoden met gebruikmaking van moderne technologie. Allebei komen ze tot een oordeel en tot een gepaste actie, of je dat nu een diagnose noemt, een therapie, een verbaal of een waarschuwing.

Toch willen artsen niet graag met politiemensen worden vereenzelvigd. Sommigen maken hier een principieel punt van. De uitoefening van de geneeskunde zou nu eenmaal geen drang of dwang dulden. De patiënt is vrij om te kiezen! Ja, totdat hij een gevaar wordt voor zichzelf of zijn omgeving. Dan mag of moet je ingrijpen.

Bedrijfsartsen lopen voorop in hun afkeer van de politionele benadering. 'Wij doen niet aan politionele controle!' roepen zij graag. Ja collega's, dat doen jullie wel degelijk. En de verzekeringsartsen en medisch adviseurs doen dat ook. Die laatsten geven dat ook ruiterlijk toe. Waar mensen in onze samenleving een uitkering, een doorbetaling van loon of een voorziening claimen, als is het maar een invalidenparkeerkaart, zijn medische deskundigen nodig die kijken of ze daarvoor in aanmerking komen. De geclaimde zaken zijn nu eenmaal schaars. Dat vraagt om een rechtvaardige verdeling en eenduidige normen voor toekenning. Als sociaalgeneeskundige ben je een politieagent die de één wel doorlaat en de ander niet. Daar is ooit het mooie woord 'poortwachter' voor bedacht. Een ethicus noemde artsen voor arbeid en gezondheid al eens 'Dienaren der Gerechtigheid'. Ook behandelend artsen moeten soms een politionele opstelling kiezen, doordat zij niet alles kunnen doen of voorschrijven wat de patiënt vraagt. Zaken ontraden, weigeren of verbieden behoort ook tot het doktersvak. Wie dat ontkent is een zachte heelmeester.

Wie teruggaat in de tijd ziet geen enkele onverdraaglijkheid tussen geneeskunde en politiewerk. Integendeel, het blijkt dat ze niet zonder elkaar kunnen! Het begint allemaal met het zesdelige boekwerk System einer vollständigen medicinischen Polizey dat de Oostenrijkse dokter Frank tussen 1779 en 1819 heeft geschreven. Meteen na het verschijnen van het eerste deel nemen artsen in heel Europa dit handboek in gebruik. Frank pleit ervoor dat de staat medisch geschoolde politieambtenaren in dienst neemt om de kwaliteit van bodem, water en lucht, van de armenzorg en van de hele geneeskunde te bewaken. De medische politieagenten moeten krachtig tegen de kwakzalverij optreden en verder de controle ter hand nemen op de inrichting van woningen, werkplaatsen, ziekenhuizen, gevangenissen en begraafplaatsen. Dit zijn allemaal activiteiten die we tegenwoordig aanduiden met het woord preventie. Voorkómen van ziekte. Of voorkómen dat het erger wordt.

Ten tijde van de Bataafse Republiek probeert de overheid een stelsel van medische politie in te voeren. Geheel in Franse stijl wil men een nationale gezondheidsraad en een centraal toezicht op gezondheidszorg, woningbouw, enzovoort. Voorts staat de invoering van een sterfteregister op het programma. Mooie plannen. Maar na de Franse tijd komt er niet veel van terecht. Pas na de cholera-epidemieën van 1832 en 1848/49 zijn de geesten er rijp voor. Nu pijnlijk duidelijk is geworden dat de artsen tijdens beide epidemieën met de rug tegen de muur hebben gestaan waar het de behandeling van cholera betreft, gaat men het heil zoeken in de preventie. Hoewel de kommabacterie pas decennia later zal worden aangetoond als verwekker van de ziekte, is inmiddels wel duidelijk dat de ontlasting van cholerapatiënten een rol speelt bij de verspreiding. Dáár moet de aanpak komen te liggen! Bodemsanering en scheiding van drink- en rioolwater worden nu de medisch-politieke doelen. Daartoe komt er in 1850 een nieuwe afdeling binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken: de medische politie, bemand met artsen en andere deskundigen. De medische politie houdt toezicht op de uitvoering van de geneeskundige wetten en verordeningen. Maar ook ziet men toe op maatregelen die afgekondigd worden bij epidemieën, zoals quarantaine. In dat opzicht zijn zij de boa's van de 19de eeuw. De medische politie blijft tot 1901 onder die naam bestaan. Dan neemt het staatstoezicht met zijn inspecties, zoals de arbeidsinspectie, haar taken over.

Preventie vereist normstelling en wetgeving. En die maken toezicht en controle nodig. En maatregelen als men zich niet aan de normen houdt. Dat is niet altijd leuk, maar wel onvermijdelijk. Zo zit de mens nu eenmaal in elkaar. Als het niet moet van de wet, dan doen we het niet. Goed dat er politie is.

Meer van André Weel

  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Edo Fennema

    Gepensioneerd psychiater, Nijmegen

    Artsen hebben wel degelijk een vorm van politiefunctie. Afhankelijk van de functie heeft men vaak medisch, moreel en juridisch gezag. Van waaruit men ook moet handelen.En moet of kan men gevaren signaleren, waarop men moet reageren, al dan niet met ...instemming van de patiënt. En artsen komen net als de politie onredelijkheden tegen, waarop men moet begrenzen en corrigeren. Artsen staan net als de politie meer bloot aan allerlei gevaren en dreigingen vanuit individuen en de maatschappij. Vanuit algemene regelgeving, protocollen en wetten, moeten artsen evenals de politie informatie verstrekken en eventueel melden aan andere partijen en ook optreden.Last but not least is het medische systeem net als de politie dag en nacht 24/7 , paraat en waakzaam en zn werkzaam op eigen gezag.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.