Onverwacht blijkt preventieve transfusie toch beter

Profylactische trombocytentransfusies zijn tegen de verwachting in beter in het voorkomen van ernstige bloedingen bij de plaatsing van een centraal veneuze katheter (CVC) dan wanneer een dergelijke transfusie achterwege blijft. Dat beschrijven van Floor van Baarle e.a. in een onderzoek gepubliceerd in NEJM.

De plaatsing van een CVC is een veelvoorkomende procedure, met name op de ic en hematologieafdelingen. Binnen deze patiëntengroepen is er frequent sprake van een trombocytopenie en bestaat er daardoor een risico op ernstige bloedingen bij de plaatsing van een CVC.

De trend in ziekenhuizen wereldwijd is om terughoudend te zijn met het geven van profylactische trombocytentransfusies. De richtlijnen zijn hier niet eenduidig over waardoor verschillende afkapwaardes worden gehanteerd en de huidige aanbevelingen gebaseerd zijn op retrospectieve cohortstudies.

Van Baarle e.a. verrichtten een non-inferioriteitsstudie om te evalueren of het nalaten van een dergelijke transfusie een verhoogd risico geeft op kathetergerelateerde bloedingen. Zij verrichtten de studie op hematologieafdelingen en ic’s in tien verschillende centra in Nederland. Tussen 2016 en 2022 werden een totaal van 393 echogeleide CVC-plaatsingen in 358 patiënten met voor de plaatsing een trombocytenaantal van 10–50×103 per mm3 geïncludeerd.

In de transfusiegroep en de non-transfusiegroep vond in respectievelijk 4,8 en 11,9 procent van de gevallen een ernstige bloeding plaats. Ook in de andere groepen presteerde de transfusiegroep beter.

Van Baarle zegt in een begeleidend commentaar dat deze resultaten niet betekenen dat men nu bij elke CVC-plaatsing een profylactische transfusie moet geven. Wel toont dit het belang van gedegen onderzoek bij mogelijke kostenbesparingen. Artsen moeten zich blijven afvragen welk risico een reductie van kosten waard is.

De onderzoekers adviseren een gepersonaliseerd beleid, waarbij patiënten met een trombocytenaantal <30 × 103 per mm3 een profylactische transfusie krijgen omdat de kans groot is dat zij ook na plaatsing een transfusie nodig gaan hebben. Voor ic-patiënten kan worden overwogen de transfusie na te laten, aangezien zij in deze studie een lagere kans op bloeding hadden dan hematologische patiënten en intensief kunnen worden gemonitord.