‘Denk bij ontwikkelen e-health aan minder taalvaardige patiënten’

Er moet bij het ontwikkelen van e-health-toepassingen veel meer oog zijn voor mensen met beperkte taalvaardigheden. Als e-health alleen voor hoogopgeleiden toegankelijk is, vergroot dat de gezondheidskloof sterk, terwijl al die digitale toepassingen de gezondheidskloof juist kleiner kunnen maken.

Dat stelt Patricia Heijdenrijk, directeur van Pharos, het landelijk expertisecentrum dat zich bezighoudt met het terugdringen van grote gezondheidsverschillen. ‘We zien dat bij het ontwikkelen vaak niet voldoende rekening wordt gehouden met de grote groep mensen in Nederland die het moeilijk vindt dergelijke digitale toepassingen te gebruiken. Bijna een derde van de Nederlandse volwassenen heeft beperkte taalvaardigheden, digivaardigheden of gezondheidsvaardigheden. Ongeveer een miljoen mensen hebben beperkte digitale vaardigheden en 2,5 miljoen mensen hebben moeite met lezen en schrijven. Het moeten gebruiken van e-health levert hen stress op of het lukt niet.’

Volgens Heijdenrijk heeft e-health juist ook voor deze groep veel meerwaarde. Het is dus oké om digitale zorg te leveren, maar dan moet je er wél voor zorgen dat deze laagdrempelig en inclusief is. Of dat je patiënten helpt bij het gebruik ervan. Een huisarts kan daar bijvoorbeeld een praktijkondersteuner voor inzetten.’

Pharos houdt op woensdag 13 oktober een webinar over inclusieve e-health en het verkleinen van gezondheidsverschillen met e-health.

Volgende week verschijnt de bijzondere MC-jubileumspecial De dokter en de taal.