Laatste nieuws
Achter het nieuws

Voorzet voor acute zorg stuit op weerstand

3 reacties
Lex van Lieshout/ANP
Lex van Lieshout/ANP

Acute zorg scheiden in laag- en hoogcomplex is kunstmatig. En spoedposten zonder achterliggend ziekenhuis zijn zinloos. Dat is een deel van de kritiek die klinkt op een ‘houtskoolschets’ van het kabinet over een nieuwe inrichting van de acute zorg.

Tijdens zijn laatste dagen als tijdelijk minister voor Medische Zorg, in de schaduw van de eerste coronapiek, bracht Martin van Rijn in juli de ‘houtskoolschets acute zorg’ de wereld in. De manier waarop acute zorg wordt geleverd via huisartsen, huisartsenposten, SEH’s, afdelingen Acute Verloskunde en traumacentra is toe aan een nieuwe inrichting, vindt het kabinet. Want dat ziet een veelheid aan problemen waar het ‘acute­zorglandschap’ mee worstelt: soms is het te druk of stil op SEH’s, patiënten weten niet altijd waar ze met een acuut zorgprobleem naartoe moeten – en een deel van die problemen zou voorkomen kunnen worden. Patiënten blijven verder soms te lang op een verkeerde plek, er is een tekort aan onder andere huisartsen en triagisten. En o ja, er wordt ook nog weinig slimme zorg ingezet.

Veranderingen

In de houtskoolschets, inmiddels de verantwoordelijkheid van medisch minister Tamara van Ark, oppert het kabinet een waaier aan mogelijke veranderingen. Een belangrijk voorstel is om een onderscheid in de acutezorgvraag van patiënten aan te brengen: tussen laagcomplexe, niet-levensbedreigende zorg enerzijds en levens­bedreigende en/of hoogcomplexe zorg anderzijds. Voor de eerste categorie kunnen patiënten dan naar een zogenaamde integrale spoedpost voor acute huisartsenzorg (als de eigen huisarts niet bereikbaar is), acute ggz en acute medisch-specialistische zorg. Nog te bepalen is waar die per regio komen, en wat precies de openings­tijden en bemensing worden. SEH’s zijn dan voor de tweede categorie patiënten, en moeten ‘meer geconcentreerd’ worden – lees: minder dan de huidige bijna negentig SEH’s. Want hiervoor is volgens het kabinet ‘medische kwaliteit belangrijker dan nabijheid’.

‘Patiënten hebben hun diagnose niet op hun voorhoofd staan’

Voor de niet-levensbedreigende acute zorgvragen wordt een apart landelijk telefoonnummer voorgesteld naast het bestaande 112-nummer, waar vervolgens in regionale zorgmeldkamers een triagist bepaalt welke hulp passend is. Die voorgestelde veranderingen lijken de grootste pijnpunten, blijkt uit een inventarisatie van de ruim 170 reacties die tijdens de net afgesloten consultatiefase zijn binnengekomen op de schets. Een veelheid aan partijen zijn in de pen geklommen: van diverse artsenorganisaties en zieken­huizen tot maatschappelijke organisaties, van regionale zorg­samenwerkings­verbanden tot lokale bestuurders en patiëntvertegenwoordigers. Een aantal zorgen, vragen en kritiekpunten vormt de rode draad in die reacties:

Probleem?

Niet iedereen vindt dat alle door het kabinet genoemde problemen overal bestaan. ‘In grote delen van het land worden deze problemen niet of minder sterk ervaren’, plaatst het Deventer Ziekenhuis als kanttekening. De Federatie Medisch Specialisten (FMS) mist nog een ‘diepere analyse van de problematiek’, aldus voorzitter Peter Paul van Benthem, om te weten ‘of de nieuwe aanpak ook de oplossing is’.

Triage

De voorgestelde scheiding tussen laag- en hoogcomplexe zorg is kunstmatig en niet altijd vooraf te maken, wordt gewaarschuwd. ‘De aanname dat goed en 100 procent sluitend gedifferentieerd kan worden is vals. In de praktijk blijkt dagelijks hoe moeilijk deze differentiatie is’, merken bestuurders en medisch specialisten van het Franciscus Gasthuis & Vlietland op. ‘Erg onverstandig’, schrijven de SEH-artsen van ziekenhuis Nij Smellinghe. ‘Patiënten komen met een klacht en hebben hun diagnose niet op hun voorhoofd staan.’ De situatie van kinderen kan snel verslechteren, aldus de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) en hoogleraar acute ouderenzorg Bianca Buurman waarschuwt voor ‘te vroegtijdig scheiden van patiëntstromen’ vanwege de atypische klachtenpresentatie bij ouderen.

Rol huisarts

De vier huisartsenorganisaties LHV, NHG, VPH en InEen willen duidelijker terugzien dat de huisarts zijn rol houdt bij acute zorg overdag, ‘want de patiënt is met een acute huisartsenzorgvraag het beste af bij zijn eigen praktijk’. Huisartsen moeten een belangrijke rol krijgen bij de triage via de regionale meldkamers, merken Utrechtse huisartsen van Unicum Huisartsenzorg op, want dat ‘is immers bij uitstek de expertise van de huisarts’.

Spoedpost

De voorgestelde spoedposten moeten wel bij een ziekenhuis komen en niet ergens losstaand, vinden sommigen, zodat alle benodigde hulp beschikbaar is. De Nederlandse Vereniging voor Intensive Care merkt op dat de schets geen oog heeft voor de zorg die ná de eerste hulp nodig is, op ic’s en ok’s. Ook de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde wijst erop dat spoedposten ‘terug moeten kunnen vallen op medisch-specialistische expertise die binnen ziekenhuizen beschikbaar is’; een vergelijkbaar punt maakt de Nederlandse Vereniging voor Radiologie. De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie mist het streven om patiënten met acute psychiatrische problemen zoveel mogelijk thuis te helpen.

Telefoonnummer

Een extra, landelijk telefoonnummer kan voor verwarring zorgen en voor afstand tot de patiënt leiden, vrezen sommigen. Bestuurders en artsen van Haaglanden Medisch Centrum (HMC) waarschuwen voor ‘barrières’ voor patiënten bijvoorbeeld met analfabetisme of andere culturele achtergrond. De Nederlandse Internisten Vereniging wijst op ervaringen in het buitenland, waar een dergelijk systeem juist leidde tot een toename van SEH-bezoeken omdat patiënten vaker ‘het heft in eigen handen’ nemen.

Maatwerk

Er wordt ook gevraagd om maatwerk, onder andere door Zorgverzekeraars Nederland (ZN), dat ‘een uniforme herinrichting’ geen oplossing vindt voor ‘regionale knelpunten’. Wat ZN betreft nemen de twee grootste zorgverzekeraars per regio het voortouw voor verbeteringen. De voorzitter van de ROAZ Euregio mist ruimte voor ‘regiospecifieke verschillen en uitdagingen, zoals dunbevolkte en/of krimpgebieden’. Het Brabantse Spoedzorgnetwerk regio Helmond-De Peel nodigt de minister uit een kijkje te nemen naar hun opgedane ervaring van de laatste twee jaar om spoedzorg ‘toekomstbestendig te maken’ en wil graag ‘livelab’ zijn.

Covid

Het stuk mist covidlessen, zo klinkt het. Zo wijzen bestuurders van Ziekenhuis Rivierenland op het ‘grote belang van minimalisering van transportbewegingen’ – er moeten geen grotere afstanden met covidpatiënten die levensreddende zorg nodig hebben worden afgelegd. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) mist erkenning voor ‘de waarde van een fijnvertakte infrastructuur die afgelopen tijd is gebleken’ en verbaast zich over het ‘zinspelen richting afschaling’ als Nederland nu al niet toegerust blijkt ‘op piek­belasting’.

Discussiestuk

De houtskoolschets is gelanceerd met de mededeling dat het om een ‘discussiestuk’ gaat waarin ‘gegumd kan worden’, dat er meer feiten en cijfers nodig zijn om tot concrete plannen te komen. Tijdens de behandeling van de VWS-begroting in december uitten met name PvdA, SP en PVV hun zorgen over het plan. De SP noemde het ‘onbestaanbaar’ om in deze covidtijden te komen met een boodschap om SEH’s te ‘schrappen’; de PvdA vroeg om ‘een beter plan’ om ‘onrust weg te nemen’. Van Ark benadrukte dat de schets ‘geen blauwdruk is’, en dat het aan een nieuw kabinet is om ‘met de inbreng’ uit de consultatie pas later beslissingen te nemen. Maar ze laat niet alles rusten: ze wil nog voor de ver­kiezingen in maart een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer sturen dat elektronische uitwisseling van patiënt­gegevens verplicht stelt.

Wordt vervolgd, dus. 

Overheid.nl | Houtskoolschets Acute Zorg (pdf)

Overheid.nl | Houtskoolschets Acute Zorg (reacties)

Lees meer download dit artikel (pdf)
Achter het nieuws politiek triage
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen is journalist bij Medisch Contact, met een focus op opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • geert slock

    huisarts, sluis

    Terechte kritiek, telefonische triage is moeilijk en sowieso provisorisch en zelfs met een ´waterdicht´ triagesysteem zoals NTS blijkt de diagnose niet wat we dachten : de A1 pijn op de borst blijkt achteraf de zoveelste hyperventilant of de A3 wonde... op achterhoofd blijkt toch wat minder alert en mogelijk een neurotrauma. Wat betreft hoog en laag complex zorg Bestuurders steken de patiënt graag zo vroeg mogelijk in het zorgproces in een bepaald hokje nl hoog- of laagcomplex of DBC x, y of z, maar de realiteit is complex en weerrbarstig.
    En spoedzorg zonder achterliggend ziekenhuis is medisch ondenkbaar en gevaarlijk. Ik hou mijn hart vast voor de patient die het het etiket 'laag-complex' heeft gekregen en die later alsnog transfer naar een ziekenhuis nodig heeft, het zou wel eens te laat kunnen zijn.

  • Ariette Sanders

    huisarts, Driebergen-Rijsenburg

    Wat goed om deze samenvatting van de diverse betrokkenen te lezen.

    Ik deel zeker een aantal gesignaleerde knelpunten waaronder zeker de wetenschappelijke onderbouwing van de keuzes.
    Sinds de invoering van het NTS (de Nederlandse Triage Sandaard... voor huisartsen), wordt er veel gediscussieerd over hoe ingewikkeld het is om de ingangsklacht te beoordelen en de juiste somatische/psychische of andere urgentie hier aan te verbinden. Omdat hierbij kennis over context van de hulpvrager van aanzienlijke toegevoegde waarde kan zijn, lijkt het onverstandig de afstand tussen deze kennis triage en de triagist te vergroten.

    Dat zou betekenen dat tijdens openingsuren van de eigen huisartsenpraktijk van de patiënt, deze de eerst aangewezen plek zou moeten hebben voor een efficiënte triage, gevolgd door een triagist op de huisartsenspoedpost en daarna pas de tweede lijn met inzage in het eigen dossier van de patiënt.

    In de nacht als de tijdsduur tot het reguliere zorgaanbod van de huisarts beperkt is, is triageren meer gericht op het uitfilteren van uitsluitend de zeer urgente somatische en psychiatrische problematiek die geen uur uitstel kan verdragen. Dit lijkt eenvoudiger met bv extra somatische metingen of beoordelingen door psychiatrische onderlegden op te vangen.

    Mijn voorstel zou dan ook zijn dat huisartsenpraktijken ruimere openingstijden (7.30-23.00u) hanteren zodat deze contextinformatie maximaal benut kan worden maar bv de triage nachtelijke spoedzorg over gedragen kan worden aan de SEH-arts die zo nodig in samenspraak met de RAVU arts-assistenten visites laat maken zoals deze nachtelijke beoordeling door basisartsen ook in verpleeghuizen/psychiatrische instellingen en ziekenhuizen onder auspiciën van de betreffende specialist plaats vindt.
    De nachtelijke palliatieve zorg, blijft wel in handen van de huisarts daar dit van een andere orde is en makkelijk te onderscheiden is van de overige spoedzorgvragen.

  • W.J. Duits

    bedrijfsarts, Houten

    De belangrijkste overweging mis ik: Op welke grond gaan we de planning maken? Op basis van efficiency of op basis van mogelijke vraag? Welk risico nemen we als we deze beslissing nemen? Wat wil het veld?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.