Roos
Plaats een reactieHet woord roos wordt gebruikt voor het afschilferen van de huid onder het hoofdhaar. Waar komt dit woord vandaan? Daarover zijn de geleerden het niet eens. Volgens sommigen is het woord verwant met het Deense ros snipper, het Middelnederlandse rusch, rosch zode en gaat het terug op een Indo-Europese wortel die betekende openscheuren. Maar anderen denken aan metaforisch gebruik van de bloemnaam roos, waarbij de afbladerende schilfers worden vergeleken met rozenblaadjes.
In dialecten komt roosbovendien voor als aanduiding van verkoudheid, griep en koorts, en wordt het voor verschillende ontstekingen gebruikt die gepaard gaan met roodheid en huiduitslag. In die laatste betekenis kennen we het vooral in de samenstellingen belroos, gordelroos en netelroos. In deze betekenis zal zeker sprake zijn van de bloemnaam roos, waarbij ditmaal de overeenkomst gelegen is in de rode kleur van de bloem en de huid.
Het eerste deel van belroos is bel bobbel, overdrachtelijk gezwel, blaasje, omdat de uitslag bestaat uit blaasjes. Gordelroos heet zo omdat de uitslag als een gordel over het middel, de borst ligt; om dezelfde reden luidt de wetenschappelijke naam herpes zoster, naar Grieks zõstèr gordel. Netelroos ten slotte dankt zijn naam aan het feit dat de uitslag gepaard gaat met jeuk die lijkt op de reactie op brandnetels.
Nicoline van der Sijs
- Er zijn nog geen reacties