‘Meerwaarde arts nodig voor invoer persoonlijk gezondheidsdossier’

Een groot en open platform, waarmee ook zorgprofessionals hun voordeel kunnen doen, zal de invoering van het persoonlijk gezondheidsdossier (pgd) succesvol maken. Dat blijkt uit onderzoek van patiëntenfederatie NPCF, die de resultaten vandaag overhandigt aan Leon van Halder van het ministerie van VWS.

Het persoonlijk gezondheidsdossier is een digitaal platform waar een patiënt zelf zijn gezondheidsgegevens bijhoudt. Hij kan de arts, maar ook familieleden of anderen toegang geven tot de data. Verder kan hij zijn medisch dossier bij de arts opvragen en beschikbaar stellen, naast eigen gegevens over de gezondheid, bijvoorbeeld uit gezondheidsapps.

Een echt pgd bestaat nog niet in Nederland, maar er zijn wel verschillende platforms op weg om het te worden. De NPCF wil niet zelf een pgd maken, maar met dit onderzoek wel de succesvoorwaarden ophelderen. Een marktpartij of een publieke partij kan met dit kader aan de slag. De NPCF hoopt dat in 2020 iedereen digitaal toegang heeft tot zijn medische gegevens via een persoonlijk gezondheidsdossier, en kreeg daarvoor een subsidie van een half miljoen euro uit het Innovatiefonds Zorgverzekeraars. Mede hiermee is het project opgezet onder de naam ‘PGD kader 2020’, met als onderdeel het onderzoek naar de succesfactoren van vergelijkbare platforms in binnen- en buitenland.

Het onderzoek laat zien dat een pgd alleen succesvol kan zijn als grootschalig en open digitaal platform. Ook moet er een meerwaarde zijn voor de patiënt, de zorgverlener en de betaler. De veiligheid en de uitwisselbaarheid moeten in orde zijn. Dit is bijvoorbeeld grotendeels goed geregeld bij het Amerikaanse platform ‘Instant PHR’ en het Deense platform ‘Sundhed’. In Nederland is een platform als ‘Patient1’ op de goede weg.

De KNMG denkt mee over het pgd, laat gezondheidsjurist Sjaak Nouwt weten. Er zijn een paar knelpunten die nog aandacht vragen. Patiënten realiseren zich misschien niet dat gezondheidsgegevens in een pgd niet langer onder het medisch beroepsgeheim vallen, en misschien ook niet altijd wie zij allemaal toegang verlenen tot hun medische gegevens. Verder is het nog onduidelijk hoe de betrouwbaarheid en volledigheid van de inhoud van een pgd worden gewaarborgd, en wie daarvoor verantwoordelijk is.

De NPCF ziet vooral voordelen voor artsen: ‘Specifieke functies van succesvolle pgd-platforms ondersteunen de professional in het zorgproces, waardoor er meer ruimte voor professionals ontstaat om met patiënten te praten. Een goede uitwisseling van het pgd met de systemen van de professionals kan hun ook veel administratief werk uit handen nemen.’

Heleen Croonen

• NPCF-verwijzingen naar websites met aavullende informatie

Lees ook:

• RVZ wil persoonlijk gezondheidsdossier