Laatste nieuws
Lode Wigersma
3 minuten leestijd
Federatienieuws

Meer dokters of minder vet?

Plaats een reactie
beeld: iStckphoto
beeld: iStckphoto

‘De gemiddelde Nederlander wordt zo snel te dik dat het aantal orthopeden voor 2012 moet verdubbelen. Alleen zo kunnen ze de stijging van het aantal heup- en kunstknieoperaties aan’. Aldus het begin van een bericht in het Algemeen Dagblad van 21 oktober. Het aantal orthopedisch chirurgen zou moeten stijgen van 600 nu naar 1100 in 2012. Anders krijgen we weer wachtlijsten.


Interessante vraag is waar we in twee jaar tijd 500 orthopedisch chirurgen vandaan zouden moeten halen. De opleiding duurt een jaar of zes vanaf het artsexamen. Dat biedt dus geen soelaas in zo’n korte tijd. En hoe zit het met de potentiële specialisten, die nu nog studenten zijn? De meesten weten nu nog niet welk specialisme ze later willen kiezen. Dus ook op langere termijn hebben we geen zekerheid dat we ‘uit eigen kweek’ zoveel extra orthopedisch chirurgen kunnen opleiden.

Moeten we de orthopeden dan uit het buitenland halen? Dat zal ook moeilijk gaan. De vetzucht in West Europa is zo wijdverbreid dat alle Europese landen met hetzelfde probleem zitten. Importeren van orthopeden zal dus waarschijnlijk ook niet veel extra dokters opleveren. Afgezien nog van het taalprobleem dat dan ook eerst moet worden opgelost.

Dus het is onwaarschijnlijk dat er binnen twee jaar veel, of zelfs maar een paar, extra orthopeden zullen zijn. Dat zou op korte termijn zeker een probleem kunnen worden, als het aantal kapotte heupen en knieën zo snel blijft stijgen als nu.

Maar op langere termijn moeten we die kant niet op. Het is het paard achter de wagen spannen om niet de oorzaak (vetzucht), maar het gevolg (versleten heupen en knieën) aan te pakken. Als we niet serieus werk maken van het terugdringen van de oorzaken van wat een der belangrijkste volksziekten aan het worden is, dan kunnen we over tien, twintig jaar de dokters en verpleegkundigen en andere professionals niet aanslepen om de gevolgen te behandelen: hart- en vaatziekten, kapotte gewrichten, suikerziekte, invaliditeit, noem maar op.

Voorkómen is beter dan genezen; met die wijsheid zijn we allemaal groot geworden. Meer artsen opleiden is meestal niet de manier om grote volksgezondheidsproblemen bij de wortel aan te pakken.

Maar helaas moeten we vaststellen dat het probleem zelf, vetzucht, ook nog niet op andere wijze effectief wordt bestreden. Er is een Nota Overgewicht (maart 2009) waarin het kabinet een beroep doet op maatschappelijke partners, zoals artsen, werkgevers, schoolbesturen en lokale overheden, om een bijdrage te leveren aan de preventie van overgewicht. Er is een convenant overgewicht van de overheid samen met levensmiddelenindustrie, horeca, werkgevers, zorgverzekeraars, artsen en sportorganisaties, met activiteiten om overgewicht te bestrijden.

Maar er is veel te weinig geld beschikbaar voor preventie, dus we moeten ons ernstig afvragen of het beroep op de vrijwillige inzet van maatschappelijke organisaties en de individuele verantwoordelijkheid van de burger wel zoden aan de dijk zet. Moeten we niet meer opschuiven in de richting van plichten en regels? Moeten voedingsmiddelenindustrie, scholen, bedrijven en organisaties niet worden verplicht om een serieuze bijdrage aan het bestrijden van overgewicht te leveren? Moeten zorgverzekeraars niet worden verplicht, of in elk geval maximaal gefaciliteerd, om preventie en gezonde activiteiten te financieren?

Wij moeten, kortom, toe naar een omslag in het denken over en het bestrijden van overgewicht. Overheid en politiek, neem die handschoen nu eindelijk eens op, voordat het probleem ons boven het hoofd groeit.

Lode Wigersma,
directeur Beleid KNMG

Correspondentieadres: l.wigersma@fed.knmg.nl

Federatienieuws obesitas
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.