Genoeg jodium

Graag reageren wij op het commentaar van de Gezondheidsraad (MC 47/2008: 1958) op ons artikel (MC 43/2008: 1170) over jodium­tekort in Nederland. De Gezondheidsraad classificeert het jodiumonderzoek uit het WHO-rapport als ontoereikend om de jodiumstatus in Nederland te beoordelen. Naar onze mening had het onderzoek daarom uit de WHO-rapporten moeten worden teruggetrokken. Opmerkelijk genoeg gebruikt de Gezondheidsraad wel de gunstige conclusie om de goede jodiumstatus in Nederland te onderbouwen. 

Het tweede onderzoek dat de Gezondheidsraad aanhaalt, is dat van het RIVM. Daaruit blijkt dat vrouwen volgens de criteria van de WHO onvoldoende jodium innemen. De vrouwen worden als risicogroep echter genegeerd. Wederom bestaat een ijzig stilzwijgen over de WHO-richtlijn voor zwangere en zogende vrouwen.

De Gezondheidsraad heeft de plicht dergelijke richtlijnen te vertalen naar landelijk beleid. Het is moeilijk voor te stellen hoe vrouwen vanuit de deficiënte status uit het RIVM-onderzoek zonder nader advies moeten doorstijgen naar een minimale jodiumuitscheiding van 150 microgram/liter tijdens zwangerschap en borstvoeding (WHO-norm).

Ten slotte vertrouwt de Gezondheidsraad volledig op een papieren aanpassing van de Warenwet. Hiermee ligt de wetgeving in lijn met onder andere Frankrijk, een land dat wordt geclassificeerd als een jodium­deficiënt land. Dat zou juist niet moeten geruststellen. Verder gaat de Gezondheidsraad niet in op de recente forse zoutreducties in brood.

Het is ons streven om middels een multidisciplinair platform te gaan samenwerken om voedingsdeficiënties in kaart te brengen. We hopen ten zeerste dat niet de politieke belangen rondom rapporten, instanties en personen leidend zijn. Illustratief hiervoor is de ingezonden brief van Rondeel (MC 47/2008: 1976). De inhoud, gekoppeld aan het belang voor en de interactie met de burgers, moet leidend zijn. In onze ogen is het rapport van de Gezondheidsraad onvolledig, onvoldoende realistisch en ontbeert het een toekomstvisie. De raad negeert een WHO-richtlijn en gaat uit van onderzoek dat de raad zelf als insufficiënt beschouwt. Onze zorgen zijn daarmee vergroot.

Eindhoven, november 2008