Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
2 minuten leestijd
Wetenschap

Doping met epo heeft geen effect

Plaats een reactie

Epo bevordert de prestaties van goed getrainde amateurwielrenners niet of nauwelijks. Dat blijkt uit onderzoek door Jules Heuberger c.s. verbonden aan het Centre for Human Drug Research in Leiden, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in The Lancet Haematology.

Getty Images
Getty Images

Ze deden een rasechte RCT – een zeldzaamheid in het dopingonderzoek – waaraan 48 goed getrainde amateurwielrenners deelnamen (leeftijd 18-50 jaar). 24 deelnemers kregen acht weken lang elke week een injectie met epo, 24 anderen een placebo (fysiologisch-zoutoplossing).

De renners ondergingen vervolgens drie tests. Ten eerste een maximale inspanningstest in het lab, waarbij tijdens het fietsen het vermogen elke 5 minuten met 25 watt werd opgevoerd tot aan uitputting (duur: 30-50 minuten); het aantal rotaties per minuut (rpm) lag tussen 70 en 90. De wielrenners startten bij 175 W. Ten tweede: een submaximale test van 45 minuten waarbij gefietst werd met een wattage dat 80 procent bedroeg van het hoogste wattage uit de eerste test. Het aantal rpm was gelijk aan de vorige test. De derde test ten slotte kwam het meest in de buurt van de ‘real thing’: 12 dagen na de laatste epo-injectie moesten de deelnemers 110 km fietsen en daarna de Mont Ventoux beklimmen.

De gemiddelde hemoglobineconcentraties waren over de gehele studie gemeten hoger in de epogroep. Dat gold ook voor de prestaties in de eerste test: een maximaal vermogen van iets meer dan 351 W in de epogroep versus 341 W in de controlegroep en qua VO2max: ruim 60 ml/min per kg in de epogroep versus ruim 57 ml/min per kg in de placebogroep. In de beide andere tests traden deze verschillen tussen beide groepen niet meer op.

Dat is niet vreemd, aldus laatste auteur prof. dr. Adam Cohen: ‘We weten dat de uitkomsten van labtests niet altijd ook een klinische betekenis hebben. Dus moet je altijd zowel labtests als klinische tests doen.’

Tijdens het onderzoek hielden de wielrenners hun gebruikelijke trainingsschema’s aan. Die konden natuurlijk behoorlijk verschillen en daardoor invloed hebben op de uiteindelijke resultaten. Volgens Jules Heuberger was dat echter niet het geval: ‘We hebben bij iedereen de trainingsintensiteit gemeten met behulp van een powermeter die was bevestigd op de fiets. Uit de zo verkregen data bleek dat de placebo- en epogroep niet verschilden qua duur, afstand en intensiteit van de training.’

Volgens beide onderzoekers laat hun onderzoek zien dat evidentie voor de (on-)werkzaamheid van doping in principe verkregen kan worden via een klassieke RCT. ‘Ook dingen die verboden zijn’, zegt Cohen, ‘verdienen degelijke evidence en dus goed onderzoek. Kijk, als mensen heel erg goed waren in het vaststellen van de werking van geneesmiddelen dan waren wij niet nodig. Maar ze zijn daar uitzonderlijk slecht in. Ook als het gaat om doping.’

Dat epo nauwelijks werkzaam blijkt is in zekere zin tragisch. Cohen: ‘Een zeer goede wielrenner als Lance Armstrong heeft zijn carrière moeten beëindigen dankzij slechte medische begeleiders die hem – ten onrechte – van de werking van het middel hebben overtuigd.’

Henk Maassen

www.thelancet.com/haematology, http://dx.doi.org/10.1016/S2352-3026(17)30105-9

Lees ook:

Wetenschap
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.