Laatste nieuws
Joke Crul-Kelderhuis
9 minuten leestijd

De kracht van aandacht

Plaats een reactie

Consult lijdt onder verspilde energie

In de hectiek van de praktijkvoering wordt de aandacht van de arts vaak afgeleid van datgene waar het om gaat: de hulpvraag van de patiënt. Met oefening en discipline kan daar verandering in komen.

De wachtkamer zit bomvol. Huisarts Annet Jaspers laat gehaast haar volgende patiënt de spreekkamer binnen. ‘Gaat u alvast zitten’, zegt ze en loopt weg. Ze moet de assistente nog even wat zeggen. ‘Hoe krijg ik die wachtkamer leeg’, denkt ze paniekerig, ‘over een uur moet ik de kinderen van school halen, gisteren was ik ook al te laat’. Bij de doktersassistente staat meneer Paauw. Hij klampt Annet aan. Zij weet al waarom: ze had hem beloofd een collega te raadplegen. Die collega had haar vorige maand vervelend te woord gestaan en daarom had ze het nog maar even uitgesteld om hem advies te vragen. ‘Ja, ik weet het, ik moet het nog steeds doen’, zegt ze. Onderwijl richt ze zich tot de assistente, die aan de telefoon zit. ‘Steeds die telefoon ook.’ Ze schuift haar een briefje onder de neus dat ze vergeten was de vorige patiënt mee te geven.
Weer terug in haar spreekkamer opent ze het gesprek met de standaardzin: ‘Wat kan ik voor u doen?’, terwijl ze nog wat toevoegt in het dossier van de vorige patiënt. ‘Dokter, ik ben de laatste tijd zo moe’, zegt meneer Paauw. Annet pakt automatisch een labformulier en begint alvast aan te kruisen. ‘Dat heeft u de vorige keer ook al gedaan en toen was het goed, zei u nog’, hoort ze de patiënt zeggen. Annet zucht en bekijkt nu pas de laboratoriumuitslagen. ‘Ik heb de laatste tijd ook pijn in mijn handen’, vangt ze op. Na een vluchtige blik besluit zij reumaserologie aan te vragen. Ze geeft de patiënt een hand, terwijl ze met de andere hand de hoorn van de telefoon grijpt.

Speelbal


Is de bovenstaande gang van zaken een karikatuur of herkent u uw eigen doen en laten erin? Misschien voor een deel?


Huisartsen, medisch specialisten, sociaal-geneeskundigen en verpleeghuisartsen hebben het immers allemaal druk en hebben veel aan hun hoofd. Er zijn te weinig artsen om aan de huidige hulpvraag te voldoen, er is te weinig ondersteunend personeel en te veel papieren rompslomp. De maatschappij vergrijst, wil veel en heeft haast.


De arts voelt zich een machteloze speelbal in dit geweld en kijkt doorgaans voor de oplossing verwachtingsvol naar anderen. Naar de overheid, de politiek, het management, de eigen beroepsorganisatie, de verzekeraars en niet te vergeten de patiënten. Vooral meer geld wordt regelmatig als een belangrijke oplossing gezien. Al is het maar vanwege de erkenning.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een arts die zich niet volledig concentreert op zijn patiënt, verliest diens vertrouwen, Foto: Frank Muller

Onbevredigend


Het hierboven beschreven consult verloopt onbevredigend voor arts én patiënt. Niet alleen is de uitkomst matig, ook de voorafgaande interactie krijgt geen schoonheidsprijs.


De arts geeft de patiënt slechts versplinterde aandacht, stelt dingen uit en is niet geconcentreerd. Zij kent eigenlijk de hulpvraag niet, noch weet ze wat de patiënt werkelijk bezielt. Voegt het consult wel iets toe? Zijn er niet alleen maar noodverbandjes aangelegd? Het lijkt water naar de zee dragen: veel actie en weinig resultaat. Dat geeft een machteloos gevoel.


De arts geniet niet van het proces, staat onvoldoende stil bij het nu en leeft - de wachtkamer vol, kind van school halen - met de zorgen voor straks. En de patiënt? Die wordt niet echt gezien en erkend. Hij heeft geen aandacht gekregen, noch voor zijn klacht, noch voor hemzelf. De patiënt heeft naar het consult toegeleefd maar voelt zich - terwijl hij de arts misschien wel vergoelijkt - eigenlijk afgescheept. Vermalen in de routine van de dokter. In negatieve zin. Hij is eigenlijk boos, voelt zich machteloos en is gelaten. Hij weet nog steeds niet waar hij aan toe is. En het vertrouwen dat hij in deze arts heeft, daalt per consult.

Receptie


Ongetwijfeld heeft u wel eens de situatie op een receptie meegemaakt, waar iemand u een hand geeft, zich voorstelt en ondertussen over uw schouder alweer naar een volgende gast kijkt.


Zou een patiënt zich anders voelen als hij op soortgelijke wijze in de spreekkamer wordt begroet?  Natuurlijk niet. Toch gebeurt dit regelmatig. Evenals op die receptie is er door de ‘halve’ aandacht dan geen sprake van wezenlijk contact. Een slechte start van een consult dus.


Het verdelen van je aandacht lijkt een efficiënte manier van tijdbesteding, maar is het niet. Om na zo’n start een consult nog tot een bevredigend einde te brengen kost namelijk veel meer tijd. Het wordt dan een inhaalrace om alsnog een natuurlijk proces, dat zou zijn ontstaan bij totale aandacht, te bewerkstelligen. Dat had dus in één keer gekund.


Waarom zou u niet ‘totaal’ aanwezig zijn vanaf de eerste seconde van het consult? Dat kan alleen als u het vorige consult volledig heeft afgerond of heeft genoteerd wat er nog moet worden gedaan. Als u zich volledig concentreert op wat er op dát moment nodig is.


Lekken


Als uw aandacht zich richt op dingen die u nog moet doen, dan noemen we dit ‘lekkende aandacht’. En aandacht is energie. U ‘lekt’ dus energie. Paniek of u iets niet redt, betekent dat uw energie wegvloeit, want u bent niet in het nu bezig maar in de toekomst.


In de casus stelt Annet Jaspers steeds uit wat ze moet doen - haar collega bellen over meneer Paauw - want ze ziet er tegenop.  Dit uitstellen kost energie. Zij kan zich op dat moment niet goed concentreren op het consult. Ergens in haar achterhoofd hoort ze steeds: ‘Dit moet ik nog doen’. Beter kan zij die collega maar meteen bellen, in dit geval ondanks haar angst. Ook kan zij met zichzelf afspreken wanneer ze de te regelen zaken definitief wél zal doen, zodat ze er verder niet meer aan hoeft te denken. Ze kan ze dan voor dit moment als het ware deleten.


Dan lekt er ook nog aandacht weg naar de kinderen, die zij nog van school moet halen. De zorg om wat moet gebeuren. Haar aandacht richt zich hierdoor weer op de toekomst in plaats van op het consult. 


Hoe is het overigens gesteld met de stapels medische literatuur, waarvan u het lezen steeds maar uitstelt? De stapel verwijs-, ontslag- en inlichtingenbrieven die wachten om te worden geschreven? De administratie die nog moet worden gedaan? Wat voor emotie wekt dat allemaal bij u op? Dingen beloven aan uzelf of aan anderen en ze vooruitschuiven kost heel veel energie.


Als u uw aandacht verdeelt, is er sprake van halve aandacht. En halve aandacht is ook ‘lekkende’ aandacht. Annet Jaspers die aanvankelijk geen hand geeft en op het eind van het consult dat slechts vluchtig doet. Die nog wat toevoegt in het dossier van de vorige patiënt en later alvast het laboratoriumformulier begint in te vullen. Annet die zucht en op die manier haar ongenoegen onbewust maar voor de patiënt toch voelbaar kenbaar maakt.


De patiënt krijgt - vooral bij tijdvergende, meerdere of ‘deurknopklachten’ - op deze wijze een non-verbaal signaal van weerstand: ‘Ik heb er nu geen tijd en dus geen aandacht voor.’ Hét basisconcept voor een slecht consult.

Herkennen


Hoe kunt u dit bij uzelf herkennen?


Doet u eens de volgende oefening voor twee personen: u richt zich met uw volledige aandacht op de ander, bijvoorbeeld een collega. Op een gegeven moment gaat u met uw gedachten half naar uw komende vakantie en half naar de collega die voor u zit. Zodra deze collega, de proefpersoon, dit voelt, zegt hij ‘stop’. Ik verzeker u dat dit altijd het moment is waarop uw aandacht voor hem inderdaad is gehalveerd.


U kunt die collega ook een verhaal laten vertellen. U luistert eerst volledig en besluit op een gegeven moment half of helemaal niet meer te luisteren. Zodra de collega dit voelt, zegt hij weer ‘stop’.


Deze oefening heb ik met huisartsenopleiders getraind op het Instituut Huisartsgeneeskunde in Leiden en het bleek dat deze ervaren artsen feilloos konden aangeven wanneer de aandacht van de ander verslapte.

Het kan anders


De in het begin beschreven casus had ook anders kunnen verlopen.


Annet Jaspers roept haar volgende patiënt binnen. Het is meneer Paauw. Ze kijkt hem aan, geeft hem een hand en begroet hem met aandacht. Ook al is de wachtkamer vol, ze maakt zich er niet druk over. Het is zoals het is. Ze werkt rustig en geconcentreerd door. Voor de kinderen die ze van school moest halen, heeft ze - door ervaring wijs geworden - een regeling met de oppas getroffen.


De sfeer in haar spreekkamer is rustig. Behalve een paar briefjes op haar bureau met aantekeningen over wat er nog moet worden geregeld, is haar werkplek schoon en opgeruimd. Het dossier ligt al opengeslagen bij de gegevens over meneer Paauw.


Annet gaat zitten en kijkt hem aan. ‘Dokter ik ben de laatste tijd zo moe’, zegt hij. Annet is stil en luistert en ‘hoort door’ naar wat meneer Paauw haar te zeggen heeft. Ze geeft hem en zijn klacht onvoorwaardelijk de ruimte. Al haar aandacht is bij de patiënt, terwijl ze toch professioneel blijft en de regie houdt.


Ze denkt op dit moment niet aan de tijd. Dat kan ook niet omdat ze met haar volle aandacht bij de patiënt is.


Natuurlijk houdt Annet zich aan de juiste structuur van het consult. Voor haar betekent dit: luisteren, de hulpvraag herkennen, samenvatten en inventariseren. Alleen dit rijtje afwerken is echter niet voldoende. Het gaat om de manier waaróp ze dit doet: met volledige aandacht. Dán pas levert de structuur van de consultvoering daadwerkelijk wat op.

Introspectie


Er is echter meer. Als u uw volle aandacht geeft aan de patiënt en stilstaat bij wat er is, krijgt de patiënt ook aandacht voor zichzelf. Introspectie krijgt een kans. De patiënt luistert ineens naar zichzelf en gaat reflecteren, wordt zich bewust van wat er gaande is.


Dat vraagt aanvankelijk om terughoudendheid van de dokter. Niet direct willen ingrijpen of helpen. Zelfs de intentie om dit te doen zit de patiënt al in de weg. In feite ontkracht u de ander als u als arts in deze fase intervenieert. Bij het ‘uitspreken’ van een klacht, zeker bij moeheid, herkent de patiënt vaak de reden waarom hij energie lekt.


Ik realiseer me natuurlijk dat we soms als dokters juist móeten handelen, zeker in acute situaties of bij ‘niet pluis’-klachten. Maar ook hierbij gaat op dat er volledige concentratie op de signalen van de patiënt moet zijn, wat deze ook vertelt.


Hoe zou het consult van meneer Paauw nu verder kunnen verlopen? Ik noem twee versimpelde opties.


Optie 1: Annet luistert geconcentreerd. Meneer Paauw is moe. Er zit voor hem echter geen bewustwordingsproces achter. Wel een somatische oorzaak. Na anamnese en lichamelijk onderzoek, denkt Annet aan een hypothyreoïdie. Het laboratoriumonderzoek bevestigt de diagnose.


Optie 2: Doordat Annet stil is en aandacht heeft voor wat er is, krijgt meneer Paauw aandacht voor zichzelf. Hij wordt zich ervan bewust dat zijn inwonende dochter hem te veel is. Hij wil haar graag helpen, maar liever op een andere manier. Het wordt hem ineens duidelijk waarom hij zo moe is en hij besluit er wat aan te gaan doen.

Discipline


Aanwezig zijn, aandacht hebben voor wat er is en luisteren ‘achter de woorden’, vergen oefening en discipline. Er worden vele trainingen en cursussen - ook voor artsen - gegeven om die aandacht (weer?) aan te leren. Deepak Chopra, een Amerikaanse internist, gaf een simpele ‘aandachtsoefening’ (zie kader).


Het begint altijd bij uzelf. Het gaat erom dat u zich leert richten en focussen. Op het moment dat u zich richt en concentreert en totaal aanwezig bent, bent u zich bewust van wat er is. Als u dit kunt bij uzelf, dan kunt u dit ook bij een ander, lees de patiënt.


U kunt nu zeggen: ‘De drukte wordt niet minder voor mij als arts in deze tijd.’ Dat is zo, maar de beleving van de drukte wordt vele malen minder. Hoe meer stilte, rust en aandacht binnenin u, hoe meer rust en aandacht buiten u: de wereld is een weerspiegeling van uzelf. Als u traint in aandacht en daardoor stil wordt, zult u merken dat mét u, de wereld om u heen zal veranderen. Alles reflecteert op u. Zowel u als uw patiënt zal er beter van worden.

J. Crul-Kelderhuis,
huisarts, huisartsenbegeleider LUMC, Centrum voor Intuïtieve Communicatie


De namen van de huisarts en de patiënt zijn gefingeerd.

Correspondentieadres:

www.intuitievecommunicatie.nl

, e-mail:

joke.crul@wolmail.nl

SAMENVATTING


l In het contact tussen arts en patiënt is de kracht van aandacht groot en duidelijk merkbaar, maar wordt deze onvoldoende benut.


l Halve aandacht, niet totaal aanwezig zijn tijdens het consult, frustreert de arts én de patiënt.


l Hoe meer de arts zich gedisciplineerd traint in het concentreren van aandacht, des te beter zal het consult verlopen. Bij de patiënt zal het leiden tot introspectie, waardoor beter naar boven komt wat er werkelijk gaande is.

 

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.