Hemel

Hemel, Mieko Kawakami (vertaald door Maarten Liebregts), Podium, 222 blz., 17,99 euro.

bestellen

Het voor de International Booker Prize genomineerde Hemel van de Japanse schrijfster Mieko Kawakami is een juweeltje. Of beter gezegd: een gruwelijk juweeltje.

Een 14-jarige naamloze jongen wordt vrijwel constant en op zeer wrede wijze gepest door een aantal klasgenoten omdat hij een lui oog heeft en scheel ziet. Kojima, een meisje uit zijn klas, valt hetzelfde lot ten deel – zij omdat ze uit een arm gezin komt en stinkt: ‘Haar bovenlip was permanent licht bedekt door iets wat tussen vuiligheid en een snor zat.’ Beiden lijden in stilte en laten alle vernederingen over zich heen komen. Er ontstaat een voorzichtige vriendschap tussen de twee; zij weten van elkaar wat ze doormaken. ‘Ik houd van jouw oog’, bekent ze hem bij een van hun geheime ontmoetingen. Als de klasgenoten ontdekken dat ze soms na schooltijd in een park afspreken, wordt dat ronduit kwaadaardig en sadistisch verstoord.

Kawakami heeft een zeldzaam goed en indringend boek geschreven. Haar gedetailleerde, klinische en daardoor des te meedogenlozere beschrijvingen van alle gruwelijkheden en vernederingen die de twee tieners moeten doorstaan, gaan door merg en been en zullen bij de lezer ­geregeld fysieke weerstand oproepen. Het zou geen slecht idee zijn deze roman over de impact die pesten kan hebben, verplicht te stellen op middelbare scholen. Voor ­leerlingen én leraren.