Complicaties na corticosteroïdeninjectie
1 reactieEen 40-jarige vrouw met blanco voorgeschiedenis bezocht de huisarts wegens een ganglion aan haar rechterhand. De huisarts plaatste een injectie (triamcinolonacetonidesuspensie 0,5 ml à 40 mg). Het ganglion verdween, maar recidiveerde na drie maanden. In overleg met patiënte werd, gezien het gunstige effect van de eerdere behandeling, de injectie eenmaal herhaald (0,75 ml à 40 mg, ingespoten na aspiratie).
Twee maanden later bleek er sprake te zijn van depigmentatie van de huid rondom de injectieplaats. Nog een maand later vertoonde de strekzijde van de onderarm atrofie (zie afbeelding) tot circa 10 cm distaal van de elleboog. Hierop werd zij verwezen naar de neuroloog, die een licht verminderde kracht van de vinger- en duimextensoren vaststelde met MRC graad 4/5. Er was sprake van dysesthesie van de gehele onderarm en aan de strekzijde van de hand. Alle reflexen waren symmetrisch normaal. Een zenuw- en spierecho leverde geen nieuwe bevindingen op. De conclusie van het beeld luidde: lokale atrofie en depigmentatie na corticosteroïdeninjectie.
Extra-articulaire corticosteroïdeninjecties gaan bij ongeveer 5 procent van de patiënten gepaard met blijvende complicaties of bijwerkingen die een interventie vergen.1 Atrofie en depigmentatie worden met name gezien rond de pols.2 Er kan sprake zijn van atrofie van huid, subcutaan vetweefsel of spieren. De atrofie ontstaat doorgaans na één tot vier maanden en verdwijnt zes tot dertig maanden later.3 Bij lokale corticosteroïdeninjecties treedt bij 1,3-4 procent van de patiënten hypopigmentatie op.⁴ Afdrukken met een gaasje na injectie zou de kans op complicaties kunnen verkleinen.
Wellicht heeft de dosering en herhaling van toediening de kans op bijwerkingen verhoogd. De complicatie wordt echter ook gezien bij eenmalige toediening van een lagere dosering. Aangezien corticosteroïdeninjecties frequent worden toegepast in de eerste en tweede lijn, is het belangrijk van deze complicatie op de hoogte te zijn.
De vrouw werd verwezen naar een fysiotherapeut. De klachten zijn in de eerste vier maanden na het ontstaan helaas nog niet afgenomen.
Noortje van Laanen, waarnemend huisarts huisartsenpraktijk Thermion, Lent
Anja Gijtenbeek, neuroloog, Radboudumc
Nynke Scherpbier-de Haan, huisarts huisartsenpraktijk Thermion, Lent
contact
cc: redactie@medischcontact.nl
Literatuur
[1] Brinks, A,. et al. (2010). “Adverse effects of extra-articular corticosteroid injections: a systematic review.” BMC Musculoskelet Disord 11:206
[2] Holland, C., et al. (2012). "Septic and aseptic complications of corticosteroid injections: an assessment of 278 cases reviewed by expert commissions and mediation boards from 2005 to 2009." Dtsch Arztebl Int 109(24): 425-430.
[3] Papadopoulos, P., et al. (2009). “The Clinical Picture. Soft tissue atrophy after corticosteroid injection” Cleveland Clinic Journal of Medicine 7(6): 374
[4] Park, S., et al. (2013). “Hypopigmentation and subcutaneous fat, muscle atrophy after local corticosteroid injection.” Korean J Anesthesiol 65(6): 59-61
Ook iets bijzonders gezien?
Heeft u ook een interessante casus voor deze rubriek? Stuur tekst (max. 300 woorden) en beeld naar redactie@medischcontact.nl. Bij plaatsing ontvangt u het boek Canon van de Geneeskunde.
Lees meer over het insturen van een casus
<b>PDF van deze Gezien</b>
Lex Goudswaard
huisarts, Houten
Het is goed dat de auteurs nog eens wijzen op de bijwerkingen van corticosteroid injecties. De NHG-Standaard Hand- en polsklachten (2010) ontraadt echter het gebruik van corticosteroid bij de behandeling van het ganglion vanwege gebrek aan bewijs van... effectiviteit. Het verdwijnen van het ganglion na de eerste injectie kan ook het gevolg zijn geweest van een gunstig natuurlijk beloop. Na (bij voorkeur) een afwachtend beleid, kunnen aspiratie of (bij veel klachten) excisie overwogen worden. De kans op een recidief is echter aanzienlijk.