Huisarts hoefde niet te verwijzen voor second opinion
Plaats een reactieKlaagster is patiënte van beklaagde (huisarts). Bij lichamelijk onderzoek is een nodus in de schildklier geconstateerd. Klaagster is in vier umc’s onderzocht, waarbij klaagster steeds afzag van een noodzakelijk geachte schildklierpunctie. De huisarts kreeg klaagster met deze voorgeschiedenis als patiënte. Zij is dan onder behandeling van een neuroloog. Tijdens een mdo wordt het beleid afgestemd.
Vervolgens heeft de moeder om een second opinion gevraagd. De huisarts gaf aan dat dat niet in het belang van klaagster was. Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar endocrinologische klachten niet heeft onderzocht.
Het regionaal tuchtcollege overweegt dat klaagster reeds vier keer in een umc was onderzocht. Onlangs was in het mdo in het bijzijn van moeder de meest wenselijke aanpak afgestemd. Nu moeder deze aanpak kort daarop toch wilde doorkruisen door zonder duidelijke grond aan te sturen op weer een nieuwe opinie, heeft beklaagde deugdelijk gemotiveerd dat dit niet in het belang was van patiënte. Klacht ongegrond.
RTG Zwolle, 3 april 2020
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
- Er zijn nog geen reacties