Te vroeg om maatregelen in verpleeghuizen te versoepelen

Voordat de bezoekmaatregelen in verpleeghuizen soepeler kunnen, moet aan verschillende randvoorwaarden zijn voldaan, zei Verenso-voorzitter Nienke Nieuwenhuizen tijdens een technische briefing aan de Tweede Kamer. ‘We moeten overbelasting van verpleeghuiszorg voorkomen. Daarvoor moeten we voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen hebben en snel kunnen schakelen als een zorgverlener ziek wordt bijvoorbeeld.’

Nieuwenhuizen kreeg verschillende vragen over de bezoekersmaatregelen en de gevolgen daarvan. Esther Ouwehand (PvdD) vroeg of een bewoner er zelf voor zou mogen kiezen om toch bezoek te ontvangen ondanks het risico op besmetting met SARS-CoV-2. Nieuwenhuizen wees daarbij op het feit dat dit geen individueel besluit zou zijn, omdat daarmee ook de medebewoners besmet zouden kunnen raken én de bezoeker, die vervolgens de besmetting weer buiten de deur zou brengen. ‘Accepteren we dat? Dat is onderwerp voor een maatschappelijk debat.’ Zij benadrukte daarbij dat de verpleeghuizen onderdeel zijn van het sociale systeem van Nederland: ‘Wat in de verpleeghuizen gebeurt heeft effect op de rest van Nederland en vice versa.’

Nieuwenhuizen lichtte verder cijfers toe die specialisten ouderengeneeskunde in verschillende digitale systemen registreren. In twee systemen waren tot gisteren toe 2282 bevestigde covid-19-gevallen ingevoerd, en 3024 verdenkingen. ‘Bij ons is nog steeds sprake van toename van het aantal besmettingen.’ Nieuwenhuizen pleitte er dan ook voor dat bij het maken van beleid niet alleen wordt  gekeken naar de gevolgen voor ziekenhuis- en ic-capaciteit, maar ook naar het effect van (het al dan niet opheffen van) maatregelen op de verpleeghuizen en zorg elders. Laten we maatregelen zo kort mogelijk, maar wel zo lang als noodzakelijk aanhouden. Ook voor het verpleeghuis is het flatten the curve-doel van belang.’

Nieuwenhuizen wees op de verschillende factoren die de bestrijding van covid-19 binnen het verpleeghuis bemoeilijken. Zo is de ziekte lastiger te herkennen omdat er vaak sprake is van atypische klachtenpresentatie en cognitieve stoornissen, waardoor tijdig ingrijpen een uitdaging is. Daarnaast is de setting ingewikkeld: ‘De richtlijnen van het RIVM zijn lastig voor mensen met dementie. Zeker als het gaat over plekken waar mensen als een gezin bij elkaar wonen. We doen ons best om te voorkomen dat medebewoners ziek worden, maar dat is heel moeilijk. Daarnaast hebben we te maken met tekorten aan beschermende middelen en beperkte testcapaciteit.’