NZa mag voorlopig gegevens van ggz-patiënten blijven verwerken

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van onder andere enkele ‘zorgaanbieders/behandelaren’ om de aanlevering van patiëntgegevens aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tijdelijk stop te zetten, afgewezen.

Ggz-zorgaanbieders moesten voor 31 augustus 2023 eenmalig aan de NZa bepaalde patiëntgegevens aanleveren. Sommige aanbieders hebben nog niet aan deze verplichting voldaan omdat ze hiertegen principiële bezwaren hebben. Vanwege die bezwaren is actiegroep Vertrouwen in de ggz, waar onder anderen enkele psychiaters bij zijn aangesloten, een bodemprocedure tegen de NZa gestart. In afwachting van de uitkomst daarvan, vroeg een aantal partijen de voorzieningenrechter om de verplichting tijdelijk op te schorten. De voorzieningenrechter wees dit verzoek af, blijkt uit de uitspraak van 1 november. De eisers hebben ‘onvoldoende aannemelijk’ gemaakt ‘dat de verplichting tot gegevenslevering en de verwerking daarvan evident in strijd is met hoger recht en daardoor gestaakt moet worden’.

‘Teleurstellend’

De actiegroep schrijft op haar website de uitspraak ‘teleurstellend’ te vinden, maar dat die geen invloed heeft op de ‘hoofdzaak’ die de groep ‘vol vertrouwen tegemoetziet’. De bodemprocedure vindt naar verwachting binnen een halfjaar plaats. Een van de bezwaren van de actiegroep is dat het aanleveren van deze gegevens indruist tegen het beroepsgeheim. De gegevens die zorgaanbieders en behandelaren moeten aanleveren zijn de ingevulde HoNOS+-vragenlijsten. Hierin wordt gevraagd naar gevoelige en persoonlijke informatie, zoals middelenmisbruik. Dat de NZa deze gegevens nodig zegt te hebben, hangt samen met een nieuwe bekostigingsstructuur voor de ggz die in 2022 is geïntroduceerd.

Herleidbaarheid

De aangeleverde gegevens worden gepseudonimiseerd. Daardoor kan de NZa die niet direct tot de persoon herleiden, maar mogelijk wel als die gekoppeld worden aan andere databestanden waar de NZa over beschikt. Een door de NZa opgesteld ‘koppelverbod’ moet dat voorkomen, staat in de uitspraak van de voorzieningenrechter.