Kabinet ziet geen ruimte voor loonsverhoging zorgmedewerkers

Het kabinet ziet geen ruimte voor een structurele salarisverhoging voor alle medewerkers in de zorg. Dat schrijven de ministers en staatssecretaris van VWS in een uitgebreide brief aan de Tweede Kamer voorafgaand aan het debat en hoofdelijke stemming hierover vanmiddag.

De Jonge, Van Ark en Blokhuis stellen in hun brief dat de economische ontwikkelingen en onzekerheden op dit moment geen ruimte bieden voor een structurele loonsverhoging. Ze verwachten een economische krimp van 5,1 procent dit jaar en een fors begrotingstekort dit jaar en volgend jaar, terwijl de ontwikkeling van covid-19 er ook nog voor kan zorgen dat de economie nog verder krimpt.

De drie bewindspersonen stellen dat de salarissen in de zorg in de afgelopen twintig jaar zijn meegegroeid met die in de marktsector. De cao-lonen in de zorg laten volgens hen per saldo een grotere stijging zien dan die in andere (markt)sectoren. Ook stijgen de lonen in de zorg, net als lonen in de markt, gelijkmatiger dan die in het onderwijs of bij de overheid.

De Jonge, Van Ark en Blokhuis wijzen er verder op dat de salarissen van ziekenhuisverpleegkundigen in Nederland gemiddeld hoger zijn dan die van de gemiddelde werknemer in Nederland. In de meeste Europese landen zijn de salarissen van ziekenhuisverpleegkundigen juist lager dan die van  de gemiddelde werknemer – voor andere zorgmedewerkers is dat niet onderzocht. In Frankrijk, Duitsland en België gaan de salarissen mede naar aanleiding van de coronacrisis wel omhoog, maar in Frankrijk pas nadat de salarissen daar jarenlang bevroren zijn geweest en in België omdat er daar toch al plannen waren voor loonsverhogingen.

Het kabinet wil inzetten op het behouden van mensen in de zorg en het interesseren van mensen voor een baan in de zorg door aandacht te hebben voor de ervaren werkdruk, autonomie, waardering, uitdaging in het werk, arbeidsomvang en loopbaanperspectief, zo schrijven De Jonge, Van Ark en Blokhuis.