Artsen willen geen slachtoffer zijn
Plaats een reactieBijna 2 procent van de medisch specialisten loopt tijdens het werk een posttraumatische stressstoornis op. Dat stelt psychiater Karel Scheepstra in zijn promotieonderzoek over psychotrauma in de medische setting. Hij pleit voor het ‘vangen’ van deze getraumatiseerde zorgmijders.
Als corona iets goeds heeft opgeleverd, dan zijn het wel de teams voor psychische ondersteuning die veel ziekenhuizen tijdens de pandemie hebben opgetuigd, zegt psychiater Karel Scheepstra. ‘Ik hoop dat die teams na deze periode blijven. Al weet ik niet hoeveel er gebruik van wordt gemaakt.’ Scheepstra promoveerde in februari op psychotrauma in de medische setting. Bijna 2 procent van de artsen loopt op het werk een posttraumatische stressstoornis (PTSS) op. In de doorsneebevolking is dat aantal ongeveer hetzelfde, maar bij hen komt dit zelden door werk. ‘Die 1,7 procent lijkt misschien niet zo hoog, maar als je ziet dat dit alleen door het werk komt, is het veel, vooral als je weet wat een impact PTSS heeft op het functioneren.’ Een heftige gebeurtenis beïnvloedt de arts, maar ook de kwaliteit van zorg. ‘Minder professioneel gedrag, slechtere uitkomsten voor de patiënt en meer medische fouten.’
Vangen
Scheepstra werkt in het Amsterdam UMC en participeerde in het OLVG bij gynaecologie in de onderzoeksgroep Child birth and psychotrauma research, kortweg Capture. Die naam verwijst ook naar het feit dat je mensen met PTSS moet ‘vangen’: je moet actief achter ze aan, want iemand met een trauma vermijdt alles wat daarmee te maken heeft. Scheepstra onderzocht de ervaringen van verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen, orthopedisch chirurgen en psychiaters. Hij constateerde dat zo’n 7 procent last had van depressieve klachten, 14,5 procent van angstklachten en 19 procent van stress.
De manier waarop een traumatische gebeurtenis uitwerkt op het functioneren verschilt, vertelt de psychiater, die ook onderzoek deed naar trauma in de medische context bij patiënten en hun verwanten. ‘Een jonge moeder kan vaak na een traumatische bevalling het ziekenhuis mijden. Maar een arts moet de dag erna weer werken in misschien wel weer dezelfde situatie.’ Het DSM-handboek beschrijft dat iemand die herhaaldelijk kleinere trauma’s meemaakt ook PTSS kan ontwikkelen. ‘Dit geldt bijvoorbeeld voor rechercheurs die elke dag kinderporno moeten bekijken, maar ook voor artsen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een overleden kind, maar ook het meemaken van meerdere, kleinere traumata kan tot traumatische stress leiden.’
Opvang
Artsen zijn een van de meest onderzochte beroepsgroepen, maar het is ook de groep waarvoor de minste ondersteuning bestaat, zegt Scheepstra. ‘Politie en brandweer hebben eigen diensten voor ondersteuning. In het ziekenhuis is dat onderontwikkeld. Lang niet elk ziekenhuis heeft de opvang geprotocolleerd. 60 procent van de gynaecologen vond de opvang onvoldoende en 80 procent van hen zag te weinig ruimte om incidenten binnen de vakgroep te bespreken.’
Scheepstra pleit voor een geprotocolleerde aanpak waarbij zorgverleners actief worden benaderd na een heftige gebeurtenis. ‘Vermijding is één van de vier symptoomclusters. Iemand met trauma kan een herbeleving krijgen en zal dat proberen te vermijden. Daarnaast weten we dat de drempel om zorg te zoeken hoog is. Dokters hebben veel verantwoordelijkheidsgevoel. De keerzijde is dat ze vinden dat ze alles zelf moeten oplossen. Zelf slachtoffer zijn, dat past een medisch specialist niet. We noemen dat second victim, waarbij de patiënt het eerste slachtoffer van bijvoorbeeld een incident is. Ik vind dat nogal een pathetische term en ik denk veel specialisten met mij. Ze willen geen slachtoffer zijn.’
lees ook- Er zijn nog geen reacties