Zorg voor onverzekerden staat bol van de vastlopers
Artsen ontevreden over de rompslomp die zorg aan onverzekerden meebrengt
Plaats een reactie
Artsen ervaren veel problemen als ze zorg verlenen aan onverzekerde patiënten. Bovendien is de financiële afhandeling ervan lastig en tijdrovend. Toch stijgen de uitgaven aan deze zorg gestaag. Een enquête onder artsen brengt veel onvrede aan het licht.
Na drie jaar dakloosheid kwam Remco erachter dat hij onverzekerd was. Hij sliep al tijden buiten, had geen douche tot zijn beschikking en kreeg last van huiduitslag. Toen hij bij de huisarts aanklopte werd hij gelukkig gewoon geholpen, maar moest hij wel direct afrekenen. En de apotheek bracht de voorgeschreven zalf in rekening; op Remco’s verzoek werd het de goedkoopste die ze hadden.
‘De regeling via het CAK (Centraal Administratie Kantoor AWBZ, red.) kende ik toen nog niet, maar de huisarts en assistente ook niet. Het is een groot probleem dat veel huisartsen niet weten welke potjes er bestaan voor mensen zonder zorgverzekering.’
Financiering van zorg voor onverzekerden
Toegankelijke zorg is een mensenrecht. Daarom zijn er in Nederland subsidiepotjes waar zorgverleners de zorg aan onverzekerde patiënten kunnen declareren: de Regeling onverzekerden en de Regeling onverzekerbare vreemdelingen.
De Regeling onverzekerden is voor mensen die verzekeringsplichtig zijn, maar door omstandigheden geen verzekering hebben.
De Regeling onverzekerbare vreemdelingen is voor mensen die illegaal in Nederland verblijven en geen verzekering mogen afsluiten.
Beide potjes zijn in beheer van het CAK, een bestuursorgaan dat is belast met administratieve taken op het gebied van zorg en welzijn, in opdracht van het ministerie van VWS.
In Nederland hebben naar schatting tienduizenden mensen geen zorgverzekering. Deze groep is zeer divers. Sommigen voldoen aan het klassieke beeld van dak- en thuislozen of verblijven illegaal in Nederland en leiden een zwervend bestaan. Terwijl anderen fulltime werken, maar vanwege een scheiding bij vrienden op de bank slapen. Hoe groot de groep onverzekerden is, weet niemand precies, maar het staat vast dat hun aantal al jaren toeneemt.
In het eerste deel van het drieluik over onverzekerden in Nederland, beschreven we welke problemen onverzekerden ervaren bij hun zoektocht naar goede zorg, en welke wet- en regelgeving ten grondslag ligt aan hun benarde situatie. Maar ook artsen ervaren veel problemen bij het verlenen van zorg aan de groeiende groep onverzekerden. In dit tweede deel van het drieluik, brengen we in kaart waar artsen tegenaan lopen als ze zorg verlenen aan onverzekerden en welke kosten die zorg met zich meebrengt.

90 miljoen
Het is inmiddels vijf jaar geleden dat Remco bij de huisarts aanklopte voor zijn huiduitslag. Tegenwoordig zijn de twee subsidieregelingen voor onverzekerden van het CAK (zie kader) bekender onder artsen dan toen. Dit blijkt uit een enquête van Medisch Contact én is terug te zien aan de sterke toename van de kosten die beide regelingen met zich meebrengen (zie figuur 1). Tien jaar geleden werd er iets meer dan 20 miljoen euro gedeclareerd, terwijl in 2021 de totale kosten voor beide regelingen de 90 miljoen euro passeerden.
Bijna iedere arts krijgt dan ook weleens te maken met een onverzekerde patiënt. Maar de mate waarin verschilt sterk. Zo geven de meeste huisartsen aan dat zij slechts sporadisch een onverzekerde patiënt over de vloer krijgen, terwijl een kleine groep huisartsen juist héél veel zorg verleent aan onverzekerden (zie figuur 2). Artsen in het ziekenhuis of de ggz melden dat zij door beperkt zicht op de administratie niet goed kunnen aangeven hoe vaak zij een onverzekerde patiënt behandelen.

Subsidiegelden
Maar uit het kostenplaatje van de CAK-regelingen blijkt dat onverzekerden wel degelijk bij de ziekenhuisarts en de ggz-arts in de behandelkamer komen. Een groot deel van de uitgaven van beide subsidieregelingen voor onverzekerden gaat namelijk naar de tweedelijnszorg en de ggz. In 2020 gaat, als beide regelingen bij elkaar opgeteld worden, in totaal iets meer dan 50 procent van alle gelden naar de ziekenhuizen en rond de 30 procent is voor de ggz bestemd. Terwijl slechts zo’n 1,3 procent van alle subsidie stroomt richting de huisartsen (zie figuur 3 en 4).
Volgens de Verzekerdenmonitor 2021 van het ministerie van VWS worden over 2020 in totaal 12.460 declaraties goedgekeurd vanuit het potje Regeling onverzekerden. Hoeveel vergoedingen er geweigerd worden, is niet bekend. Bij de Regeling onverzekerbare vreemdelingen wordt niet genoteerd hoe vaak er wordt gedeclareerd.
De bekendheid van deze subsidiegelden is verbeterd dankzij de oorlog in Oekraïne, doordat zorg aan Oekraïense vluchtelingen in eerste instantie via dezelfde potjes gedeclareerd moest worden. Dit heeft voor een flinke piek gezorgd in de declaraties voor de Regeling onverzekerden. Voor 2022 was er in eerste instantie 41 miljoen euro begroot voor deze regeling, terwijl in de begroting voor 2023 is terug te lezen dat de overheid ruim 110 miljoen euro aan deze zorg kwijt is.


Weigeren van patiënten
Op deze bekendheid valt nog wel wat af te dingen. 20 procent van de huisartsen geeft namelijk aan dat zij nog nooit van de Regelingen onverzekerden en Regeling onverzekerbare vreemdelingen heeft gehoord. Een klein percentage – zo’n 10 procent – geeft toe dat zij weleens een onverzekerde passant weigeren. Zij geven aan dat het weigeren van een patiënt meestal gebeurt vanwege een gebrek aan tijd of omdat de klacht niet erg urgent is.
Jasper Kuipers, directeur van Dokters van de Wereld, vertelt dat zijn vrijwilligers tegen problemen aanlopen bij het plaatsen van patiënten. Ze moeten soms wel vier tot acht uur rondbellen voordat ze een huisarts vinden die een patiënt wil opnemen. Kuipers: ‘Ik wil geen afbreuk doen aan de inzet en passie van zorgverleners; het ligt niet aan de zorgsector dat het niet goed lukt.’ De vraag waar het wel aan ligt, kan niet eenduidig beantwoord worden. Kuipers wijst naar tekorten bij de huisartsenzorg, ziet dat het afschalen van de zorgcapaciteit sinds corona meespeelt en vermoedt dat de zorgintensiviteit van onverzekerde patiënten ook een rol speelt.
Michelle van Tongerloo, straatdokter in Rotterdam en blogger bij Medisch Contact, schetst in haar blog van 22 september jl. een wrang beeld van hoe het er aan toegaat als een patiënt wordt geweigerd. Zij schrijft dat de straatdokters vaak nul op het rekest krijgen als ze een patiënt proberen door te verwijzen. Patiënten met ernstige klachten krijgen daardoor niet de zorg die ze nodig hebben.

Ontevreden over subsidieregelingen
De CAK-subsidieregelingen zelf blijven ook niet buiten schot. Van alle responderende huisartsen maakt slechts 32 procent standaard gebruik van de subsidiegelden van het CAK als zij een onverzekerde patiënt helpen. In de overige gevallen wordt er niet betaald of brengen de artsen een consulttarief in rekening (zie figuur 5).
Huisartsen geven aan dat de administratieve rompslomp van het invullen van de declaratieformulieren niet opweegt tegen het geld dat zij terugkrijgen voor één consult. Daarbij loopt bijna de helft van de huisartsen weleens tegen problemen aan bij het declareren omdat het CAK regelmatig aanvragen afwijst.
Het CAK wijst aanvragen volgens de artsen af omdat de formulieren verkeerd zijn ingevuld, te laat zijn opgestuurd of omdat het verkeerde declaratieformulier is gebruikt. Een onverzekerbare vreemdeling kan namelijk niet vergoed worden vanuit het potje Regeling onverzekerden en andersom. Twee derde van de huisartsen is dan ook ontevreden over de declaratiemogelijkheden van het CAK.
Een grote groep huisartsen kiest er daarom voor om niet te declareren bij het CAK en een consultbedrag in rekening brengen of om de patiënt niet te laten betalen. De meeste respondenten geven aan dat zij hierdoor per kwartaal enkele honderden euro’s mislopen. Maar er is een kleine groep huisartsen die veel onverzekerden over de vloer krijgen en hun gederfde inkomsten lopen in de duizenden euro’s.
Bureaucratisch moeras
Dit zijn niet de enige problemen die huisartsen ervaren bij het verlenen van zorg aan onverzekerden. Bijna alle artsen krijgt bij deze doelgroep te maken met een taalbarrière. Hoewel in de ggz tolken sinds 1 januari 2022 weer vergoed worden, moeten huisartsen zelf voor een tolk betalen, al kan in diverse regio’s wel een beroep worden gedaan op de gratis tolkentelefoon. Andere problemen die hoog scoren zijn beperkte gezondheidsvaardigheden en medische cultuurverschillen. Kuipers: ‘Onze patiënten voelen zich ook snel afgepoeierd met een paracetamol, waar ze in hun eigen land gewoon antibiotica krijgen.’
Artsen zijn niet de enigen die tegen muren aanlopen, ook onverzekerden zelf hebben moeite om zich een weg te banen door alle instanties en regelgeving. Remco heeft – na acht jaar dakloosheid – sinds een paar maanden weer een vaste woon- en verblijfplaats. Hij slaapt op een zolderkamer bij iemand die hij via sociale media heeft leren kennen.
Doordat zijn nieuwe huisgenoot een PGB-coach heeft, krijgt hij hulp om een weg te vinden in het bureaucratische moeras van wetten, regels en instanties. ‘De gemeente wilde me eigenlijk niet inschrijven bij de Basisregistratie Personen (BRP), maar toen greep de coach in en legde duidelijk uit waar de gemeente allemaal toe verplicht is. Zonder iemand die de regels goed kent, is het heel moeilijk om gemeentes te bewegen om te helpen. Het systeem stuurt je van het kastje naar de muur.’
De enquête
Om in kaart te brengen tegen welke problemen artsen aanlopen als ze zorg verlenen aan onverzekerde patiënten, heeft Medisch Contact een enquête verspreid onder vijftigduizend artsen. De vragenlijst is door 1184 artsen ingevuld. We hebben gevraagd naar ervaringen met onverzekerde patiënten en naar subsidieregelingen om de zorg aan onverzekerden toegankelijk te houden. De reacties waren onmisbaar voor dit verhaal.
Volgende week
Dit was deel twee van onze driedelige serie over onverzekerden in Nederland. Volgende week, in het laatste deel, reflecteren artsen op de uitkomsten van de enquête van Medisch Contact en leest u hoe privacywetgeving ervoor zorgt dat de GGD/GHOR dak- en thuislozen niet aan een postadres kan helpen en zij dus langer onverzekerd blijven.
Lees ook
-
Privacywetgeving zet onverzekerde patiënten in de kou
Het is voor dak- en thuislozen steeds moeilijker om aan een zorgverzekering te komen. Voorheen moesten de gemeente en de GGD GHOR proberen om een onverzekerde patiënt in te schrijven in de Basisregistratie Personen, maar privacywetgeving stak daar een stokje voor.
-
‘De angst voor misbruik van de wet is groter dan de wil om te helpen’
Steeds meer mensen in Nederland hebben geen zorgverzekering. En wat als zij zorg nodig hebben? Medisch Contact dook in de oorzaken, gevolgen en problemen die artsen tegenkomen bij zorg voor onverzekerden. Lees hier het eerste deel van een drieluik.
-
Nederland is een wreed land als je aan de verkeerde kant staat
‘Bel jij maar’, zeg ik tegen de coassistent, als we een patiënt met het vermoeden op een hypertensieve crisis naar de Eerste hulp willen verwijzen. De patiënt ziet er niet goed uit, heeft barstende hoofdpijn, ziet plots slecht en heeft een torenhoge bloeddruk.
-
‘Onverzekerdenkwestie lijkt veel op toeslagenaffaire’
De overheid heeft een morele schuld aan iedereen die sinds 2015 de zorgverzekering is uitgezet. De gevolgen doen sterk denken aan de toeslagenaffaire, vindt de deze week gepromoveerde straatdokter Marcel Slockers.
- Er zijn nog geen reacties