Ziekenhuizen voorbereid op stralingsslachtoffers
Plaats een reactieDe meeste Nederlandse ziekenhuizen houden rekening met de mogelijkheid van een stralingsincident en driekwart kan stralingsslachtoffers decontamineren. Dat blijkt uit een inventarisatie van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC).
Ruim driekwart van de kleine ziekenhuizen houdt rekening met een stralingsincident; de grote en academische centra doen dat allemaal. Zelf vaststellen of een slachtoffer is besmet, kan 68 procent van alle ziekenhuizen, en een even groot percentage kleine ziekenhuizen kan decontamineren. Alle academische centra hebben ontsmettingsdouches, meestal in een inpandige ruimte, soms buiten in een decontaminatietent.
Het NVIC inventariseerde over welke kennis en middelen Nederlandse ziekenhuizen beschikken om slachtoffers van stralingsincidenten te kunnen opvangen. Ziekenhuizen met een afdeling Spoedeisende Hulp met 24/7 beschikbaarheid kregen een digitale enquête. De onderzoekers gingen bij negen ziekenhuizen op bezoek. Van de 87 benaderde ziekenhuizen vulde 67 procent de enquête in.
Toxicoloog Ronald de Groot van het NVIC concludeert dat in gebieden met een nucleaire installatie ziekenhuizen wel goed zijn voorbereid, zeker de ziekenhuizen die als opvanglocatie voor stralingsslachtoffers zijn aangewezen. De Groot: ‘Maar stralingsincidenten kunnen overal voorkomen, bijvoorbeeld tijdens industrieel gebruik van radioactieve bronnen, in laboratoria, bij transport of een terroristische aanslag.’ Na zo’n gebeurtenis kunnen besmette slachtoffers als zelfverwijzers elk ziekenhuis bezoeken, waarschuwt hij.
Ziekenhuizen beschrijven in hun rampenplan allemaal wel chemische en biologische incidenten, maar bij 30 procent ontbreekt het stralingsincident daarin. De Groot ziet een toenemende belangstelling voor stralingsongelukken de afgelopen jaren door de ramp met de kernreactor in het Japanse Fukushima (2011) en de toegenomen terreurdreiging.
Eva Nyst
Lees ook:
- Er zijn nog geen reacties