Zeven keer vallen, acht keer opstaan
Plaats een reactieZeven keer vallen, acht keer opstaan, Naoki Higashida, Meulenhoff, 208 blz., 18,99 euro
Wie denkt dat non-verbale autisten geen boeken kunnen schrijven, heeft het mis. Naoki Higashida, een Japanse twintiger met een ernstige vorm van autisme, bewees het tegendeel. Na zijn debuut Waarom ik soms op en neer spring – een wereldwijd succes – verscheen een tweede boek: Zeven keer vallen, acht keer opstaan.
In korte verhalen vertelt Higashida hoe híj, als een persoon met ‘speciale behoeften’, tot nu toe de wereld om hem heen ervaart. Op pientere en soms diepgaande wijze zet hij zijn gedachten op papier, met behulp van zijn alfabetraster. Waar zijn boeken aanvankelijk slechts in het Japans te verkrijgen waren, heeft de Britse schrijver David Mitchell – die zelf een zoon met autisme heeft – de boeken internationaal aan de man weten te brengen. Voor Mitchell zijn Higashida’s boeken de praktische hulp waar hij zo lang naar zocht om beter inzicht te krijgen in de leefwereld van zijn zoon.
Voor Higashida zelf is het duidelijk: mensen met een beperking worden te veel afgezonderd en beschermd van de buitenwereld en worden te weinig geprikkeld in hun motivatie; iets wat een positieve instelling en hoop voor de toekomst de kop indrukt. Hoewel Higashida niet graag in het hokje van de autist wordt gestopt, beschrijft hij rijkelijk hoe de verschillen tussen het ‘wij’ (de neuro-atypische mens zoals hijzelf) en het ‘zij’ (de neurotypische medemens) geïnterpreteerd kunnen worden. Zijn boek heeft misschien een wat belerende ondertoon, maar het geeft wel degelijk een goed inkijkje in het hoofd van een non-verbale autist als Higashida. Zoals David Mitchell besluit in zijn inleiding: ‘Het gegeven autisme kunnen we niet veranderen, onze houding ertegenover wel.’
- Er zijn nog geen reacties