VN en Wereldbank luiden noodklok over moedersterfte

In het rapport wordt gesproken van een 'verbijsterend' gebrek aan vooruitgang om het aantal sterfgevallen te verminderen. In 1990 stierven 576.000 vrouwen door complicaties tegen 536.000 in 2005. Op die manier zal totaal niet worden voldaan aan de vijfde milleniumdoelstelling van de VN. Daarin staat dat de moedersterfte in 2015 met drie kwart moet zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. 'Om de doelen in 2005 te bereiken, moet spoedig en krachtig de nadruk worden gelegd op verbetering van de omstandigheden rond de zwangerschap en de bevalling in ontwikkelingslanden', aldus het VN-bevolkingsfonds UNFPA, de VN-kinderorganisatie Unicef, de VN-wereldgezondheidsorganisatie WHO en de Wereldbank. De helft van de moedersterfte is in sub-Sahara Afrika. In een ander rapport dat vrijdag is gepubliceerd, staat dat het aantal abortussen in de wereld afneemt, vooral als gevolg van geboortebeperkingsmaatregelen. Maar de helft van de zwangerschapsonderbrekingen gebeurt nog altijd onder onveilige omstandigheden, schrijven de WHO en het Amerikaanse Alan Guttmacher Instituut, gespecialiseerd in onderzoek naar seksuele gezondheid. In 2003, het laatste jaar met volledige statistieken, werden wereldwijd 42 miljoen abortussen uitgevoerd. In 1995 waren er dat nog 46 miljoen. Vooral in ontwikkelde landen nam het aantal zwangerschapsonderbrekingen af. In armere landen is het gebruik van voorbehoedmiddelen vaak nog een groot taboe. Van de circa 20 miljoen risicovolle abortussen wordt 97 procent in ontwikkelingslanden uitgevoerd. Veel zwangerschapsonderbrekingen gebeuren in het geheim en onder slechte medische omstandigheden. Jaarlijks sterven daardoor 70.000 vrouwen. Vijf miljoen vrouwen lopen tijdelijke of blijvende gezondheidsschade op als gevolg van een abortus. ANP