Screening baarmoederhalskanker

Cytologische screening op baarmoederhalskanker is nauwelijks effectief bij vrouwen jonger dan 25 jaar. Met name voor vrouwen vanaf 35 jaar leidt screening tot een aanzienlijk kleiner risico op het ontwikkelen van cervixcarcinoom.

Dat concluderen Sasieni c.s. in een artikel dat 28 juli op de website van BMJ werd gepubliceerd. Zij voerden een case control-studie uit onder 4012 vrouwen tussen de 20 en 69 jaar. De auteurs bevestigen eerdere resultaten van eenzelfde studie uit 2003 onder 2191 vrouwen. Op deze resultaten is destijds het screeningsbeleid in Engeland – waar vrouwen vanaf hun 25ste worden opgeroepen – deels gebaseerd.

Eveneens op 28 juli verscheen een artikel van Castle c.s. Zij onderzochten het effect van langdurige HPV-infectie op het ontwikkelen van hooggradige cervixneoplasie. Voor vrouwen bij wie het virus minstens één jaar aanwezig was, was het risico hierop in de daaropvolgende 3 tot 5 jaar aanzienlijk hoger dan voor vrouwen bij wie het virus sneller werd geklaard.

Epidemiologen Ronco c.s. schrijven in een begeleidend commentaar dat deze resultaten belangrijk zijn voor het klinische beleid. Gezien de lage incidentie van invasief cervixcarcinoom en het niet aangetoonde effect van screening bij vrouwen jonger dan 25 jaar, is het niet nodig om de startleeftijd voor deze vorm van bevolkingsonderzoek te verlagen.

Daarnaast heeft onderzoek aangetoond dat in de leeftijdscategorie van 25 tot 34 jaar screenen door middel van testen op HPV sensitiever is dan cytologie, maar wel minder specifiek. Als ook wordt gekeken naar de langdurigheid van de infectie, kan gerichter worden verwezen voor colposcopie. SK

BMJ, online publicatie 28 juli