Reanimeren moet je jong leren
7 reactiesIn Nederland laten we kansen liggen als het gaat om levens redden buiten het ziekenhuis, zegt anesthesioloog Veronika Evers. Met reanimatielessen in het basisonderwijs zouden elk jaar bijna vierhonderd mensen minder overlijden.
De Hartstichting bracht in 2016 een speciale editie uit in de serie Hart- en vaatziekten in Nederland met als thema: reanimatie in Nederland. Hierin presenteerde ze de resultaten van de overleving na een hartstilstand buiten het ziekenhuis (out-of-hospital cardiac arrest; OHCA). Verzamelde resultaten van zes verschillende Nederlandse regio’s laten zien dat we op de goede weg zijn. Begin jaren negentig verliet 9 procent van de patiënten na een OHCA levend het ziekenhuis; in 2014 was dit gestegen naar 23 procent.1 Echter, wat in Nederland twintig jaar tijd kostte, was in Denemarken in vijf jaar gerealiseerd.
Denemarken voerde in 2005 EHBO-cursussen (Kids Save Lives) in op de basisscholen. Daarnaast moest iedereen zijn bekwaamheid in reanimeren tonen tijdens zijn rijexamen. Via brochures en internet werd reclame gemaakt voor reanimatiecursussen. Ten slotte kwam er op 15 duizend publieke plaatsen een automatische externe defibrillator (AED) te staan.
Deze maatregelen en de publiciteit waren effectief: tegen 2010 was het percentage vóór aankomst van de ambulance door omstanders gereanimeerde patiënten meer dan verdubbeld: van 21 procent in 2001 naar 45 procent in 2010. Tegelijkertijd steeg de eenjaarsoverleving na een OHCA van 3 procent in 2001 naar 10 procent. Dit scheelt elk jaar 2,3 doden per honderdduizend inwoners.2 Met andere woorden: in Nederland zouden met zo’n succes elk jaar 394 minder mensen aan een OHCA overlijden.3
Vrijblijvend
Een nationaal verplichte reanimatietraining voor schoolgaande kinderen blijkt de grootste impact te hebben op de toename van het aantal reanimaties door omstanders.2 4-8 Daarom zijn ook andere Europese landen maatregelen gaan nemen om reanimaties buiten het ziekenhuis door leken te stimuleren. Sinds 2017 is in Duitsland een reanimatietraining in de syllabus van middelbare scholen opgenomen.9
In Nederland is eind 2010 met reanimatieonderwijs op school gestart. Dit is een project van onderzoekers en medewerkers van de universiteiten van Maastricht, Utrecht, de Open Universiteit, de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) en de Hartstichting. Ondanks de ambities van deze instellingen blijft het aanbod aan trainingen voor schoolgaande kinderen vrijblijvend en afhankelijk van de regio. Elk initiatief is inmiddels opzichzelfstaand en daarmee een eilandproject. In Amsterdam bijvoorbeeld is dit initiatief niet van de grond gekomen. En dat is jammer aangezien de Hartstichting heeft berekend dat de kosten voor een training per scholier 5 euro zijn.10 De kinderen kunnen hun reanimatiekennis en de vaardigheden verder verspreiden door hun ouders en vrienden op te leiden.
Het voordeel van verplichte training voor schoolgaande kinderen is dat je daarmee alle socioculturele groepen in de samenleving bereikt. Bovendien blijken kinderen op jonge leeftijd ook minder bang te zijn om fouten te maken bij reanimatietraining; in de praktijk is dat de sterkst remmende factor bij omstanders. Met twee uur reanimatieonderwijs per jaar valt al veel winst te behalen.
Registratiesysteem
Om meer inzicht te krijgen in kwaliteit en kwantiteit van reanimeren, zal er om te beginnen een overkoepelend registratiesysteem moeten komen. Reanimatie en de gevolgen daarvan zijn een multidisciplinair onderwerp (paramedisch personeel, verplegenden, anesthesiologen, cardiologen, spoedartsen, neurologen, intensivisten). Er ontbreekt een landelijk kader over reanimaties buiten het ziekenhuis. Trainingen, onderzoeken en trials zijn stukwerk en vergen een systematische aanpak. Daarom is er behoefte aan een overkoepelend en structurerend orgaan.
Zo bestaat er in Duitsland al sinds 2003 een landelijk reanimatieregister. In Nederland beschikt noch de Hartstichting noch de Nederlandse Reanimatieraad over een landelijk gestandaardiseerde registratie en verslaglegging van reanimaties. Deze instanties lijken bij uitstek geschikt om dit op te pakken.
Geen eilanden
Behalve een nationaal registratiesysteem en een nationale databank voor de verzameling, analyse en evaluatie van reanimaties buiten het ziekenhuis, zou het goed zijn als er een complete verzameling en evaluatie van alle interne klinische reanimatiemaatregelen komt. Evenals registratie van het klinische beloop na een reanimatie. Zo krijgen we beter inzicht in de resultaten van reanimaties en kunnen we onze zorg continu verbeteren.
We zijn geen eilanden en gezondheid moet ook door politiek bevorderd worden. De vraag hoort namelijk niet te zijn: What’s in it for me? Maar: What’s in it for us?
auteur
dr. Veronika Evers
anesthesioloog, AMC
contact
v.m.evers@amc.uva.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteur.
voetnoten
1. Zijlstra JA, Radstok A, Pijls R, Nas J, Beesems SG, Hulleman M, Lichtveld RA, Hoekstra ACI, Brouwer MA, Gorgels AP, van der Heijden JJ, Koster RW, Blom MT. Overleving na een reanimatie buiten het ziekenhuis: vergelijking van de resultaten van 6 verschillende Nederlandse regio’s in: Deckers J, Liem A, Smulders Y, Visser M, Schellevis F, Visseren F, van Dis I, editors. Reanimatie in Nederland, 2016. Den Haag: G3M Grafisch & MultiMedia Management; 2016, p. 9-24
2. Wissenberg M, Lippert FK, Folke F, et al. Association of national initiatives to improve cardiac arrest management with rates of bystander intervention and patient survival after out-of-hospital cardiac arrest. JAMA 2013; 310: 1377-84.
3. https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/bevolkingsteller
4. Perkins GD, Handley AJ, Koster RW, et al. Adult basic life support and automated external defibrillation section Collaborators. European Resuscitation Council Guidelines for Resuscitation 2015: Section 2. Adult basic life support and automated external defibrillation. Resuscitation 2015; 95: 81-99.
5. Bohn A, Lukas RP, Breckwold TJ, Böttiger BW, Van Aken H. ‘Kids save lives’: why schoolchildren should train in cardiopulmonary resuscitation. Curr Opin Crit Care 2015; 21: 220-5.
6. Böttiger BW, Van Aken H. Training children in cardiopulmonary resuscitation worldwide. Lancet 2015; 385: 2353.
7. Böttiger BW, Van Aken H. Kids save lives – Training school children in cardiopulmonary resuscitation worldwide is now endorsed by the World Health Organization (WHO). Resuscitation 2015; 94: A5-7.
8. Greif R, Lockey AS, Conaghan P, Lippert A, De Vries W, Monsieurs KG, Education and implementation of resuscitation section Collaborators. European Resuscitation Council Guidelines for Resuscitation 2015: Section 10. Education and implementation of resuscitation. Resuscitation 2015; 95: 288-301.
9. Beschluss 395. Schulausschluss der Kultusministerkonferenz
10. https://www.hartstichting.nl/downloads/reanimatieonderwijs-op-school
download dit artikel
Jelle Tazelaar
Student en bestuurder, Utrecht
Hier dan de bronvermelding bij onderstaande betogen:
Moulaert V, Heugten C van, Gorgels T, Verbunt J. Lange termijn functioneren en kwaliteit van leven na een reanimatie. In: Bots ML, Dis I van, Koopman C, Vaartjes I, Visseren FLJ. Hart- en vaatz...iekten in Nederland 2014, cijfers over kwaliteit van leven, ziekte en sterfte. Den Haag: Hartstichting, 2014.
Beesems SG, Blom MT, van der Pas MH et al. Comorbidity and favorable neurologic outcome after out-of-hospital cardiac arrest in patients of 70 years and older. Resuscitation. 2015 Sep;94:33-9.
Pijls RW, Nelemans PJ, Rahel BM, Gorgels AP. A text message alert system for trained volunteers improves out-of-hospital cardiac arrest survival. Resuscitation. 2016 Jun 18;105:182-187.
Plant N, Taylor K. How best to teach CPR to schoolchildren: a systematic review.
Resuscitation. 2013;84:415–421.
Abelairas-Gómez C, Rodríguez-Núñez A, Casillas-Cabana M, et al. Schoolchildren as life savers: at what age do they become strong enough? Resuscitation 2014;85:814–9.
Stroobants J., Monsieur K.G., Devriendt B. Schoolchildren as BLS instructors for relatives and friends: impact on attitude towards bystander CPR. Resuscitation. 2014;85(12):1769–1774.
Alem AP van, Dijkgraaf MG, Tijssen JG et al. Health system costs of out-of- hospital cardiac arrest in relation to time to shock. Circulation 2004;110:1967–73.
Nichol G, Huszti E, Birnbaum A, et al.: PAD Investigators. Costeffectiveness of lay responder defibrillation for out-of- hospital cardiac arrest. Ann Emerg Med 2009, 54(2):226-35. e1-2.
Groeneveld PW, Owens DK. Cost-effectiveness of training unselected laypersons in cardiopulmonary resuscitation and defibrillation. Am J Med 2005;118: 58–67.
Swor R, Compton S. Estimating cost-effectiveness of mass cardiopulmonary resuscitation training strategies to improve survival from cardiac arrest in private locations. Prehosp Emerg Care. 2004; 8(4):420–423.
http://taskforceqrs.nl
Jelle Tazelaar
Student en bestuurder, Utrecht
Vooruit, toch een case-report ter illustratie en om de emoties aan te spreken: woensdag jl. was ik bij een OHCA in een supermarkt waarbij vrijwel direct 112 is gebeld en door een omstander is gestart met borstcompressies. Niet lang nadat de LUCAS wer...d geplaatst, werd deze alweer gestopt, omdat de patiënt een eigen output had. Zijn echtgenote zat er overigens relatief rustig bij. Dat had wellicht te maken met haar mededeling dat ze al meerdere malen was gereanimeerd en dat haar leven had gered...
Door scholieren te leren reanimeren, maken we de de "omstanders" van de toekomst. Ook heeft onderwijs aan kinderen mogelijk een aanstekelijk effect op de ouders. Dit effect is zelfs beschreven met de kinderen als reanimatie-instructeur voor hun familie.
Er is overigens wel iets bekend over kosten-effectiviteit. Bekend is in ieder geval dat reanimatie door omstanders de zorgkosten in het ziekenhuis verlagen, met name vanwege een korter verblijf op de intensive care (IC). Ook de kosten-effectiviteit van grootschalig onderwijs is onderzocht. Verschillende studies laten kosten zien vanaf $ 46.700 tot $ 785.040 per QALY. Deze onderzoeken werken echter met hoge cursuskosten. Het verlagen van de opleidingskosten tot onder de $10 werd als een mogelijkheid genoemd om het onderwijs kosten-effectief te maken. Dat is studenten geneeskunde binnen enkele jaren gelukt...
Jelle Tazelaar
Student en bestuurder, Utrecht
Mooie boodschap van het artikel!
Ik begrijp wat Fenna zegt en ik ben ook wel benieuwd naar de kosteneffectiviteit van deze interventies. Aan het onderhoud van vele AED's zit zeker een aantal haken en ogen. Ik zie persoonlijk veel in een AED per dr...one, maar dat is toekomstmuziek. Wat niet in de kostenanalyse naar voren zal komen zijn de positieve neveneffecten van reanimatie-onderwijs, namelijk het leren van een praktische vaardigheid en het reflecteren op behulpzaamheid, gezondheid en sterven.
De NR-discussie is een lastige, maar kort samengevat kun je wel zeggen dat het niet erg is dat die keuze niet prehospitaal door een leek wordt gemaakt. De afweging komt later. Natuurlijk zijn er dan al wel enkele handelingen uitgevoerd, maar ook daarvan kun je je afvragen hoe bezwaarlijk dat is. Nogmaals: de discussie is een lastige.
Om te reageren op Judit: er is wel het één en ander bekend over de kwaliteit van leven en daarnaast het effect op overleving van burgerhulpverleners. De cijfers die in dit artikel genoemd worden getuigen mogelijk van een slechtere prognose dan we hier in Nederland al hebben bereikt en ook hier is nog verbetering mogelijk. Ik probeer me altijd te weerhouden van het noemen van de ontroerende case-reports van scholieren een ouder succesvol hebben gereanimeerd, omdat ze statistisch net zo waardeloos zijn als de gevallen waar mensen er slecht uitkomen. Globaal kun je vooral zeggen dat de belangrijkste determinant van een goede uitkomst bij OHCA de aanvang van borstcompressies en tijdstip tot aansluiten van AED zijn.
Jos, ik wil toch graag de vaardigheden van scholieren hierin verdedigen. Hier is ook literatuur over en we (Taskforce QRS) zien in de praktijk dat ze (middelbare scholieren) het ook echt kunnen en durven. Niets is erger dan machteloos toekijken... Zoals collega Wilschut-Verhoef zelf al zegt (m.b.t. basisschoolleerlingen): er is al winst als er 112 wordt gebeld. Daar gaat dan ook een belangrijk deel van een cursus over.
A.Wilschut-Verhoef
algemeen arts specialisatie homeopathie, Barendrecht
Ik was al van plan een niet reanimeer penning om te doen, maar ik ga vandaag meteen actie ondernemen. Waar ik me ook bezorgd over maak, zijn de kinderen voor wie dit op hun jonge leeftijd te belastend is en daar mee worden opgescheept, met onnodig le...ed. Dat kinderen 112 bellen is al fantastisch!
jos rensing
huisarts, den haag
never ending story...
Op 27-02-2014 reageerde ik met onderstaand tekstje op een pleidooi om heel Nederland vol te hangen met AED's.
Er lijkt weinig veranderd.
------"Wat betreft de overlevingskansen en neurologische schade: dit onderzoek heeft ...zich beperkt tot degenen die slechts één AED-schok hebben gekregen. Ik denk dat de prognose voor deze groep goed is. Anders ligt het bij mensen die ook nog met compressie/beademing behandeld moesten worden moesten worden: Zie een artikeltje in het NTvG dd 14/12/13 over een groot onderzoek tussen januari 2008 en maart 2013 over 2589 patiënten in Zweden, Engeland en Nederland. De uitkomst daarvan was dat ongeveer een kwart na 4 uur nog leefde, ongeveer een derde daarvan na een half jaar nog leefde, waarvan iets meer dan de helft zonder ernstige neurologische schade. De uitkomst van reanimatie al dan niet met AED blijft dus onveranderd somber: 4% (1/4 x 1/3 x 1/2= 1/24) leeft na een half jaar nog zonder ernstige neurologische schade.
Mechanische (middels de "Lucas") of handmatige hartmassage maakt voor die einduitkomst niet uit.------"
Ik kan mij niet voorstellen dat manuele thoraxcompressies, uitgevoerd door een leerling basisonderwijs, gaat leiden tot een minder sombere uitkomst van alle goede bedoelingen.
Judit de Vaal
Specialist Ouderengeneeskunde, Utrecht
Vandaag patiënt getrieerd voor opname in onze geriatrische revalidatie instelling. Status na out-of-hospital-cardiac-arrest. 46 jaar oud. Sonde heeft patiënt eruit getrokken. Het slikken lukt inmiddels veilig. We hopen winst te halen in mobiliteit; l...open zou mooi zijn, misschien is zelfstandig rollen het hoogst haalbare. Hopelijk toename in initiatiefname en mogelijkheden tot communicatie. Dit is een ‘succesvolle’ reanimatie volgens de cijfers van collega Evers. In praktijk, ook na winst door revalidatie, komen deze patiënten voor de rest van hun leven op een longstay-plek in het verpleeghuis terecht, wegens een noodzaak tot 24 uur per dag begeleiding en zware lichamelijke zorg. Ook na snel handelen door de omgeving komen er mensen terecht in het verpleeghuis, onherkenbaar ten opzichte van hun oude –ik-. Het succes van reanimatie wordt doorgaans uitgedrukt in overleving. Voor patiënt en maatschappij is het een eerlijker weergave van de werkelijkheid als het succes wordt uitgedrukt in het percentage van de overlevers dat zonder noemenswaardige hulp van mantelzorger, thuiszorg of instellingen het oude leven weer kan oppakken. Door de reanimatiepraktijk op die manier weer te geven wordt er ook weer ruimte gegeven aan de mensen, jong en oud, die om heel legitieme redenen niet gereanimeerd willen worden.
Fenna Hofman
Huisarts, Amstelveen
Het enthousiast oproepen tot het verplicht invoeren van reanimeren in het onderwijs roept een groot aantal vragen bij mij op. Ik zou weleens een gedegen kosten baten analyse willen zien. De kosten van elk jaar 2 uur scholing, de kosten van duizenden... defibrillators die maandelijks moeten worden gecheckt en waar elke zoveel tijd de batterijen en plakkers van moeten worden vervangen. Niet afgezet tegen de in het artikel genoemde 394 minder overlijdens , maar tegen het aantal gewonnen levensjaren! In het artikel staat dat de eenjaarsoverleving stijgt van 3 naar 10%. Dus 90% van de succesvol gereanimeerden sterft nog binnen een jaar? En dan graag ook nog een goed onderzoek naar de kwaliteit van die gewonnen levensjaren. Hoeveel van de gereanimeerden hadden er helemaal niet gereanimeerd willen worden? Voor veel ouderen is een acute hartstilstand een zachte dood die veel ellende kan besparen. Laten we proberen te leren leven met het feit dat we sterfelijk zijn.