Laatste nieuws
Ewout Hoorn
3 minuten leestijd
Welbeschouwd

Nog te bespreken

1 reactie

Toen ik tijdens mijn opleiding op de intensive care werkte, was ik ook verantwoordelijk voor de reanimaties. Tijdens het reanimatiealarm klonk een blikken stem door de diensttelefoon die meldde waar in het ziekenhuis de reanimatie plaatsvond. Dit vereiste topografische kennis van het ziekenhuis. Zo meldde de blikken stem eens ‘reanimatie in gymzaal’. Tot die tijd was ik mij niet bewust van het bestaan van een gymzaal in het ziekenhuis. En dat bleek voor meer medewerkers te gelden die ik al rennend vroeg waar zich in godsnaam de gymzaal bevond.

Nadat de zes gouden minuten al lang verstreken waren, arriveerde ik in de gymzaal. Daar keek een rij rolstoelouderen mij glazig aan, terwijl één oudere naast zijn rolstoel lag. De begeleidster, die nog maar net van de deelnemers te onderscheiden was, hield een roze bal vast, die ongetwijfeld eerder gefigureerd had in één van de oefeningen. Terwijl de adrenaline werd opgetrokken en de peddels geladen, begon het slachtoffer gelukkig al weer te gorgelen en kon hij even later weer in zijn rolstoel worden gehezen.

Toen ik hem had nagekeken en uitlegde wat er was gebeurd, zei hij monter: ‘ja, maar ik wil helemaal niet gereanimeerd worden!’ Wel of niet reanimeren blijft één van de moeilijkste beslissingen in het ziekenhuis. Bij voorkeur wordt dit beleid door de patiënt bepaald. Maar er zijn ziektebeelden waarbij de prognose zo somber is, dat reanimeren medisch zinloos handelen is en je misschien zelfs wel de plicht hebt om de patiënt een tragisch intensive-care-traject te besparen.

Toch betekent NTBR nog te vaak nog te bespreken reanimatiebeleid in plaats van not to be reanimated.
Natuurlijk zijn er hoe langer hoe meer ziekenhuizen waar het invullen van het reanimatiebeleid een verplicht onderdeel is van elke opname. Maar ook dat is niet waterdicht. Zo heb ik meerdere malen meegemaakt dat een patiënt met een sombere prognose verward of niet aanspreekbaar op de eerste hulp verschijnt. Vervolgens blijkt dan nog nooit over een niet-reanimerenbeleid gesproken te zijn.

Geneeskunde is nog te vaak reageren in plaats van anticiperen. Uiteraard kun je in dat geval als arts kiezen voor een niet-reanimerenbeleid ‘op medische gronden’. Veel artsen koppelen dit echter niet terug aan de familie. Hoewel ik vind dat dit altijd zou moeten, levert ook die bespreking alsnog vaak moeilijke situaties op. Zie dit maar eens met de familie te bespreken op een eerste hulp zonder familiekamer waar de vijftien liter zuurstof naast je sist en monotone piepjes je op de lage bloeddruk en hoge hartslag attenderen. En de vraag is hoe goed familie dit soort informatie kan verwerken op het moment dat hun geliefde acuut ziek is. Andersom komt het ook voor dat de familie je heel goed begrijpt, maar het niet eens is met jouw niet-reanimerenbeleid. Ik heb al een aantal keer in nachtdiensten lange familiegesprekken moeten inlassen, omdat er nog veel onduidelijk bleek over de ernst van de ziekte. Het helpt dan uiteraard niet als jij de dienstdoende arts bent die de patiënt en de familie voor het eerst ziet.

Ik zou er dan ook voor pleiten dat een niet-reanimerenbeleid voor sommige ziektebeelden poliklinisch wordt besproken. Dit garandeert de rust van de spreekkamer, de vertrouwdheid van de vaste arts en een rationeler gesprek dan tijdens de hectiek van een spoedopname.
Uiteraard zijn zulke gesprekken ‘logischer’ bij uitgezaaide kanker dan bij eindstadium hartfalen, ook al hebben ze soms dezelfde prognose. Daarnaast blijken veel patiënten al een duidelijke voorkeur te hebben. Wat dat betreft kon ik me goed vinden in de rolstoeloudere. Als ik hoogbejaard en half dementerend in een muffig gymzaaltje een roze bal moest overgooien, zou ik ook geen peddels meer op mijn borstkas willen als mijn hart ermee ophield. 

Ewout Hoorn


Meer columns van Ewout Hoorn >>

ouderen reanimatie intensive care
  • Ewout Hoorn

    Ewout Hoorn is internist in opleiding in het Erasmus Medisch Centrum en doet daarnaast onderzoek naar de water- en zoutregulatie door de nier. Vrij associatief probeert hij opmerkelijke bevindingen uit een recent wetenschappelijk artikel naar de alledaagse klinische praktijk te vertalen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • H.J. Heijmans

    chirurg-oncoloog, HENGELO OV

    Uitstekend stukje over de roze bal, die over en weer wordt gegooid. Heel herkenbaar. Crux is, dat de hoofdbehandelaar nog niet getriggerd wordt om het onderwerp aan te snijden op de polikliniek. De bal rolt nu meestal de andere kant op weg van het do...el, tenzij de patient of familie zelf erover begint en aangeeft geen reanimatie op prijs te stellen. De specialist is geen lid van het reanimatieteam. Veelal is er op de polikliniek ook niet de tijd om het onderwerp uitgebreid te bespreken. Zorgpaden, EPD en de aanwezigheid van gespecialiseerde verpleegkundigen en nurse practitioners kunnen helpen het NR-beleid structureel standaard en tijdig te bespreken.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.