Minder cerebrale parese bij prematuren
Plaats een reactieHet aantal en de ernst van motorische handicaps bij te vroeg geboren kinderen nemen af. Dat concluderen Ingrid van Haastert c.s. van UMC Utrecht in Journal of Pediatrics van 3 maart.
Zij analyseerden gegevens van bijna 3.000 baby’s die tussen 1990 en 2005 werden geboren na een zwangerschap die korter duurde dan 34 weken. In die periode daalde het aantal kinderen dat cerebrale parese ontwikkelde van 6,5 procent naar 2,2 procent. Bovendien verminderde de ernst van de spasticiteit bij de kinderen die nog wel een cerebrale parese ontwikkelden. Met name de bilaterale spasticiteit nam af; unilaterale spasticiteit veranderde niet significant.
Vooral het aantal kinderen met ernstige wittestofbeschadigingen daalde sterk sinds het begin van de jaren negentig. Verder vonden de onderzoekers dat cerebrale parese minder vaak voorkomt als aanstaande moeders antibiotica gebruiken, als het kind ter wereld komt via een keizersnede of bij een langere zwangerschapsduur.
Van Haastert c.s. interpreteren de daling als een gevolg van de verbetering van de perinatale zorg over de afgelopen vijftien jaar. Volgens hoogleraar neonatale neurologie prof. dr. Linda de Vries van het UMC Utrecht doet Nederland het met ruim 2 procent goed ten opzichte van bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Daar ontwikkelt zo’n 7 tot 10 procent van de te vroeg geboren kinderen cerebrale parese.
Henk Maassen
Journal of Pediatrics, doi: 10.1016/j.jpeds.2010.12.053: Decreasing Incidence and Severity of Cerebral Palsy in Prematurely Born Children
Lees ook:
- Cafeïne voor prematuren
- Meer nieuws

- Er zijn nog geen reacties