Meer tijd voor veldnorm kindermishandeling
Plaats een reactieArtsen en andere zorgverleners krijgen langer de tijd om te bepalen bij welke vormen van kindermishandeling en huiselijk geweld melding bij advies- en meldpunt Veilig Thuis gewenst is. Het zogeheten afwegingskader dat hiervoor moet worden opgesteld, hoeft pas in 2019 klaar te zijn.
Demissionair VWS-staatssecretaris Martin van Rijn besloot vorig jaar dat hij de wetgeving rond de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling wilde aanscherpen, om dit geweld beter te kunnen aanpakken. Zo’n meldcode legt de vijf stappen vast die een zorgverlener moet nemen tussen het moment dat hij het geweld signaleert of vermoedt, en het moment dat hij moet besluiten over de te bieden hulp.
In de voorbereiding op deze aanscherping uitte de KNMG de vrees dat er een absolute meldplicht voor artsen zou komen, die hen dwingt te allen tijde (vermoedens) van dergelijk geweld te melden bij Veilig Thuis. Zo’n meldplicht zou ten eerste de vertrouwensband schaden, maar het ook voor artsen niet meer mogelijk maken om gezinnen zelf bij te staan.
Zo heet werd de soep uiteindelijk niet gegeten. In het besluit rond de meldcode, dat nu in de Staatscourant is gepubliceerd, is uiteindelijk vastgelegd dat beroepsgroepen als artsen een eigen afwegingskader – de veldnorm – moeten opstellen dat een verplicht onderdeel wordt van de meldcode. In dat kader beschrijven ze wanneer er sprake is van (vermoedens van) ernstige kindermishandeling of huiselijk geweld, zodat ze een handvat hebben bij het beoordelen.
Oorspronkelijk moest die veldnorm al in 2018 klaar zijn, maar omdat onder meer zorgverleners en leraren aangaven dat het tijd kost om zo’n norm te ontwikkelen en in te voeren, heeft Van Rijn besloten deze een jaar later te verlangen. Betrokken beroepsgroepen krijgen van het rijk ondersteuning hierbij.
Stap vijf van de meldcode is nu in het nieuwe besluit aangepast. Voorheen hield die stap de keuze in tussen zelf hulp organiseren óf melden bij Veilig Thuis. In het nieuwe meldcodebesluit is melden bij Veilig Thuis de aangewezen weg als uit de eerdere stappen, mede met het hulp van de veldnorm, sprake lijkt van ernstige mishandeling of huiselijk geweld. Naast die melding mag een professional dan ook nog zelf hulp organiseren.
‘Het heeft meer nuance en duidelijkheid gekregen’, reageert KNMG-woordvoerder Daphne de Cloe op het eindresultaat. ‘De intentie was vanaf het begin dat er gemeld moest worden in geval van ernstige situaties.’ De KNMG is ook te spreken over de langere voorbereidingstijd. De Cloe: ‘Een dergelijk afwegingskader opstellen binnen een beroepsgroep duurt al snel een jaar. Het is goed dat we de tijd krijgen dit gedegen te doen.’
Een artsencoalitie tegen kindermishandeling en huiselijk geweld, waar acht artsenorganisaties deel van uitmaken (onder andere de KNMG, FMS en LHV), vormt binnenkort een werkgroep die een veldnorm zal opstellen voor artsen. De KNMG benadrukt dat het van belang is dat vertrouwensartsen van Veilig Thuis 24/7 bereikbaar zijn voor professionals die overleg willen, om eerder te kunnen handelen bij vermoedens van mishandeling.
lees ook- Er zijn nog geen reacties