‘Meer onderzoek nodig naar bewegingsprogramma’s’

Er moet meer onderzoek worden gedaan naar effectieve programma’s om bewegen te stimuleren en te veel zitten tegen te gaan. Ook moet de minister hier meer op in gaan zetten, stelt de Gezondheidsraad in een advies aan de minister van VWS.

Volwassenen moeten wekelijks minimaal tweeënhalf uur matig intensief bewegen en kinderen dagelijks minstens een uur. Relatief veel gezondheidswinst is te behalen als lichamelijk inactieve mensen wél lichamelijk actief worden. Eigen onderzoek van de Gezondheidsraad naar de gezondheidswinst die met meer beweging is te behalen, sluit aan bij wat er al bekend was over de gunstige effecten van regelmatige lichaamsbeweging. Oefeningen gericht op meer uithoudingsvermogen en meer spierkracht verlagen bij zowel kinderen, volwassenen en ouderen allerlei gezondheidsrisico’s.

Volgens de Gezondheidsraad worden de beweegrichtlijnen door ongeveer 45 procent van de kinderen en volwassenen gehaald. Mensen moeten daarom het bewegen meer gaan integreren in hun dagelijks leven; bijvoorbeeld door lopend of op de fiets naar school of werk te gaan. De Gezondheidsraad denkt dat bewegingsprogramma’s stimulerend zijn. Maar omdat slechts van enkele is aangetoond dat ze daadwerkelijk effectief zijn, moet er meer onderzoek naar worden gedaan. Dit geldt ook voor programma’s gericht op minder zitten. De Gezondheidsraad vindt dat meer bewegen niet alleen een zaak is voor de mensen zelf, maar ook voor de overheid. De minister moet samen met onder meer lokale overheden, werkgevers, scholen en gezondheidsprofessionals inzetten op interventies om meer te bewegen.

Beweegrichtlijnen 2017