LAD-voorzitter: Samenwerkend voorzitterschap

Samen open staan voor verandering, voor kansen en het goede behouden. Zo wil ik het LAD-voorzitterschap vormgeven. Soms zijn dingen niet te voorzien, maar ook als verandering zich onverwacht aandient, kan het een kans zijn. Zo ben ik sinds een week, vrij onverwacht, voorzitter. En ik beschouw dat als een kans. Een kans om mee te werken aan de gezondheidszorg, aan de LAD, aan de KNMG en de belangen van alle artsen in dienstverband.

Daarvoor bedank ik onze ledenvergadering, en ons centraal bestuur dat mij unaniem als voorzitter voordroeg. Met grote dank ook aan Evert Bais, statutair aftredend en acht jaar lang een stabiel en betrokken voorzitter. Als vijftiende voorzitter sinds de oprichting in 1948 wil ook ik staan voor die bestuurlijke soliditeit en heldere verhoudingen.

Na mijn opleiding tot kinderarts was het dienstverband vrijwel onontkoombaar. Maar ik zag en zie de grote voordelen. Het was in het decennium dat Robert Holl als NVK-voorzitter samen met de LAD de Regeling Honoreringsstructuur Kinderartsen ontwikkelde. Die werd later opgevolgd door de AMS-regeling voor alle medisch specialisten in dienstverband in de algemene ziekenhuizen. Deze regeling heeft veel duidelijkheid gegeven. Er zitten verbeterpunten in, waarover de LAD steeds graag uw vragen beantwoordt, en die in de onderhandelingen worden meegenomen.

Samenwerking moet steeds het uitgangspunt van ons handelen zijn; positief stimulerend samenwerken aan betere gezondheidszorg. Binnen de LAD, binnen de federatie KNMG, met de collega-beroepsverenigingen, met de categoriale organisaties die een speciale band met ons hebben, met koepels en werkgeversorganisaties, kortom: met iedereen die kan helpen bij onze ambities binnen de veranderende gezondheidszorg. Een zorgsector waarin beroepsbeoefenaren steeds meer in aanraking komen met marktwerking. Dat gaat niet langs de arts in dienstverband heen, het raakt ons evenzeer. Ook wij hebben een voortrekkersrol als het gaat om het bewaken van de verhouding tussen kwaliteit van zorg en marktwerking.

Welke kansen zijn er nog meer in deze dynamische ontwikkelingen? Voor antwoorden daarop wil ik zorgvuldig te rade gaan; bij ons bestuur, collega-bestuurders, bureauprofessionals zoals onze directeur, samenwerkingspartners en zij die dat zouden kunnen worden. Geïnspireerd word ik ook door collega Nieuwenhuijzen Kruseman, de nieuwe KNMG-voorzitter. Zijn visie, waarvan hij in de eerste Medisch Contact van dit jaar getuigt, beantwoord ik graag instemmend.

Als de LAD, als brede artsenwerknemersorganisatie, vooraanstaande beroepsvereniging en  krachtige federatiepartner de bereidheid tot teamwork en overleg blijft uitstralen en de vreugde (en misschien ook af en toe de teleurstelling) over resultaten blijft delen, dan zal ik mijn voorzitterschap in belangrijke mate als geslaagd beschouwen. Maar is er kans op meer?

Daarvoor moet ik eerst aan het werk, aan het samenwerken. Met één voorspelbare kans op verandering, als alles goed gaat. Want hoe zeer zal ik straks, aan de finish van het voorzitterschap, nog lijken op de foto bij deze eerste column?

Gert van Enk, voorzitter LAD