Laatste nieuws
innovatie

Hyperbare geneeskunde: een blijvende zoektocht naar erkenning

Na zestig jaar is hyperbare geneeskunde nog steeds ‘een therapie op zoek naar ziekten’

Plaats een reactie
Marieke de Lorijn. Het interieur van de hyperbare kamer die nu in gebruik is in het AMC.
Marieke de Lorijn. Het interieur van de hyperbare kamer die nu in gebruik is in het AMC.

Hoewel hyperbare geneeskunde al zestig jaar wordt toegepast in Nederland, geldt nog steeds ‘onbekend maakt onbemind’. Dat deze behandeling niet makkelijk met randomized controlled ­trials is te onderbouwen, is daar mede debet aan.

Ruim zestig jaar geleden liet hoogleraar chirurgie Ite ­Boerema in Amsterdam een drukvat bouwen om de effecten te onderzoeken van oxygen drenching, zoals hij dat noemde. Hiermee werd hij internationaal erkend als de grondlegger van de hyperbare zuurstoftherapie.

In de decennia die volgden is hyperbare zuurstof voor zo ongeveer elk denkbaar ziektebeeld toegepast en daarom weleens ­spottend ‘een therapie op zoek naar ziekten’ genoemd. Vaak lag aan deze exercities een weldoordachte fysiologische overweging ten grondslag en werd een mogelijk toepassingsgebied weer ­verlaten als de therapeutische verwachtingen niet bleken uit te komen. Soms ook was de motivatie meer financieel gedreven en ontwikkelden zich toepassingen zonder wetenschappelijke of fysiologische onderbouwing.

Gelukkig komt er meer ruimte voor consensusbased medicine

Onbemind

Op deze manier is langzaamaan een bijzondere situatie ontstaan binnen het vakgebied. Aan de ene kant wordt heden ten dage op grote schaal wetenschappelijk onderbouwde hyperbare zuurstoftherapie toegepast. In Nederland wordt dagelijks in een tiental hyperbare kamers op grond van strikte indicatiestelling zeer waardevolle en veilige zorg geleverd, bijvoorbeeld bij de behandeling van diabetische ulcera en late schade na radiotherapie (zie kader). Tegelijkertijd heeft de hyperbare geneeskunde zich nooit volledig aan het imago van een freak-behandeling kunnen ontworstelen. De betreurenswaardige toepassing van hyperbare zuurstof voor exotische niet-erkende indicaties (die overigens in Nederland gelukkig niet plaatsvindt) is slechts één verklaring voor dit gegeven. Andere oorzaken zijn de beperkte beschikbaarheid van hyperbare kamers en de vrijwel afwezige scholing in dit vak in de geneeskundeopleiding – onbekend maakt onbemind. De rol van evidencebased medicine en de heilige randomized ­controlled trial mogen ook niet onbenoemd blijven. Als het gerandomiseerd en geblindeerd toetsen van hypothesen als de enige vorm van echte wetenschap wordt bestempeld, dreigt elke therapie die zich niet goed leent voor dergelijk onderzoek in een verdomhoek terecht te komen. Zo kan het gebeuren dat hyper­bare zuurstof bij iatrogene cerebrale gasembolieën nogal eens met argusogen wordt bekeken, terwijl dezelfde behandeling bij duikers met gasembolieën algemeen geaccepteerd is en onderzoek met een controlegroep zonder hyperbare zuurstof daarom als onethisch wordt beschouwd.1 Als laatste dient nog opgemerkt te worden dat het gebruik van normobare zuurstof – dus onder normale druk – recentelijk steeds meer in een kritisch daglicht is komen te staan.2 Uiteraard is hiermee op zichzelf niets mis, immers zuurstof dient net als elk medicijn alleen op indicatie te worden gegeven, maar meer terughoudendheid bij gebruik van normobare zuurstof kan ook een afwijzender houding tegenover hyperbare zuurstof met zich meebrengen.

Hyperbare zuurstof­therapie

Hyperbare zuurstoftherapie is gedefi­nieerd als het ademen van 100 procent zuurstof terwijl de patiënt zich onder overdruk bevindt (gedefinieerd als 1,4 maal de normale omgevingsdruk). De meest gebruikte behandelschema’s in Nederland gaan uit van een behandeldruk tussen 2,4 en 2,8 bar. De duur van één sessie hyperbare zuurstof is doorgaans twee uur maar kan bij sommige indicaties langer zijn. Het aantal sessies varieert per indicatie. Voor acute indicaties zoals gasembolieën of koolmonoxide-intoxicatie wordt doorgaans één of enkele behandelingen gegeven. Andere indicaties zoals diabetische ulcera en late ­radiatieschade vereisen veel meer behandelingen, doorgaans 20 tot 40. Alle behandelingen worden door zorgverzekeraars vergoed.

Hoogstaand onderzoek

Dit alles schept bijzondere verplichtingen voor degenen die werkzaam zijn in de hyperbare geneeskunde. Dat hyperbare zuurstof een therapie is op zoek naar ziekten, moet niet spottend maar juist als prijzenswaardig worden opgevat. Boerema zelf schreef in 1965 al dat gedegen onderzoek de enige manier was om het vakgebied als volwaardig te erkennen. Hoogwaardig preklinisch en patiëntgebonden onderzoek blijft ook heden ten dage de ­sleutel tot verdere ontwikkeling van het vakgebied. Dit vereist echter ook de realiteitszin, bij beroepsgenoten en beleidsmakers, dat de hoogste graad van wetenschappelijk bewijs niet altijd ­haalbaar is. Gelukkig lijkt dit realisme langzaamaan steeds breder geaccepteerd te worden en komt er meer ruimte voor ­consensusbased medicine. Op dit moment zijn op grond van bewijs en consensus in Nederland dertien ziektebeelden vastgesteld waarbij hyperbare zuurstof effectief is (zie tabel).3 Naast ­goede zorg voor patiënten met deze ­ziektebeelden en hoogstaand onderzoek naar bestaande en nieuwe indicaties is het de taak van hyperbaarartsen om de bekendheid van het vakgebied in den ­lande te vergroten.

De hyperbare kamer die Boerema liet ­bouwen, is ruim zestig jaar later nog altijd dagelijks in gebruik. In die periode heeft hyperbare zuurstof een plek ver­worven in de geneeskunde, maar valt er nog altijd veel te winnen. Een open maar kritische houding kan deze behandeling beschikbaar maken en beschikbaar houden voor de patiënten die er recht op hebben. 

Erkende indicaties voor hyperbare zuurstoftherapie in Nederland
aantal patiënten per jaar in Nederland
decompressieziekte 15-30
gasembolieën 5-15
koolmonoxide-intoxicatie 5-15
necrotiserende wekedeleninfectie 5-15
crush-letsel
acute traumatische ischemie met gecompromitteerde ­circulatie 15-30
compartimentsyndroom
replantatie-extremiteiten <5
huid- en myocutane plastieken met gecompromitteerde ­circulatie 0-10
diabetische ulcera honderden
(osteo)radionecrose honderden
radiatiecystitis, -proctitis en -enteritis honderden
chronische therapierefractaire osteomyelitis 5-15

auteurs

dr. Robert Weenink, anesthesioloog, Amsterdam UMC, locatie AMC

dr. Milan Ridderikhof, SEH-arts KNMG, Amsterdam UMC, locatie AMC

drs. Peter Leenhouts, traumachirurg, Amsterdam UMC, locatie AMC

prof. dr. Rob van Hulst, hoogleraar hyperbare en ­duikgeneeskunde, Amsterdam UMC, locatie AMC

contact

r.p.weenink@amsterdamumc.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Voetnoten

1. Moon RE. Bubbles in the brain: what to do for arterial gas embolism? Crit Care Med. 2005; 33(4): 909-10. doi:10.1097/01.ccm.0000159726.47336.f8

2. Munshi L, Ferguson ND. Evolving Issues in Oxygen Therapy in Acute Care Medicine. JAMA. 2020; 323(7): 607-8. doi:10.1001/jama.2019.22029

3. Zorginstituut Nederland. Standpunt hyperbare zuurstoftherapie (HBOT). Published 2019.

4. De genoemde aantallen zijn een schatting, gebaseerd op extrapolatie van de gegevens van enkele hyperbare centra.

Lees ook

innovatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.