Handchirurgie is een vak apart
1 reactieKWALITEIT
Doorgaan op de huidige weg leidt tot suboptimale patiëntenzorg
De ontwikkelingen in de handchirurgie hebben een hoge vlucht genomen. Daarom is het eigenlijk niet meer verantwoord om dit specifieke vakgebied er zomaar ‘bij’ te doen. Erkenning als specialisme zou de kwaliteit van diagnostiek en behandeling ten goede komen.
In Nederland wordt handchirurgie bedreven door verschillende disciplines: plastische chirurgie (62%), orthopedie (16%) en algemene chirurgie (22%). Plastisch chirurgen nemen van oudsher het grootste deel voor hun rekening.1 2 Voor de toekomstige plastisch chirurg is hand-chirurgie echter niet goed te combineren met esthetische of reconstructieve chirurgie. Hetzelfde geldt voor orthopedisch chirurgen en traumachirurgen die zich naast handchirurgie willen blijven richten op andere delen van hun vakgebied.
Inhoudelijk heeft de handchirurgie een zodanige ontwikkeling doorgemaakt dat het bieden van gespecialiseerde zorg op acceptabel niveau meer kennis en kunde vergt dan enkele jaren geleden. Dit maakt het beoefenen van adequate handchirurgie naast andere subspecialisaties of aandachtsgebieden nauwelijks mogelijk. Een aanvullende opleiding zou in alle disciplines de kwaliteit van de zorg verbeteren.3-5
Duurste groep
Per jaar worden in Nederland 250.000 hand- en polsletsels behandeld. Kosten van behandeling en directe kosten door verlies aan arbeidsproductiviteit leiden tot een totale schade van 540 miljoen euro per jaar voor de Nederlandse maatschappij. Directe kosten voor zorg zijn 240 miljoen euro, het verlies aan arbeidsvermogen 300 miljoen euro.6 Hiermee is de groep van hand- en polsletsels de ‘duurste’ groep vergeleken met neurotrauma of heupfracturen.
Het loont dus om de diagnostiek en behandeling van pols- en handafwijkingen te optimaliseren. De meeste patiënten met hand- of polsletsels worden opgevangen op een afdeling Spoedeisende Hulp en vertegenwoordigen hiermee 20 procent van alle SEH-patiënten. Hier worden zij onderzocht door een relatief onervaren arts-assistent chirurgie of orthopedie of een SEH-arts die de diagnose en behandeling zo nodig bespreekt met een supervisor. Voor bepaalde letsels – zenuwletsels, buigpeesletsel, uitgebreide wekedelenletsels – wordt een plastisch chirurg geconsulteerd. Dit traject vraagt veel inzicht van alle professionals in hun eigen kennis en kunde en met name hun beperkingen. Het adagium ‘onbewust onbekwaam’ is van toepassing, aangezien blijkt dat ook relatief eenvoudige letsels vaak niet goed worden herkend of behandeld.5
Nazorg
De handchirurg kan niet werken zonder adequate handtherapeutische nazorg. De ‘hand’-patiënt heeft baat bij behandeling in een handencentrum, waar geïntegreerde begeleiding door revalidatiearts, handtherapeut en psycholoog mogelijk is. Handtherapeuten zijn gespecialiseerde fysiotherapeuten en ergotherapeuten, die zich hebben toegelegd op de behandeling van hand, pols en arm. In meerdere ziekenhuizen functioneert een dergelijk handencentrum. Hun aantal is nog niet groot genoeg en er is behoefte aan duidelijke accreditatie: het predicaat ‘handencentrum’ garandeert immers nog geen kwaliteit. Een adequate honorering met de erkenning dat handtherapie een onlosmakelijk onderdeel is van de behandeling, komt de kwaliteit ten goede. Inbedding van handtherapeuten in een handencentrum geeft de mogelijkheid tot het meten van de ‘outcome’ van behandeling: binnenkort een noodzaak voor contractering van zorg.
Diploma
Volgens Europese regelgeving wordt certificering in handchirurgie door de nationale/lokale autoriteiten verzorgd. Het ‘European Diploma of Hand Surgery’ is geen verplichting voor het verrichten van handchirurgie, maar wel gewenst. Het diploma staat voor een hoge kwaliteit handchirurgische kennis en kunde volgens Europese standaard. In Zwitserland wordt het examen nu erkend als nationale certificering als handchirurg. In Nederland hebben 20 procent van de plastisch chirurgen en één orthopedisch chirurg dit diploma behaald.
In Nederland zijn enkele handencentra die door de Federation of the European Societies for Surgery of the Hand (FESSH; zie kader) zijn geaccrediteerd als handtraumacentrum. Voorwaarden zijn onder meer de 24/7 beschikbaarheid van handchirurgen die het Europees examen hebben behaald. Binnen hun regio moeten zij zorg dragen voor adequate opvang en behandeling, waarbij onderwijs aan alle professionals in de eerste lijn en aan SEH-medewerkers vanzelfsprekend is.
Binnen Europa bestaan ontwikkelingen die sturen richting handchirurgie als apart erkend specialisme.7 In Oostenrijk, Finland, Duitsland, Hongarije, Zwitserland, Turkije en Engeland is de hand-chirurgie een apart specialisme of op zijn minst een erkend subspecialisme. Ook in Nederland zal hierop geanticipeerd moeten worden door tijdig overleg tussen de verschillende disciplines en het opstellen van toekomstscenario’s. Er zullen ongetwijfeld jaren overheen gaan, maar het is niet voor te stellen dat de handchirurgie in Nederland geen apart specialisme wordt. Temeer omdat de handchirurgie op dit moment al voldoet aan alle criteria om als nieuw specialisme te worden erkend.8 Vervolgens kan dan een curriculum worden ontwikkeld waarbij instroom mogelijk is vanuit de plastische chirurgie, de orthopedie en de algemene chirurgie.
Adequate zorg
Onderzoek wijst uit dat er voor adequate zorg één handchirurg beschikbaar moet zijn voor een populatie van 125.000.9 Dit betekent voor Nederland een noodzakelijk aantal van 128 handchirurgen.
Doorgaan op de huidige weg – handchirurgie bedrijven zonder gespecialiseerde opleiding – heeft suboptimale patiëntenzorg en hogere kosten tot gevolg. In de praktijk leidt dit tot zorg gebaseerd op verouderde technieken en een inadequaat competentieniveau van de zorgverlener. Toetsing van de zorg aan internationale standaarden blijft dan onvoldoende.
Europese erkenning
De Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie is opgericht in 1972 en telt 157 leden. Hiervan zijn 124 plastisch chirurg (of in opleiding), 5 traumachirurg, 14 orthopedisch chirurg en 14 van overige achtergrond, bijvoorbeeld revalidatiearts of fysiotherapeut. Maar een klein deel van deze leden is volwaardig handchirurg in de zin dat hij alle congenitale afwijkingen aan handen, letsels en afwijkingen kan behandelen, en het Europees examen heeft behaald. De vereniging houdt tweemaal per jaar een wetenschappelijke vergadering en is aangesloten bij de Federation of the European Societies for Surgery of the Hand (FESSH) en de International Federation of Societies for Surgery of the Hand (IFFSH). Op politiek niveau wordt zij vertegenwoordigd door de European Board of Hand Surgery (EBHS), als onderdeel van de Union Européenne des Médecins Spécialistes (UEMS). In Europa wordt de handchirurgie nu erkend als aparte competentie, als aanvulling op een kernspecialisme.
Iedere professional die handchirurgie bedrijft, kan door lidmaatschap een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van protocollen en richtlijnen. Dat is te verkiezen boven afzonderlijke initiatieven binnen wetenschappelijke verenigingen.
De FESSH is in 1990 opgericht met het doel opleiding en kwaliteit van handchirurgie op Europees niveau te standaardiseren. De federatie omvat 24 nationale verenigingen, samen goed voor 4200 handchirurgen. Europese examinering en kwalificatie behoren tot haar verantwoordelijkheid, en wordt verzorgd door het Training Committee.
dr. Peter Houpt, plastisch chirurg, Isala, Zwolle
contact: p.houpt@isala.nl; cc: redactie@medischcontact.nl
Geen belangenverstrengeling gemeld
- Tekort aan handchirurgen (sept 2010)
- Nieuwe opleiding hand- en polschirurgie (jan 2008)
Voetnoten
1. Bron: Kiwa Prismant (tegenwoordig Kiwa Carity). Jaarcijfers 2012.
2. Fifty years of plastic surgery in the Netherlands. Hand surgery. Houpt P. Ned Tijdschr Geneeskd. 2000 May 27;144(22):1044-51
3. Hand and wrist malpractice claims in The Netherlands: 1993-2008. Mahdavian Delavary B, Cremers JE, Ritt MJ. J Hand Surg Eur Vol. 2010 Jun;35(5):381-4
4. Khan IH and Giddens G. Analysis of NHSLA claims in hand en wrist surgery. J Hand Surgery. European Volume 2010, 35E:1:61-64
5. Brüser P. Treatment errors in hand surgery. Comparison criteria for education in hand surgery and additional training in hand surgery based on error statistics of Chamber of Medicine, North Rhine-Westphalia. Handchir Mikrochir Plast Chir. 2011 Feb;43(1):9-14
6. Economic impact of hand and wrist injuries: health-care costs and productivity
costs in a population-based study. de Putter CE, Selles RW, Polinder S, Panneman MJ, Hovius SE, van Beeck EF. J Bone Joint Surg Am. 2012 May 2;94(9):e561-7
7. White book on hand surgery in Europe. European Board of Hand Surgery.
8. Toetsingskader specialismen, Besluit 9 maart 2011. CGS KNMG.
9. Burke FD, Dias JJ, Heras Palou C, Bradley MJ, Wildin C. Providing care for hand disorders a re-appraisal of need. J Hand Surg Br. 2004, 29:575-89
<b>Download dit artikel (PDF)</b>
,
Handtherapie: òòk een vak apart
Handtherapie als geïntegreerd onderdeel van specialistische zorg voor 'hand'-patiënten zoals benoemd door Peter Houpt in MC (658-659) sluit naadloos aan bij de visie van de beroepsvereniging voor handtherapeuten in Ne...derland (NGHT). Een groeiende groep van 550 therapeuten (fysio- en ergotherapeuten die zich hebben toegelegd op deze groep patiënten). Ook door handtherapeuten wordt hard gewerkt aan erkenning van handtherapie als een 'vak apart'. In dit voorjaar zal naar verwachting handtherapie als specialisatie worden erkend binnen Ergotherapie Nedreland (EN). Met het KNGF (beroepsvereniging voor fysiotherapie) zal in 20124 een zelfde traject worden ingezet.
Inmiddels hebben 85 handtherapeuten het kwaliteitskeurmerk CHT-NL (gecertificeerd handtherapeut in Nederland) verworven en is ook een Europees certificeringstraject ECHT gestart.
Naast het belang van een adequaat tarief om gewenste zorg en betrouwbare outcome gegevens te kunnen leveren is een tarief 'handtherapie' gewenst. Door de verschillen in vergoeding voor ergotherapie (basisverzekering) en fysiotherapie (vnl aanvullende verzekering) is deze specialistische zorg niet (meer) voor iedereen gelijk toegankelijk. De hand-patient heeft daar wel recht op!
Hans van den Berg,
voorzitter van het Nederlands Gezelschap voor Handtherapie (NGHT)