Gezondheidscentrum blij met 'vrouwenpoli'

Huisartsen van het gezondheidscentrum Achtse Barrier in Eindhoven zijn tevreden met hun 'vrouwenpoli'. Vrouwen met vragen over onder meer anticonceptie, zwangerschap en overgang kunnen daar terecht bij een praktijkverpleegkundige.

Met de komst van de praktijkondersteuner, in januari 2002, besloten de drie huisartsen van het gezondheidscentrum haar niet alleen te belasten met de zorg voor diabetespatiënten en preventie van hart- en vaatziekten, maar ook met taken die horen bij een nog jonge praktijkpopulatie: anticonceptie, het maken van uitstrijkjes en de begeleiding van zwangerschap (in de eerste twaalf weken) en kraambed. Later kwamen overgangsklachten en hormonale substitutie erbij.

Inmiddels besteedt de praktijkverpleegkundige één van haar drie werkdagen per week aan wat naar het Engelse voorbeeld female poli is gaan heten. Vrouwen die bellen met een vraag over anticonceptie of zwangerschapscontrole, krijgen in principe een afspraak met de praktijkondersteuner. Patiënten met overgangsklachten gaan eerst naar de huisarts, maar worden na het stellen van de diagnose zo nodig doorverwezen. En komt er bericht over een geboorte, dan neemt de praktijkverpleegkundige contact op met de ouders.

Het werkt, zo blijkt uit een evaluatieonderzoek waarvan de resultaten onlangs bekend werden. Niet alleen de huisartsen, praktijkassistentes en praktijkondersteuner, ook de verloskundigen in de regio en de patiënten zijn tevreden. Bovendien is sinds 2002 het aantal recepten voor hormoonsuppletie gestaag gedaald en het percentage kraambedcontacten vanuit de praktijk aanzienlijk gestegen. Absoluut is de taakverschuiving niet: ongeveer ‚één op de vijf consulten die de praktijkverpleegkundige zou kunnen doen, wordt ook nu nog door de huisarts gedaan.

Verklaarbaar, vindt huisarts Erik Martin: 'Na een problematische bevalling neem ik liever zelf contact op. En op het spreekuur komt een vraag over anticonceptie nogal eens als tweede vraag. Dan zeg ik niet altijd: daarvoor moet u bij de praktijkverpleegkundige zijn.' Martin is blij met het werk van de praktijkondersteuner: 'Zij kan meer tijd uittrekken voor de patiënten en hen beter begeleiden. Als bij overgangsklachten eenmaal hormoonsuppletie is voorgeschreven, leidt dat makkelijk tot herhaalrecepten en kan de vrouw uit de aandacht van de huisarts verdwijnen. Bij ons heeft de praktijkverpleegkundige al na een paar maanden een eerste evaluatiegesprek en wordt regelmatig besproken de medicatie op proef te staken.'

Verloskundigen, zo blijkt uit het onderzoek, vinden het prettig dat bij zwangeren die na twaalf weken vanuit het gezondheidscentrum worden verwezen, al bloed is afgenomen of een echo is gedaan. Martin herkent dat: 'Het hoort in principe bij het takenpakket van de huisarts. Maar met de praktijkondersteuner kunnen we dit beter waarmaken.' Hij hoopt dat de veranderende financiering van de praktijkondersteuning geen roet in het eten zal gooien: 'Onze praktijkondersteuner is onmisbaar geworden. Zou zij haar werk moeten stoppen, dan zouden we nu maandelijks 150 tot 200 patiënten m‚‚r op ons spreekuur krijgen. En omdat tijd schaars is, kan dat tot kwaliteitsverlies leiden.' << JV