Laatste nieuws
2 minuten leestijd

Geen twijfel aan generieken

Plaats een reactie

AstraZeneca en GlaxoSmithKline beweren dat de specialité’s Selokeen ZOC en Lamictal niet uitwisselbaar zijn met hun generieke equivalenten. Onzin, zegt het CBG.


Enkele innoverende bedrijven hebben de afgelopen maanden marketinguitingen verspreid waarbij op suggestieve wijze de farmaceutische kwaliteit van door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) goedgekeurde generieke geneesmiddelen in twijfel wordt getrokken, evenals de uitwisselbaarheid ervan. Waarmee eveneens het oordeel van het CBG in twijfel wordt getrokken.



Begin dit jaar heeft de firma AstraZeneca (producent van Selokeen ZOC) brieven naar beroepsbeoefenaren gestuurd naar aanleiding van de registratie van metoprololsuccinaat-retard-tabletten met gereguleerde afgifte. In deze brieven wordt de suggestie gewekt dat de beoordelingscriteria voor bio-equivalentie (onder andere het 90%-betrouwbaarheidsinterval binnen de 80-125%-limiet) van het generieke product niet voldoende streng zouden zijn. Verder wordt de suggestie gewekt dat het generieke preparaat niet zou zijn onderzocht bij zowel enkel- als meervoudige dosering en ten slotte dat de plasmaspiegels gedurende 24 uur mogelijk niet op een therapeutisch relevant niveau zouden blijven.



Bloedspiegel


Orale generieken komen slechts op de markt nadat gelijke biologische beschikbaarheid (bio-equivalentie) is aangetoond. De eisen voor het aantonen van bio-equivalentie zijn scherp en staan beschreven in een Europese richtlijn.1 De eisen komen er in het kort op neer dat met onderzoek bij vrijwilligers moet worden aangetoond dat de biologische beschikbaarheid van het generiek vergelijkbaar is met die van de innovator. Dit wordt gemeten aan de hand van bloedspiegels. De gemeten AUC (gemiddelde bloedspiegel over de tijd) en de Cmax (maximale bloedspiegel) moeten gelijk zijn, waarbij het 90%-betrouwbaarheidsinterval van de ratio generiek-specialité moet liggen binnen de grens van 80-125 procent. Overigens is variatie in AUC en Cmax een stofafhankelijke eigenschap, die ook kan optreden bij het specialité. Op grond van de ingestuurde data is het CBG - mede gebaseerd op de strenge eisen in de Europese richt---lijn - van mening dat voor het generieke metoprololsuccinaat bio-equivalentie is aangetoond en dat uitwisselbaarheid met het specialité dus mogelijk is. Hierbij is uiteraard ook het verloop van de bloedspiegels gedurende 24 uur beoordeeld.



Stofafhankelijk


Eenzelfde suggestie wekt een advertentie van de firma Glaxo-SmithKline in het Pharmaceutisch Weekblad (2005/12) over Lamictal. Hierin beweert de farmaceut dat wisselen van medicijn een gok is voor iemand met epilepsie, en wordt de vraag gesteld of een variatie van 56 procent in de biologische beschikbaarheid wenselijk is voor epilepsiepatiënten.



Alle generieke lamotriginepreparaten zijn op eerder genoemde criteria beoordeeld: het 90%-betrouwbaarheids-interval moet binnen de grens van 80-125 procent liggen. Wie enige kennis van statistiek heeft, weet dat dit iets anders is dan een variatie in biologische beschikbaarheid van 56 procent. Ook hier geldt dat de variatie in AUC en Cmax een stofafhankelijke eigenschap is, en dat variatie in AUC en Cmax ook kan optreden met het specialité.


Alle lamotrigine bevattende generica zijn op basis van eerdergenoemde scherpe eisen geregistreerd. Het CBG vindt dus dat lamotrigine bevattende generieken uitwisselbaar zijn met het specialité. 



Bezwaar


Het CBG ziet scherp toe op de kwaliteit van de in Nederland goedgekeurde generica. Er is geen reden om bij generica van metoprolol of lamotrigine hieraan te twijfelen. Als bij de registratie van een generiek preparaat blijkt dat uitwisselbaarheid niet verantwoord is, vermeldt het CBG dit in de productinformatie of maakt dit anderszins kenbaar.



Als een firma van mening is dat een registratie ten onrechte door het CBG is verleend, zijn er wettelijk vastgelegde procedures om bezwaar tegen een dergelijke registratie aan te tekenen. Zowel voor de generieke preparaten metoprolol als lamotrigine is dit niet gebeurd.


Het CBG heeft de betreffende firma’s aangesproken op de in hun marketinguitingen onterecht gedane suggesties.



College ter Beoordeling van Geneesmiddelen  



Correspondentieadres:

info@cbg-meb.nl

Referentie
1. Guideline on the investigation of bioavailability and bioequivalence  (CPMP/EWP/QWP/1401/98).

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.