Gedragstherapie helpt volwassen ADHD’er
Plaats een reactieVolwassenen met ADHD die onvoldoende reageren op medicijnen, hebben meer baat bij cognitieve gedragstherapie dan bij ontspanningsoefeningen, zo staat in JAMA van 25 augustus.
De onderzoekers uit Boston keken naar 86 volwassenen die ADHD-symptomen vertoonden, ondanks het feit dat ze op voorschrift van de psychiater al minstens twee maanden medicijnen slikten. De helft van hen kreeg twaalf wekelijkse sessies met cognitieve gedragstherapie, bij de andere helft bestonden de sessies uit ontspanningsoefeningen en voorlichting.
Een onafhankelijke beoordelaar keek direct na de therapie, na zes maanden en na twaalf maanden hoe de deelnemers eraan toe waren. Daarvoor werden een ADHD-schaal en de Clinical Global Impression scale gebruikt. De beoordelaar wist niet welke therapie de deelnemer had gevolgd.
Beide groepen hadden voordeel bij hun therapie, maar de groep met cognitieve gedragstherapie scoorde op beide schalen ongeveer twee keer zo goed als de groep met ontspanningstherapie. Ook rapporteerden deze deelnemers zelf minder symptomen van hun ziekte. De voordelen van de cognitieve gedragstherapie bleven bestaan gedurende twaalf maanden.
De auteurs schatten dat 4,4 procent van de Amerikaanse volwassenen ADHD heeft. In Nederland is dat volgens het kenniscentrum van Psyq 1 tot 3 procent. De cognitieve gedragstherapie helpt volwassenen met ADHD bij het organiseren of het bijhouden van een agenda of een takenlijst, en met het omgaan met afleiding, zo licht onderzoeker Steven Safren toe in een video op de website van JAMA. Een deelnemende patiënt geeft aan dat hij effectiever kan werken en gelukkiger is, dankzij de cognitieve gedragstherapie.
Heleen Croonen
JAMA 2010; 304(8): 875-80, doi: 10.1001/jama.2010.1192
- Meer nieuws
- Er zijn nog geen reacties