Forensische experts Kindermishandeling weinig ingezet
Plaats een reactiePolitieregio’s zien vanwege de kosten regelmatig af van particuliere forensische deskundigheid, stellen artsen van de Forensische Polikliniek Kindermishandeling in Utrecht. Dit terwijl uit onderzoek blijkt dat politie en het Openbaar Ministerie de inzet van deze deskundigen wel noodzakelijk vinden.
De ministers Hirsch Ballin en Rouvoet schreven in juni dat het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) geen nieuwe opdrachten meer aannam van het Openbaar Ministerie (OM) om onderzoek te doen naar kindermishandeling. Inmiddels is deze opnamestop weer opgeheven en neemt het instituut per maand weer maximaal twee dossieronderzoeken aan van het OM.
In antwoord op Kamervragen stelden de bewindslieden dat het OM – bij een opnamestop van het NFI – ‘wel de mogelijkheid heeft aanvragen voor te leggen aan de Forensische Polikliniek Kindermishandeling en dat het daar gebruik van maakt’.
‘Dit gebeurt inderdaad, maar nog te weinig’, zeggen forensisch artsen Wouter Karst en Lonneke van Duurling van de Forensische Polikliniek Kindermishandeling in Utrecht. Deze Utrechtse kliniek bestaat uit een team van forensisch artsen en (kinder)verpleegkundigen met forensisch-medische expertise.
Dat het te weinig gebeurt, heeft volgens de artsen een financiële achtergrond. ‘Het onder het ministerie van Justitie vallende NFI werkt met een jaarbudget. Binnen dat budget kunnen het Openbaar Ministerie en de politieregio’s een bepaald aantal onderzoeken en consulten laten uitvoeren. Als ze ons inschakelen, komt ons tarief bovenop dat budget. Dat schrikt het Openbaar Ministerie en de politieregio’s soms af. Wij zouden dan ook graag zien dat de financiële stromen worden gelijkgetrokken.’
Uit onderzoek van de ‘Werkgroep behoeftestelling forensische pediatrie’ naar de behoefte aan expertise van forensische artsen blijkt dat er bij politie en OM jaarlijks behoefte is aan 125 rapportages in strafzaken en 375 (telefonische) consulten. In de werkgroep hebben vertegenwoordigers van politie, Openbaar Ministerie, NFI en Forum Educatief zitting.
De capaciteit van het NFI bedraagt op jaarbasis ongeveer 25 rapportages en 75 consulten. De Utrechtse polikliniek zit qua aantallen op ongeveer hetzelfde niveau. De conclusie van het onderzoek is dat in meer dan de helft van de onderzoeken waarin wel behoefte is aan deskundigheid, deze niet wordt ingezet.
Voorlichter van de Raad van Hoofdcommissarissen Ron Looije van het Nederlands Politie Instituut (NPI) heeft niet de indruk dat er zaken ‘op de plank’ blijven liggen omdat de politie de inzet van deskundigen te duur vindt. ‘In reguliere kindermishandelingzaken heeft de politie vaak voldoende aan verklaringen van huisartsen, GGD-artsen en ziekenhuisartsen. Bij de zwaardere zaken wordt het NFI ingeschakeld en als die capaciteit is benut, is het aan de betreffende politieregio om een gecertificeerde deskundige in te schakelen. Elke politieregio maakt die afweging zelf.’
Zowel het NFI als de Forensische Polikliniek Kindermishandeling vermoeden dat de vraag naar expertise van forensisch artsen in kindermishandelingzaken gaat toenemen. De ontwikkelingen omtrent Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) en de invoering van de NODO (Nader Onderzoek Doodsoorzaak bij minderjarigen)-procedure dragen hieraan bij.
Hans Vogelsang, journalist
- Meer nieuws
- Er zijn nog geen reacties