Laatste nieuws
Lieke de Kwant
2 minuten leestijd
Nieuws

Domeinstrijd speelde rol in Hoornse zaak

Plaats een reactie

De domeinstrijd tussen gynaecologen en klinisch verloskundigen heeft mogelijk een rol gespeeld bij een slecht afgelopen bevalling op 5 mei 2009 in het Westfriesgasthuis in Hoorn. Dat valt op te maken uit de getuigenis van Arie Franx, hoogleraar verloskunde aan het UMC Utrecht. Hij werd gisteren gehoord in het Gerechtshof Amsterdam, waar het hoger beroep van start ging in de strafzaak tegen de verantwoordelijke gynaecoloog.

De Hoornse gynaecoloog is in september 2012 door de rechtbank Alkmaar veroordeeld voor dood door schuld van een baby en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel (uterusruptuur) aan de moeder. Hij zou gedurende de bevalling van een risicopatiënte alarmsignalen hebben genegeerd en te lang hebben aangestuurd op een vaginale bevalling.

Hoewel de gynaecoloog eindverantwoordelijk behandelaar was, werd de bevalling feitelijk begeleid door een klinisch verloskundige. Dat is gebruikelijk, stelde Franx. De specialist is in zo’n geval te beschouwen als de opdrachtgever en de verloskundige als opdrachtnemer. Maar heldere afspraken over wat dat inhoudt, waren er destijds in veel ziekenhuizen niet, aldus Franx. In deze casus was de samenwerking in elk geval problematisch.

Op aandringen van Gerard Spong, advocaat van de verdachte arts, vertelde Franx het hof dat de beroepsverenigingen van gynaecologen en klinisch verloskundigen, de NVOG en de KNOV, vanaf 2006 jarenlang hebben gesteggeld over de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling. Spong verwees naar de aangenomen motie hierover van Tweede Kamerlid Schermers uit 2008, waarin stond dat de onenigheid potentieel bedreigend was voor de patiëntveiligheid. Pas in 2010 kwam een werkgroep van KNOV en NVOG tot overeenstemming. Franx erkende dat het allemaal erg lang heeft geduurd. ‘Het is een domeinstrijd waar we collectief niet trots op hoeven te zijn.’

Spong voegde nog toe dat de belangrijkste afspraak die de beroepsverenigingen uiteindelijk maakten – een specialistenregister voor klinisch verloskundigen – nog steeds niet in praktijk is gebracht. Verder wees hij op de tweede evaluatie van de Wet BIG uit 2013. Daaruit blijkt dat 66 procent van de gynaecologen en 70 procent van de klinisch verloskundigen de afspraken over toezicht en tussenkomst nog steeds onduidelijk vindt.

Waar Spong precies heen wil met zijn nadruk op de domeinstrijd, wilde hij gisteren nog niet zeggen. ‘Dat hoort u in mijn slotpleidooi.’ In februari en maart volgen nog twee zittingsdagen in het hoger beroep. Het hof doet naar verwachting begin april uitspraak. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft de gynaecoloog eind 2012 berispt.

Lieke de Kwant

Lees ook:

© Thinkstock
© Thinkstock
Nieuws recht Tuchtrecht perinatale sterfte samenwerking
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.