DNA-test sensitiever dan uitstrijkje

Gebruik van een DNA-test voor het humaan papillomavirus (HPV) als screeningsinstrument leidt tot meer positieve uitslagen bij patiënten met risicovolle laesies dan bij uitstrijkjes. Tegenover de verhoogde sensitiviteit staat wel een verlaging van de specificiteit.

De kans op een negatieve testuitslag bij een gezonde vrouw is lager dan de bij de PAP-test. Dit blijkt uit de Canadian Cervical Cancer Screening Trial waarvan de resultaten 18 oktober in The New England Journal of Medicine verschenen.

Uit de gecontroleerde studie blijkt dat met het testen op HPV-DNA de sensitiviteit voor cervicale intra-epitheliale neoplasie van het stadium 2 of 3 95 procent is. De sensitiviteit van de PAP-test is 55 procent. De specificiteit van het uitstrijkje is 97 procent. Bij combinatie van beide testen zijn de cijfers voor sensitiviteit en specificiteit respectievelijk 100 en 93 procent.

Uit een tweede tegelijkertijd in NEJM gepubliceerde studie blijkt dat het toevoegen van de HPV-DNA-test aan de PAP-test ook in een screeningspopulatie leidt tot het eerder vinden van cervicale afwijkingen. Deze resultaten komen overeen met die van het onderzoek van de Vrije Universiteit dat begin deze maand verscheen in The Lancet (zie MC 41/2007: 1683).

De auteurs van de Canadian Cervical Cancer Screening Trial menen dat het testen op HPV screening ten goede komt. De auteurs van de twee andere studies zijn iets voorzichtiger. Eerst moet er een goedkope en betrouwbare test voor HPV-DNA worden ontwikkeld. Met Carolyn Runowicz, die een commentaar schrijft in NEJM, menen ze dat aanvullende studies hiermee doorslaggevend zullen zijn. << EJP

NEJM 2007; 357: 1579-88, 1589-97, 1650-3