Competentieonderwijs blijft haken
1 reactie
Het nieuwe opleiden van medisch specialisten vraagt nog flinke investeringen
In 2015 moeten volgens het nieuwe Kaderbesluit de opleiders medisch specialisten afleveren met moderne competenties, zoals communicatievermogen en oog voor de samenleving. Maar er moet nog heel wat gebeuren om die ambitie waar te maken.
In het nieuwe Kaderbesluit CCMS (2011) zijn de opleidingseisen van de medisch-specialistische opleidingen beschreven. In 2015 moeten de opleiders en opleidingsinrichtingen kunnen aantonen dat de nieuw opgeleide medisch specialist over de hierin beschreven competenties beschikt en daarmee voldoet aan de eisen die de moderne maatschappij stelt. Het opleiden in de medische en generieke competenties moet de essentie zijn van de modernisering.
In het visitatiedocument van de MSRC (Medisch Specialisten Registratie Commissie) worden de onderwijskundige aspecten van het kaderbesluit sterk benadrukt, terwijl de vorming op het gebied van generieke competenties minder aandacht krijgt.1 Het maken van opleidingsplannen, disciplineoverstijgend onderwijs, docentprofessionalisering en toetsinstrumenten zijn immers niet meer dan vormtechnische randvoorwaarden om het inhoudelijke competentiegerichte opleiden mogelijk te maken.
Cursus niet voldoende
De generieke competenties zoals beschreven in het Kaderbesluit en
de opleidingsplannen zijn afkomstig van het CanMEDS-model. De
specialist wordt niet alleen opgeleid als medisch expert en
wetenschapper, maar ook als een reflectieve, communicatief sterke
teamspeler met oog voor een sterke organisatie van de zorg en voor
maatschappelijke belangen.
In de opleidingsziekenhuizen en opleidingsregio’s is een begin gemaakt met het onderwijskundige en inhoudelijke competentiegericht opleiden. In cursussen voor aiossen en bij de opleiding betrokken medisch specialisten komen de onderwijskundige aspecten zoals observeren op de werkvloer, feedback geven, het houden van voortgangs- en beoordelingsgesprekken en het gebruik van het portfolio aan de orde. In het disciplineoverstijgend onderwijs voor aiossen wordt weliswaar inhoudelijk aandacht besteed aan generieke competenties, maar een cursus van enkele dagen is niet voldoende om het competentiegericht opleiden echt inhoud te geven en te integreren in het hele curriculum van de opleidingen.
Beperkte bagage
Het onderwijs in generieke competenties moet een prominente
plaats krijgen in de opleidingen van medisch specialisten. Dit kan deels
door gebruik te maken van verworvenheden uit de huisartsenopleiding,
zoals opleiden in consultvoering (communicatie) en begeleide intervisie.
Daarvoor hoeft het wiel niet opnieuw uitgevonden te worden. Dat geldt
wel voor het opleiden tot een goede teamspeler met oog voor een sterke
organisatie van de zorg en voor maatschappelijke belangen. Hierbij gaat
het om verantwoordelijkheid nemen voor patiëntveiligheid, voor
taakherschikking en voor het leveren van kostenbewuste zorg: vitale
competenties, die nu onderbelicht blijven in de medisch-specialistische
vervolgopleidingen en bovendien veelal de schakel naar de
opleidingspraktijk van alle dag missen. Opleidingsteams hebben over het
algemeen een beperkte bagage als het gaat over diepere en conceptuele
kennis van de generieke competenties samenwerking, organisatie,
maatschappelijk handelen en professionaliteit.2 Opleiders
moeten leren wat zij als rolmodel moeten neerzetten en hoe aiossen
begeleid moeten worden in het leren van generieke competenties.
Voor die verdieping is hulp nodig van professionals, ook van buiten de zorg, zoals bestuurders, economen en sociologen.
Initiatieven
Wat gebeurt er nu aan initiatieven om de modernisering van de
medisch-specialistische opleidingen inhoud te geven? Het project Dies
Diem Docet van de KNMG, dat de implementatie van de modernisering
stimuleert, heeft zich tot nu toe vooral gericht op de ontwikkeling van
een nieuw visitatiemodel waarbij het onderwijskundige perspectief
leidend is. Binnen het project worden nu initiatieven ontwikkeld om
onderwijs in consultvoering en professionele vorming, zoals bij de
opleiding van huisartsen, in de specialistenopleidingen op te kunnen
nemen.
Het project MaNaMa wil een pilot uitzetten waarin de beginjaren van de medisch-specialistische vervolgopleidingen van intensiever onderwijs in generieke competenties voorzien zullen worden.3
Het etalageproject (www.opleidingsetalage.nl) zal ook ruimte bieden aan aanbieders van leergangen in generieke competenties.4 Hierbij wordt de gedachtegang gevolgd dat in de beginjaren voor iedere aios een basistraining in generieke competenties zal worden gegeven. In de laatste periode van de opleiding zou een aios de gelegenheid moeten krijgen om niet alleen te differentiëren in een medisch-inhoudelijk aandachtsgebied, maar ook een generieke ‘rolspecialisatie’ te ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van patiëntveiligheid, organisatie van patiëntgerichte zorg of de inzet van maatregelen die doelmatigheid van zorg verbeteren.
Belemmeringen
Er zijn twee belemmeringen die de ontwikkeling van het generieke
competentieonderwijs bij uitstek vertragen. Het eerste obstakel valt
onder de noemer ‘onbekend maakt onbemind’. Het tweede is het financiële
aspect. Met onbekend maakt onbemind wordt bedoeld dat opleiders meestal
onbekend zijn met goed onderwijs in generieke competenties en het belang
ervan onvoldoende onderkennen. Men leeft in het hier en nu en
investeren in een toekomstige wereld ten koste van alledaagse belangen
is een lastige aangelegenheid als men de winst onvoldoende kan
visualiseren. Aiossen volgen in grote lijnen het voorbeeld van hun
opleiders en zijn vaak sterk gefixeerd op medische expertise en
wetenschap. Overdracht van kennis en vaardigheden binnen de medische
kerncompetentie is natuurlijk van het grootste belang. Maar de
ontwikkeling van de overige, generieke, competenties dient ook een
prominente plaats in de opleiding te krijgen.
Opleiders onderkennen het belang
van generieke competenties onvoldoende
Het financiële probleem zit hem hierin dat het Opleidingsfonds
berekend is op de financiering van de ‘oude’ opleiding. Die financiering
blijkt krap te zijn.5 Dat maakt het voor veldpartijen
moeilijk om een algemeen belang met winsten op langere termijn te
financieren. De moderne opleiding is niet goedkoper, dus ook daarvoor is
de financiering zeker ontoereikend. Bovendien merken opleidingsteams
dat het werk alleen maar toeneemt. Kansen voor flinke investeringen in
programma’s voor generieke competenties zijn op deze manier beperkt.
Voor het welslagen van goed competentieonderwijs is meer geld uit het opleidingsfonds nodig.
Dringende noodzaak
Patiëntveiligheid, taakherschikking, ouderenzorg, een bezield
kwaliteitsdenken, zijn allemaal essentiële onderwerpen voor de zorg van
de nabije toekomst en zijn allemaal gerelateerd aan generieke
competenties die momenteel in de modernisering onderbelicht blijven.
Zonder investeringen uit het opleidingsfonds door de overheid en zonder
krachtdadige initiatieven van het opleidingsveld om generieke
competenties verder te ontwikkelen komen deze onderwerpen mondjesmaat
tot leven. Er moet in iedere opleidingsregio een stevig op werkplekleren
gericht onderwijsprogramma worden opgezet om de basis te vormen voor de
opleiding in generieke competenties. Daarnaast moeten aiossen in de
gelegenheid worden gesteld om facultatief een rolspecialisatie te
ontwikkelen in een uitdagend programma. Zonder een daadkrachtig
ondernemerschap van de combinatie overheid en veld blijven de generieke
competenties de zwakke schakel in het functioneren van de specialist van
straks.
Joep Dörr, gynaecoloog Medisch Centrum Haaglanden Den Haag en voorzitter Regionale Opleidingscommissie OOR Leiden
Fedde Scheele, gynaecoloog St. Lucas Andreas
Ziekenhuis Amsterdam en hoogleraar obstetrie en gynaecologie in het
bijzonder voor onderwijs en opleiding VUmc
Correspondentieadres: p.j.doerr@lumc.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl.
Geen belangenverstrengeling gemeld.
Samenvatting
- Het Kaderbesluit CCMS bepaalt dat nieuw opgeleide medisch specialisten aan moderne competenties moeten voldoen, gericht op communicatie, patiëntveiligheid en oog voor de moderne samenleving.
- Maar het competentiegericht onderwijs komt nog maar mondjesmaat van de grond.
- Ondanks een aantal lovenswaardige initiatieven, ontbreekt het nog te zeer aan ervaringskennis van opleiders en aan voldoende financiering.
Voetnoten
1. De Bont et al. Eenvoud in veelvoud. Eindrapportage In VIVO 2010. CBOG Utrecht 2010.
2. Scheele et al. Spiegelen alleen is niet genoeg. Medisch Contact 2010, 65 (24): 1125-7.
3. Meininger et al. De medisch specialist van straks. Medisch Contact 2010; 65 (16): 729-31.
4. Dörr et al. Opleidingen in de etalage. Medisch Contact 2010; 65 (27): 1322-3.
5. Berden et al. Grote verschillen in opleidingskosten. Medisch Contact 2011; 65 (8): 450-2.


J.T.H.A. Knape
anesthesioloog, BILTHOVEN
We hebben nog even tijd om de nieuwe opleidingseisen te implementeren en de autuers van "Competentieonderwijs blijft haken" vragen daar aandacht voor. Het is en wordt een cultuuromslag om aios ook moderne niet-specialisme gebonden competenties bij te... brengen en dat is altijd moeilijk. Mijns inziens gaan de auteurs echter voorbij aan de belanrijkste belemmering voor invoering van zowel specialisme gebonden als niet specialisme gebonden competenties. Dat is het ontbreken van instrumenten om vast te stellen of een aios de betreffende competentie nu wel beheerst en zo ja, op welk niveau.
We moeten snel enorm veel energie steken in het ontwikkelen van ggeschikte en werkbare criteria, zoals entrustable rofessional activities (EPA's) en andere. Alleen met toetsbare criteria kunnen we aan de slag. Voor het huidige competentiegerichte onderwijs is het gewenste eindresultaat nog onvoldoende geformuleerd.