Laatste nieuws
Ben Crul
3 minuten leestijd
Hoofdredactioneel

Bedreigd leven

Plaats een reactie

Wie afgelopen zomer met de veerboot naar Vlieland of Terschelling is gevaren, heeft kunnen zien dat het op de Richel, de grote zandplaat die altijd rakelings moet worden gepasseerd, tegenwoordig zwart ziet van de zeehondjes. Een prachtige attractie. Ook watersporters die met een boot met weinig diepgang via de slenken en geulen het wad oversteken, ontwaren steeds meer bruingrijze koppies naast zich in het water: de zeehondenpopulatie is de afgelopen jaren fors toegenomen. Van een bedreigde diersoort is geen sprake meer, ondanks schietoefeningen van defensie, herrie van straaljagers en langsvarende boten. De zeehondencrèche van Lenie ’t Hart in Pieterburen heeft zijn werk gedaan. Evenals de beschermde gebieden op het wad waar de zeehonden in alle rust hun jongen kunnen werpen en zogen. Dat laatste doen de dieren echter ook in gebieden waar wél door mensen mag worden gevaren.
Doel bereikt zou je zeggen. Maar wat doet de overheid vervolgens? De minister van Landbouw, Natuur en Visserij breidt vanaf 2002 het aantal gebieden waar u en ik niet mogen komen, maar de zeehondjes wel, flink uit. Reden: de zeehondenrust. Blind voor de realiteit van nu, zou ik zeggen.

Een veel intenser gevoel van ‘hier wil ik niet bij horen’ krijg ik bij het zien van het politieke geharrewar rond een andere zeer bedreigde groep in Nederland: degenen die wachten op een orgaantransplantatie. Ook hier lopen de verantwoordelijken achter de feiten aan, maar inmiddels wel ernstig verwijtbaar. Langzamerhand kan worden gesproken van een collectieve ‘dood door schuld’. Jaarlijks overlijden 250 patiënten omdat zij niet tijdig een transplantatie hebben kunnen ondergaan.
Ik heb tweemaal zo’n drama moeten meemaken. Beide patiënten stonden jaren op de wachtlijst en gingen beetje bij beetje dood. Als arts voel je je machteloos. Tegelijkertijd weet je dat het orgaan dat jouw patiënt zou kunnen redden, ergens in Nederland wordt begraven of gecremeerd. De Wet op de orgaandonatie uit 1996 en de donorregistratie uit 1998, die beide beoogden meer organen te redden, hebben - zo bleek onlangs uit de evaluatie - hopeloos gefaald (zie ook blz. 1853 e.v.). Deskundigen voorspelden dat al bij het begin, omdat het basisconcept ‘nee, tenzij’ en het donorregister een gekunsteld en laf compromis zijn en niet stroken met de psychologie van de mens. Niet met die van de gezonde Nederlander, niet met die van de arts en niet met die van de nabestaanden. Nabestaanden beschouwen niet-registreren veelal ten onrechte als een ‘nee’ en daardoor moeten artsen nog meer bedelen om organen dan voorheen.

In een hoger belang - het bedreigde leven van een medemens - moet je als overheid de verantwoordelijkheid durven nemen en de burger sommige moeilijke vragen gewoon uit handen nemen, tenzij die burger daar per se toch wat over wil zeggen. Dat kan met het ‘ja, tenzij’-principe. In Oostenrijk en België vinden ze dat heel gewoon. Ondanks de inzet van velen en miljoenen aan voorlichtingscampagnes, zullen we met de huidige regelgeving in ons land nooit de percentages aan getransplanteerde organen halen die in Oostenrijk en België normaal zijn. Het verbaast mij dat artsen niet feller ageren tegen politici om de wet op dit punt aan te passen. Minister Borst blijft op dit dossier doormodderen, wijst verwijtend naar de gebrekkige organisatie in ziekenhuizen (die kan altijd beter) en zet nogmaals in op ‘voorlichting’. Verspilling van geld. En van energie die beter kan worden besteed als wordt uitgegaan van een ander basisconcept.
Waarom zetten we daarnaast niet in op de suggestie van onder anderen hoogleraar ethiek A. Musschenga om het donorschap als een risicoverzekering te beschouwen? Vul op het verzekeringsformulier in dat je zo nodig in aanmerking wilt komen voor een donororgaan en vanaf dat moment ben je zelf na je overlijden ook automatisch donor. Wat je familieleden er ook van mogen vinden. In deze tijd van mondige patiënten mag je iemand best wijzen op de consequenties van gemaakte keuzes.

Als parlementariërs of bewindslieden nog twijfelen, zouden ze eens moeten gaan praten met hun ex-collega Hans van Mierlo. Dat kan gelukkig weer. Hij kon vorige week op het jubileum van D’66 gloriëren dankzij een onlangs geslaagde levertransplantatie. Hij had die mazzel, maar dat geldt niet voor iedereen. Het zou Els Borst sieren als zij nu echt alles uit de kast haalt om ook voor degenen die niet Hans van Mierlo heten de transplantatiekans te vergroten. Wat is uw mening als arts? Op www.medischcontact.nl kunt u meestemmen.

 

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.