Artsen Ruwaard blijven strijden voor financiële afhandeling
Plaats een reactieEnkele tientallen artsen die werkzaam waren in het failliet gegane Ruwaard van Putten Ziekenhuis blijven strijden met overnamepartij Spijkenisse Medisch Centrum en de curatoren over de financiële afwikkeling van het faillissement. Inzet in verschillende rechtszaken zijn het betalen van een goodwillvergoeding aan de artsen, en het uitbetalen van honorarium voor werkzaamheden die de artsen verrichtten in het Ruwaard vóór het faillissement.
Dat blijkt uit het deze week gepubliceerde negende curatorenverslag rond de afwikkeling van het faillissement. Het Ruwaard van Putten Ziekenhuis werd in juni 2013 failliet verklaard. Ten tijde van het faillissement had het ziekenhuis nog voor een bedrag van 8,4 miljoen openstaan bij zorgverzekeraars voor werk dat al wel in het ziekenhuis was verricht, maar waarvoor de zorgverzekeraars nog niet hadden uitgekeerd. Daarvan is volgens de curatoren 1 miljoen euro toe te rekenen aan de vrijgevestigde medisch specialisten die destijds in het ziekenhuis werkten.
Inmiddels hebben zorgverzekeraars een deel van de openstaande bedragen naar de curatoren overgemaakt, zo’n 2,8 miljoen euro. De artsen verschillen met de curatoren van mening over de vraag welk deel van dit bedrag in de faillissementsboedel thuishoort (en dus verdeeld kan worden over alle partijen die nog een vordering hebben op de boedel), en welk deel ervan rechtstreeks aan de artsen toekomt, zo lichten advocaten Seerp Gratama en Kevin de Rooij toe, die de medisch specialisten bijstaan in de rechtszaken. Gratama vertegenwoordigt zo’n 35 artsen, De Rooij acht. Die vraag moet beantwoord worden in een zaak die bij de rechtbank Rotterdam aanhangig is gemaakt door de curatoren.
Daarnaast loopt er een zaak van de medisch specialisten tegen het Spijkenisse Medisch Centrum (SMC), omdat zij vinden dat zij recht hebben op een goodwillvergoeding. Daar deed de rechtbank Rotterdam in september een uitspraak over, toen deze in een zaak van twee longartsen besloot dat zij op zich recht hadden op een nog te bepalen vergoeding, maar deze kwestie krijgt een vervolg omdat het ziekenhuis in hoger beroep is gegaan.
De artsen vinden dat ze recht hebben op een schadevergoeding omdat zij na het faillissement niet meer als vrijgevestigd specialist hun zelfstandige praktijken konden voortzetten. ‘De specialisten konden alleen nog maar in loondienst komen werken voor de overnamepartij’, aldus Gratama. In geval van een faillissement mag een curator een bestaande toelatingsovereenkomst voor vrije vestiging binnen een ziekenhuis beëindigen, licht De Rooij toe. ‘Een aantal artsen vindt dat zij recht hebben op een vergoeding, omdat de overnemende partij hun praktijk heeft voorgezet met artsen van het overnameziekenhuis.’
Verder loopt er een zaak bij het gerechtshof tussen de specialisten en de curatoren, die speelt rond de vraag of de curatoren bij de afhandeling wel voldoende rekening hebben gehouden met de belangen van de artsen.
Curatoren Henri Bentfort van Valkenburg en Martijn Vermeeren verzuchtten al eerder dat uit de afwikkeling van dit faillissement ‘naar voren komt dat in het Nederlands stelsel de structuur rondom de zorgkosten bijzonder complex is en dat dit vooral in een faillissementssituatie leidt tot diverse vragen en complicaties’.
Zij werken nog aan de afronding van het onderzoek naar de precieze oorzaak van het faillissement. In eerdere curatorverslagen werd een beeld geschetst van een ziekenhuis dat sinds 2008 marktaandeel in de regio verloor, en waarvan de omzetgroei achterbleef bij verwachtingen. Investeringen in medische apparatuur en personeel, door nieuwe raden van bestuur, konden het tij niet keren, waardoor er vanaf 2010 verlies werd geleden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg liet in die jaren de afdeling Cardiologie sluiten en stelde het hele ziekenhuis onder verscherpt toezicht.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties