Aankomend chirurgen vrezen werkloosheid
Plaats een reactieDe arbeidsmarkt voor aankomend chirurgen is verre van gunstig. Negen chirurgen zitten werkloos thuis, dat is ruim 3 procent van de jonge klaren. Daarnaast zijn bijna dertig chirurgen verborgen werkloos.
Dat blijkt uit een enquête onder artsen die de afgelopen jaren de opleiding tot chirurg hebben afgemaakt. De resultaten werden vorige week gepresenteerd tijdens de najaarsvergadering van de Vereniging van Assistent-Geneeskundigen in de Heelkunde (VAGH), die het onderzoek heeft uitgevoerd. Van de 271 jonge klaren hebben er 155 (57%) een vaste aanstelling, werken er 101 (37%) zonder vast aanstelling en zijn er 9 (3,3%) werkloos; van 6 anderen is het niet helemaal duidelijk.
De artsen zonder vaste aanstelling zijn voor het merendeel chef de clinique of chivo, chirurg in vervolgopleiding; 28 chirurgen doen noodgedwongen werk buiten het vakgebied.
Dat de problemen groot zijn, blijkt ook uit een gelijktijdig gehouden enquête onder de 477 artsen die nog in opleiding zijn tot chirurg: tweederde van de zesdejaars onder hen heeft nog geen zicht op een baan na het afronden van de opleiding.
May Smits-Lind is vierdejaars aios chirurgie in het Sint Franciscus Gasthuis in Rotterdam. De aios zijn geschrokken van het onderzoek. Als ik klaar ben, heb ik sinds mijn artsexamen tien jaar achter de rug: twee jaar onderzoek, zes jaar opleiding en twee jaar werk als chivo. Dan zou het toch absurd zijn als ik werkloos thuis zou moeten gaan zitten. Werken als chivo, weet zij, vergroot de kans op het vinden van een plaats in een maatschap. Ook haar keuze voor een differentiatie - vaatchirurgie - is deels strategisch van aard: Als algemeen chirurg is de concurrentie groot, binnen een populaire differentiatie als gastro-enterologie/oncologie eveneens. Bij vaatchirurgie is ze wat kleiner.
Het liefst zag Smits dat een jaar lang niemand zou instromen, zoals in de jaren negentig is gebeurd. Maar dat wil de politiek niet. Wél haalbaar is een lagere instroom. Ook pleit zij ervoor maatschappen op te roepen méér chirurgen aan te nemen: Maar die werken als ondernemers liever met een zo klein mogelijke groep maten. Zij nemen liever chivos aan; die zijn goedkoper.
In 1999 stroomden nog 60 artsen in in de opleiding tot chirurg. De laatste jaren waren het er 84, een cijfer dat het Capaciteitsorgaan in 2001 had geadviseerd. Directeur Henk Leliefeld: Gezien het grote aantal chirurgen dat de praktijk zou gaan verlaten, moest de instroom flink omhoog om in 2012 nog genoeg chirurgen te hebben. We waren dan ook blij dat er in de jaren daarop ook werkelijk 84 artsen per jaar aan de opleiding begonnen. Inmiddels vindt het Capaciteitsorgaan dat grote aantal niet meer nodig: in het Capaciteitsplan 2005, gericht op 2016, wordt geadviseerd de instroom terug te brengen tot 48. Tot november 2006, weet Leliefeld, is de instroom in de opleiding al fors omlaag gegaan: Binnen de vereniging waren aanvankelijk vooral de opleiders zeer verbaasd over de geadviseerde daling van de instroom. Maar toen zij gegevens over de werkloosheid van jonge klaren onder ogen kregen, waren zij het er al snel mee eens.
In 2005 vond de VAGH, in een vergelijkbare enquête, een aantal van zes werkloze chirurgen. Leliefeld: Dat bleken er uiteindelijk ongeveer tien te zijn, vergelijkbaar met het huidige aantal. Afgezet tegen 950 werkzame chirurgen komt dat neer op een overschot van 1 procent. Volgens economen is dat voor een soepele arbeidsmarkt aan de lage kant. Hij verwacht dat de werkloosheid de komende jaren zal stijgen, ondanks de lagere instroom: Althans, als de budgetten ongeveer gelijk blijven, en ziekenhuizen en maatschappen pas op de plaats blijven maken als het gaat om het aantrekken van extra chirurgen. << JV
- Er zijn nog geen reacties