Federatienieuws
Naomi van Esschoten
5 minuten leestijd
Federatienieuws

‘Wil je gelijke zorg? Behandel mensen dan niet gelijk’

Kwetsbare patiënten in 2040

Plaats een reactie

Voor steeds meer patiënten wordt zorg in 2040 onbereikbaar, waarschuwen directeur Patricia Heijdenrijk van expertisecentrum Pharos en vicevoorzitter van KAMG Astrid Nielen. ‘We hebben nog zestien jaar om nieuwe generaties artsen én beleidsmakers anders op te leiden.’

Astrid Nielen, arts Maatschappij + Gezondheid (M+G)/jeugdgezondheid
Astrid Nielen, arts Maatschappij + Gezondheid (M+G)/jeugdgezondheid

Over hoe de wereld er in 2040 uitziet, lopen de ideeën sterk uiteen. Zo zijn er visionairs die hopen op een maatschappij waarbij vrijwel alle communicatie en diensten digitaal verlopen en alle burgers zelfredzaam zijn. Anderen verwachten een volledige integratie van zorgdomein en leefomgeving. Een reëler toekomstbeeld is echter dat we van allebei een beetje krijgen in 2040: er is minder zorg beschikbaar van artsen en verpleegkundigen, we maken meer gebruik van e-health en zorg op afstand, en er is meer aandacht voor een gezonde leefstijl en leefomgeving.

Laaggeletterd

Patricia Heijdenrijk, directeur-bestuurder van Pharos
Patricia Heijdenrijk, directeur-bestuurder van Pharos

Maar is dat toekomstbeeld wel haalbaar voor iedereen? Nu al is de zorg niet voor iedereen even toegankelijk, begrijpelijk of toepasbaar, vertelt Patricia Heijdenrijk van Pharos. ‘Op dit moment heeft ongeveer één op de vier mensen beperkte gezondheidsvaardigheden. Zo zijn 2,5 miljoen mensen laaggeletterd. Daarnaast is één op de vijf mensen digitaal niet vaardig. Deze mensen hebben moeite om informatie over ziekte te begrijpen of vinden het lastig medische adviezen goed op te volgen. Zij haken af bij het invullen van een vragenlijst, als ze een app krijgen om hun gezondheid te ‘coachen’ of hun klachten moeten vertellen aan een chatbot op basis van kunstmatige intelligentie, AI.’

Meer achterstand

Bovendien nemen de gezondheidsverschillen toe. Astrid Nielen van KAMG: ‘Mensen in kwetsbare situaties – denk aan armoede, slechte huisvesting of zwaar werk – krijgen eerder gezondheidsklachten en gaan eerder dood. Wat ons zorgen baart, is dat die kloof ondanks allerlei inspanningen niet afneemt. Daardoor zijn er specifieke patiëntengroepen die nu nog niet, maar straks wel kwetsbaar zijn. Ouderen, nieuwe migranten, mensen met een praktische opleiding, mensen met een klein of geen steunend netwerk of mensen die leven in armoede, komen nog meer op achterstand te staan. En al die groepen groeien.’

Kloof wordt groter

De verwachting is dat de kloof in gezondheidsverschillen de komende jaren alleen maar groter wordt. Heijdenrijk: ‘Het is een stapeling van risicofactoren. Mensen krijgen chronische stress van armoede en slechte huisvesting. Dat heeft lichamelijke gevolgen, maar ook mentale impact: het is moeilijker om goed voor jezelf te zorgen. Daardoor liggen ongezonde keuzes op de loer: snacks in plaats van fruit of bij pijn liever een extra paracetamol dan naar de sportschool of fysiotherapeut. Na verloop van tijd ontstaan chronische aandoeningen die wellicht voorkomen hadden kunnen worden, zoals hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type 2 en COPD.’ Nielen vult aan: ‘Ook maatschappelijke ontwikkelingen als polarisatie helpen niet mee. Het vertrouwen in het nemen van vaccinaties is bijvoorbeeld schrikbarend afgenomen tot een gevaarlijk laag niveau. En de huisarts die over het algemeen als laagdrempelig en vertrouwd wordt ervaren, is steeds vaker overbelast.’

‘Op dit moment zijn 2,5 miljoen mensen laag­geletterd. Daarnaast is één op de vijf mensen digitaal niet vaardig’

Voor iedereen

Wat ook meespeelt bij de groter wordende kloof is dat juist de mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden meestal niet worden meegenomen bij het ontwikkelen van nieuwe (digitale) toepassingen in de zorg. ‘Een belangrijke voorwaarde voor digitalisering in de zorg is dat het bruikbaar is voor iedereen’, vindt Heijdenrijk. ‘Veel data­sets van kunstmatige intelligentie (AI) missen informatie van deze mensen, omdat ze voor onderzoekers lastiger zijn te bereiken. Maar als je deze groepen niet meeneemt, is de kans groot dat zij het middel – de vragenlijst, app of toepassing – niet gaan gebruiken.’ Nielen signaleert dit probleem ook in wetenschappelijk onderzoek: ‘Daarin zijn deze groepen ondervertegenwoordigd of afwezig. Ik vind dat onderzoekers en ontwikkelaars meer moeite moeten doen om deze mensen op een andere manier te bereiken en zo alsnog input te krijgen.’

Te beperkte blik

De belangrijkste oplossing is meer verbinding tussen het sociale en het medische domein, vinden beide professionals. Heijdenrijk: ‘De grootste winst zit in ziekte voorkomen en het verschuiven van de focus op ziekte naar gezondheid. Dat vraagt goed gezondheidsbeleid en domeinoverstijgende samenwerking in de wijk, bijvoorbeeld tussen de GGD, wijkteams en scholen.’ Nielen: ‘Uitsluitend een medische blik is te beperkt om gezondheidsverschillen aan te pakken. Je moet wijkgericht, doelgroep­gericht en maatwerkgericht kijken hoe je de leefomgeving en volksgezondheid kunt verbeteren. Met een sterk ‘wijk-netwerk’ kun je ook vaak op meerdere thema’s tegelijkertijd vooruitgang boeken.’

Kansrijke Start

Voorbeelden van wat de strategie oplevert om met verschillende partijen de handen ineen te slaan om één of meer doelen te bereiken op het gebied van volksgezondheid, zijn er te over. Nielen: ‘Artsen maatschappij + gezondheid worden regelmatig betrokken bij projecten van de gemeente om een gezonder klimaat in stedelijke woonwijken te creëren. Meer groen en
betere luchtkwaliteit stimuleren mensen van alle leeftijden om meer naar buiten te gaan, te bewegen én sociale contacten op te doen. Denk ook aan het project Kansrijke Start, waarin we met brede lokale coalities – geboortezorg, jeugd­gezondheidszorg gemeenten en met steun van Pharos – inzetten op dat kinderen van ouders in kwetsbare situaties hun eerste duizend dagen zo gezond mogelijk starten. Tegelijkertijd werken we via Kansrijke Start aan het verkleinen van gezondheidsverschillen, met aandacht voor thema’s als voeding, armoede en stress.’

Ervaringsdeskundigen

Naast een integrale samenwerking tussen professionals is het ook van belang om niet over maar mét mensen te praten, benadrukt Heijdenrijk: ‘Dat geldt voor onderzoek en ontwikkeling, maar ook voor hulpverlening. Zo is Pharos gestart met het project ‘Een rookvrij leven voor iedereen’. ‘Stoppen met roken is moeilijker als je te maken hebt met stress en schulden. Hulp is vaak niet goed toegankelijk vanwege de kosten, het aanbod sluit niet aan of roken wordt als losstaand probleem aangevlogen. Daarom vragen we mensen als ervaringsdeskundige wat voor hen werkt. Vervolgens werken we samen met hen en verschillende professionals om roken tegelijk met andere problemen aan te pakken.’

‘Ouderen, nieuwe migranten, mensen zonder steunend netwerk of mensen die leven in armoede, komen nog meer op achterstand te staan’

Zet in op gezondheidswinst

Tot slot: welke tips hebben de experts voor artsen? ‘Zet in op persoonsgerichte zorg’, tipt Patricia Heijdenrijk. ‘Wil je gelijke zorg, behandel mensen dan niet gelijk. Sommige patiënten hebben baat bij meer uitleg over hun ziekte of behandeling. Verder moet begrijpelijke communicatie verplichte stof worden in de opleiding. Daaraan heeft de maatschappij over zestien jaar grote behoefte.’ Astrid Nielen sluit zich hier volledig bij aan: ‘Als je behandelopties bespreekt, vraag in het samen-beslissengesprek dan naar wat de ziekte voor iemands leven betekent en kijk naar achterliggende factoren en maatschappelijke oorzaken van de ziekte. Dan kun je ook samen bepalen waar gezondheidswinst is te behalen. Verder kun je signalen van patiënten meenemen naar instanties en overheid. Of dat nu gaat om minder verkooppunten voor tabak of eenvoudiger taal in brieven. Alleen zo komt er verandering.’

Astrid Nielen is arts Maatschappij + Gezondheid (M+G)/jeugdgezondheid en werkt als strategisch medisch adviseur bij de GGD Amsterdam. Ze is tevens voorzitter van de wetenschappelijke vereniging AJN Jeugdartsen Nederland en vicevoorzitter van Koepel Artsen Maatschappij + Gezondheid (KAMG), de koepel van acht wetenschappelijke verenigingen van (profiel)artsen M+G die zich bezighouden met preventie en volksgezondheid.

Patricia Heijdenrijk is directeur­bestuurder van Pharos, het expertisecentrum dat zich inzet voor het verkleinen van gezondheidsverschillen. Gezondheidsverschillen zijn verschillen tussen groepen mensen qua levensverwachting, aantal gezonde jaren en ervaren gezondheid. Factoren die bijdragen aan gezondheidsverschillen zijn opleiding, inkomen, armoede, leefomgeving, sociale omgeving en participatie.

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.