Strijd over re-integratie - voorzitterscolumn NVVG
5 reactiesHan Hullen, voorzitter NVVG
Na twee jaar arbeidsverzuim kan een werknemer een WIA-uitkering aanvragen. Eerst toetst het UWV dan of de werkgever wel voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Deze toetsing en de uitkomsten daarvan zijn een toenemende bron van onmin tussen werkgever en UWV, en daarmee tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts. Bij onvoldoende re-integratie-inspanningen krijgt de werkgever een loonsanctie opgelegd: een jaar langer loon doorbetalen. Het UWV lijkt daarbij steeds strengere normen te hanteren, met als resultaat bijna ‘een loonsanctie, tenzij’.
De frustraties bij werkgevers, arbodiensten en bedrijfsartsen groeien. Ondanks goede dienstverlening toch een straf. Tegelijk menen arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen van het UWV dat werknemers in de kou blijven staan: werkgevers en arbodiensten doen niet voldoende om werknemers aan het werk te houden. De stellingen zijn betrokken.
Bedrijfsartsen stellen dat de verzekeringsartsen van het UWV veel te hoge eisen stellen aan de verzuimbegeleiding en de beïnvloeding van de behandeling. Ook zouden de beoordelingen van de verzekeringsartsen niet goed zijn: zij dichten de werknemers meer mogelijkheden toe dan ze in werkelijkheid hebben. Gevolg hiervan is dat er minder snel een WIA-uitkering wordt toegekend. Ook wordt daardoor vaker gezegd dat de bedrijfsarts onnodig veel beperkingen heeft opgelegd.
Dit appèl van bedrijfsartsen heeft een kern van waarheid: mijn beroepsgroep moet voortdurend kritisch blijven onderzoeken of de resterende mogelijkheden tot functioneren wel daadwerkelijk haalbaar zijn. De druk vanuit de wetgever en maatschappij mag geen reden zijn tot een oordeel over functioneren, dat weliswaar bijdraagt aan verlaging van het aantal uitkeringen, maar dat ver verwijderd is van het niveau van functioneren van de werknemer. Dus kritische zelfreflectie is nodig.
Verzekeringsartsen vinden dat bedrijfsartsen te weinig poortwachter zijn: zij stellen te veel beperkingen en beperken daarmee de re-integratiekansen te veel. Deels komt dit door het instrument dat de bedrijfsarts op instigatie van het UWV moet gebruiken: de Functionele Mogelijkheden Lijst. De kennis voor adequaat gebruik van dit instrument ontbreekt, met als gevolg onjuist invullen. Deels komt dit ook voort uit een te late overgang door de bedrijfsarts van begeleiding naar aanspreken op mogelijkheden. De werknemer wordt na een jaar niet geconfronteerd met de waarschijnlijke uitkomst van de WIA op een moment dat de werknemer nog actie kan ondernemen om dit te voorkomen. Juist gebruik van de FML en wakker schudden van de verzuimende werknemer kan betekenen dat deze nog een veilig heenkomen kan vinden. Omdat dit uitblijft vindt het UWV dat er meer had moeten gebeuren, en dat is zeker voor een deel terecht.
De onderlinge animositeit trekt de aandacht weg van de kern van de zaak. Een werknemer verzuimt en dreigt of naar de WIA of naar werkloosheid af te glijden. De beste oplossing zou zijn toch ergens in het arbeidsproces te blijven en een eigen inkomen te verdienen. Daarom is elk middel dat daartoe bijdraagt, een terecht middel. Juist in de eerste twee jaar, onder begeleiding van de bedrijfsarts, moet dit gerealiseerd worden. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Dus niet afgeven op anderen; het is tijd voor kritische zelfreflectie.
C.J. Dekker
huisarts, URK
...eerst toetst het UWV, of de werkgever wel voldoende re-integratieinspanning heeft verricht....Zo niet, dan sanctie....Dit soort verregaande verplichtingen/dwingelandij zorgt er nou juist voor, dat bedrijven niet staan te popelen om meer dan strikt... noodzakelijk mensen in vaste dienst te nemen. Werknemerbescherming is wel erg ver doorgeschoten. Mede door dit soort zwaarden van Damocles heb ik (N=1) bijvoorbeeld geen HIDHA, maar een waarnemer-ZZP`er en geen POH in dienstverband, maar via een detacheringsovereenkomst. En zie ik af van een POH-GGZ. En het zal er ten aanzien van deze kwestie wel niet beter op worden met de PvdA in de regering, gedoogd door een plucheverzotte Rutte.
Marcel Geerts
bedrijfsarts,, Zwolle
Han Hullen pleit voor kritische zelfreflectie van verzekeringsartsen en bedrijfsartsen in het belang van werknemer en maatschappij. Ik ben het hier van harte mee eens. De vraag is echter of zelfreflectie en kwaliteitsverbetering zonder gelijkwaardig ...professioneel inhoudelijk overleg mogelijk is.
De verzekeringsarts moet bij de WIA-beoordeling met terugwerkende kracht onder andere de kwaliteit van de begeleiding van de bedrijfsarts beoordelen. Is die begeleiding volgens de verzekeringsarts onvoldoende, dan betekent dit een loonsanctie voor de werkgever. Om die kwaliteit te toetsen gebruikt de verzekeringsarts methoden en hanteert hij begrippen die primair gebruikt worden bij de claimbeoordeling (de corebusiness van de verzekeringsarts). Deze methoden en begrippen zijn hiervoor slechts ten dele geschikt. De richtlijn die verzekeringsartsen gebruiken bij het toetsen van de re-integratie-inspanningen is een interne richtlijn. Er is geen overleg met bedrijfsartsen of andere relevante partijen.
Een belangrijk discussiepunt is verder dat er geen discussie mogelijk is. Hoewel verzekeringsartsen hier verschillend mee omgaan, is de algemene lijn dat een andere inschatting van de bedrijfsarts van de belastbaarheid (en de begeleiding) van een werknemer niet wordt meegewogen door de verzekeringsarts. Wel kan de verzekeringsarts zijn mening aanpassen als de bedrijfsarts nog essentiële nieuwe feiten aandraagt. Een andere inschatting van de belastbaarheid door de bedrijfsarts ‘kan hooguit een reden zijn voor de werkgever om in bezwaar te gaan tegen de opgelegde sanctie’, legde een verzekeringsarts mij ooit droogjes uit.
De bedrijfsarts kan geen bezwaar maken tegen het oordeel van de verzekeringsarts omdat hij ‘geen belanghebbende is’. Geen belanghebbende omdat het niet gaat om zijn uitkering of zijn loonsanctie. In een aantal gevallen echter wordt een loonsanctie opgelegd omdat de bedrijfsarts zijn werk niet goed gedaan zou hebben. Je zou dan toch als bedrijfsarts als ‘professioneel belanghebbende’ kunnen worden aangemerkt?
E. Kraaier
bedrijfsarts, BENNEKOM
Het is inderdaad erg storend dat er bij de meeste DO's maar een half oordeel wordt gegeven omdat er vaak alleen een AD er naar kijkt.
Nog erger is de onvoorspelbaarheid van de uitkomsten en het feit dat als er al een arts naar kijkt het voorkomt dat... deze uitspraken doet die haaks staan op de richtlijnen die wij als beroepsgroep behoren toe te passen en waar we ook op worden getoetst door hetzelfde UWV. Niet al te lang geleden heb ik het begrip situatieve arbeidsongeschiktheid weer eens voorbij zien komen terwijl dat met de STECR richtlijn toch al lang niet meer wordt gehanteerd. Een collega liet mij een brief zien van het UWV naar aanleidng van een klacht waarin men letterlijk aangaf niet gebonden te zijn aan de richtlijnen.
Ik heb zelf een UWV achtergrond en weet dat er wel degelijk goede collega's werken. Kennelijk worden ze niet in de gelegenheid gesteld hun werk naar behoren te doen.
dolf algra
zelfstandig bedrijfsarts, rotterdam
Heikele zaak
De voorzitter der verzekeringsartsen Han Hullen blijkt zich zorgen te maken over de toenemende animositeit tussen de verzekerings- en de bedrijfsarts. En dat is meer dan terecht. Dank dus voor het aankaarten van deze heikele kwestie. Zij...n oproep tot meer zelfreflectie is mooi, maar lijkt echter niet afdoend om de kern van het probleem te tackelen.
Reflectie vanuit mijn eigen praktijk
Tot voor kort hadden mijn bedrijven nog nimmer een loonsanctie tegemoet hoeven te zien. Maar sinds een jaar zijn er plotseling (?) 4 loonsanctiegevallen, waarvan drie op basis van volledig navolgbare en niet transparante beoordelingen van de zijde van het UWV (ook na bezwaar).
Niet deugdelijk, want niet passend in UWV visie.
Storend daarbij is dat dit wordt beargumenteerd met de zin ‘dat het oordeel van de bedrijfsarts ondeugdelijk ‘( ja, u leest het goed) is, omdat het afwijkt van het oordeel van de verzekeringsarts. Geen verschil van inzicht of een andere weging van argumenten, maar gewoon ondeugdelijk. Een prachtige cirkelredenering dus.
Niccolò der Lage Landen ?
De opmerkingen van Hullen ‘daarom is elk middel, een terecht middel’ om iemand weer in het arbeidsproces te krijgen gecombineerd met ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’ geven te denken. Klinkt als Niccolò Machiavelli:het doel heiligt de middelen
Gewoon strengere risicowering, maar zonder basis ?
Het lijkt er dus op dat Hullen gelijk heeft als hij stelt dat het UWV strengere normen hanteert, met als ‘resultaat bijna een loonsanctie, tenzij’. Maar mag ik de vraag opwerpen wat de ‘wettelijke’ basis is voor deze strengere risico wering voor deze publieke verzekeraar ? Mij komt het voor dat de spelregels door het UWV tijdens het spel plotseling zijn veranderd.
Des poedels kern
Is het kernprobleem nu niet dat het UWV (als verzekeraar) niet hetzelfde doel heeft als het bedrijf (lees verzekerde) ? En dat er daarnaast sprake is van een groot gapend gat zit tussen het ‘algemene belang’ en bedrijfsbelang ?
M.A.J.M. Hamers
bedrijfsarts, NIJMEGEN
Ik wil als bedrijfsarts pleiten voor 2 zaken:
1. maak het mogelijk om het oordeel van de bedrijfsarts te laten toetsen door de verzekeringsarts.
2. biedt bedrijfsarts een nascholing in het gebruik van de FML, liefst tussen verzekeringsartsen.
ad 1....
Het bijna onmogelijk om het oordeel van de bedrijfsarts te laten toetsen door een verzekeringsarts van het UWV. Een deskundigenoordeel wordt meestal afgehandeld door de arbeidsdeskundige, waarbij het oordeel van de bedrijfsarts als uitgangspunt wordt genomen. Met andere woorden, het UWV beoordeelt alleen of de juiste acties zijn ondernomen op basis van de FML van de bedrijfsarts. Alleen in geval van conflict tussen werkgever en werknemer over de belastbaarheid wordt de verzekeringsarts soms ingeschakeld. Terwijl werknemer, werkgever en bedrijfsarts juist vaak consensus hebben bereikt en alleen onzeker zijn hoe de verzekeringsarts de belastbaarheid beoordeelt. Het komt voor dat werkgever en werknemer met elkaar afspreken dat ze een conflict creëren (veinzen) om een beoordeling van de verzekeringsarts af te dwingen.
ad 2.
Het UWV schrijft voor dat bedrijfsartsen een FML moeten opstellen, terwijl de FML niet voor de bedrijfsarts bedoeld is en de bedrijfsarts daartoe niet opgeleid is. Ik ben niet tegen het gebruik van de FML, ik gebruik hem zelf heel vaak. Maar ik vind nergens nascholing voor de bedrijfsarts in het gebruik van de FML. Niet zo gek, want de FML is immers niet bedoeld voor bedrijfsartsen.
Het UWV doet ook andere oneigenlijke dingen. Bijvoorbeeld: het UWV geeft aan werkgevers en werknemers aan dat een deskundigenoordeel na 78 weken ziekteverzuim niet meer in behandeling genomen wordt. Dat zijn eigen regels, die niet gebaseerd zijn op wetgeving.