Oh Oh Wajong - Voorzitter NVVG
Plaats een reactievoorzitterscolumn
Zorgenkind van ons sociaal zekerheidsstelsel is de Wajong, de uitkering voor arbeidsongeschikte jongeren. Waren we daar maar nooit aan begonnen! De teller staat op 240.000 uitkeringen. Jaarlijks komen er zo’n 17.000 bij en het eind is niet in zicht. Dat is 1 op de 12 jongeren. Hoewel:
jongeren?
Daar is gemakkelijk iets aan te doen. Benodigd: een beetje politiek lef. Van elke drie aanvragen wordt er één afgewezen. Als een ‘lichte verstandelijke handicap’ zich in uw medisch denkraam heeft genesteld als iets dat geen recht op uitkering zou moeten geven, vindt u dat vast weinig. Als u oog heeft voor de complexiteit van de informatiesamenleving wellicht te veel. Feit is dat verzekeringsartsen onder enorme maatschappelijke druk deze allesbehalve eenvoudige beoordelingen verrichten, samen met arbeidsdeskundigen. En als die druk niet van de aanvragers zelf komt, dan komt die wel van… gemeenten! Gemeenten dumpen al jaren massaal hun slechte risico’s in de Wajong. Lees het CPB-rapport ‘Van bijstand naar Wajong’ er maar op na. Liefst zo min mogelijk bijstandsuitkeringen natuurlijk. En u denkt dat deze natuurlijke neiging van gemeenten als sneeuw voor de zon verdwijnt met de invoering van de nieuwe Participatiewet in 2015? Dank je de koekoek.
Een substantieel aantal aanvragen komt niet van jongeren, maar van dertig-, veertig- of zelfs vijftigplussers! Dat staat garant voor ingewikkelde, zo niet onmogelijke beoordelingen, die nu eenmaal moeten gebeuren omdat de wet dat voorschrijft. Er moet dan iets worden gezegd over een toestand in een grijs verleden. Treurige casuïstiek met veel gedoe is het gevolg. Zoals Piet, 54 jaar, al jaren in de bijstand, die Wajong aanvraagt. Die aanvraag wordt afgewezen omdat hij lang geleden een paar jaar in de metaal heeft gewerkt. Weliswaar heeft hij een tijdje een WAO-uitkering gehad, maar die is beëindigd. De medische gegevens uit die periode zijn vernietigd. Ook dat schrijft de wet voor. Piets huidige medische toestand staat niet ter discussie. Hij heeft ernstige psychische problemen. Er wordt zelfs gedacht aan vroegtijdige dementie. Zijn bezwaarzaak wordt afgewezen. De toestand is ernstig, maar dat kan niet doorgetrokken worden naar de tijd toen Piet 17 jaar was. Althans dat is de idee. Een beroepszaak volgt. De rechter vindt het maar een raar geval en schakelt – voor de zekerheid (sic) – een deskundige in. Ja hoor, als iemand tot een oordeel kan komen, dan is dat de psychiater. Terugredenerend concludeert de alwetende psychiater dat Piets verstandelijke vermogens op zijn 17de jaar al zo beperkt moeten zijn geweest dat hij niet tot normale arbeid in staat was. Dat Piet de LTS volgde, een rijbewijs kon halen en heeft gewerkt valt buiten zijn medische scoop. Tsja, wat nu? De beoordeling moet over. Zo sukkelt de zaak verder. U mag de afloop raden…
Den Haag, begin gewoon eens met een grens te trekken. Een simpele en pijnloze maatregel. Geen aanvragen meer boven de 30 jaar! Wie op zijn 30ste verjaardag nog niet op het idee gekomen is dat hij jonggehandicapt zou kunnen zijn, is domweg te laat. Alleen een tijdige aanvraag stelt de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige in staat iets zinnigs te zeggen over de arbeidsmogelijkheden op jonge leeftijd. Scheelt al gauw 15 procent aan uitkeringen en een behoorlijke smak uitvoeringskosten.
Wie durft?
Jim Faas
voorzitter NVVG
- Er zijn nog geen reacties