Leg de regie bij de zorgprofessional
Plaats een reactie
Als dit nummer op 7 juli op de mat valt, heeft net een dag daarvoor in de Tweede Kamer een algemeen overleg plaatsgevonden over arbeidsmarktbeleid in de zorg. Een cruciaal debat, want we staan voor nogal wat uitdagingen. Uit het Prognosemodel Zorg en Welzijn van het ministerie van VWS blijkt dat het personeelstekort in acht jaar tijd oploopt van 49.000 medewerkers nu tot circa 117.000 in 2030, terwijl de zorgvraag alleen maar toeneemt.
Dat de zorg onder druk staat, mag dus duidelijk zijn; huisartsen gingen vorige week niet voor niets het Malieveld op. Er is minder tijd voor de patiënt, de werkdruk is hoog en het lukt steeds minder goed om roosters sluitend te krijgen. De problemen spelen in alle zorgsectoren en raken ook alle zorgprofessionals: of je nu arts, verpleegkundige, fysiotherapeut, laborant of verzorgende bent.
Wat ik zonde vind, is dat de zorgsector door dit alles zo negatief te kijk wordt gezet. Als je een scholier wilt interesseren voor de zorg, zijn de huidige ontwikkelingen en toekomstprognoses nou niet bepaald een visitekaartje. Dat is jammer, want ons vak is in de kern zo mooi. Onderzoeken tonen keer op keer de hoge bevlogenheid van zorgprofessionals aan. Ook recent bleek uit onze Loopbaanmonitor Medisch Specialisten dat maar liefst 96 procent van de aiossen en medisch specialisten trots is op zijn baan en 92 procent iedere dag met veel enthousiasme patiëntenzorg levert. Ik bedoel maar!
Energie krijg je niet van regeltjes
Om de uitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden, hebben we bevlogen zorgprofessionals nodig. Die bevlogenheid houd je vast door te focussen op datgene waar zorgprofessionals energie van krijgen. Die krijg je niet van regeltjes, weinig bewegingsvrijheid en te veel consulten in te weinig tijd. Wél van zeggenschap, waardering en loopbaanperspectief. Het advies ‘Aan de slag voor de zorg’, dat de SER vorig jaar uitbracht, biedt in die zin goede aanknopingspunten. Zo geeft de SER aan dat het zorgsysteem moet zijn gebaseerd op vertrouwen en professionele autonomie, zodat er minder regeldruk is. Daarnaast wordt geadviseerd structureel extra budget te genereren voor betere arbeidsvoorwaarden. De SER geeft aanbevelingen op drie niveaus: overheid en zorgverzekeraars, sector en branches, en zorgmedewerkers en hun zorgorganisaties.
Op die twee laatste niveaus gebeurt al het nodige. Zo leggen we in steeds meer cao’s afspraken over inspraak vast. We zijn er nog niet in alle sectoren, maar we zitten wel op de goede weg. Ik hoop dat het SER-advies ook op het eerste niveau serieus wordt genomen. Nu de stukken voor Prinsjesdag in de maak zijn en er wordt gewerkt aan het Integraal Zorgakkoord, ligt er een kans om de regie weer bij de zorgverlener te leggen. Daarnaast hoop ik dat het kabinet een maatschappelijke discussie durft te starten over de vraag hoe we de komende tijd met minder mensen nog steeds goede, toegankelijke en betaalbare zorg kunnen leveren. Dat leidt ongetwijfeld tot lastige keuzes. Maar die keuzes zijn nodig om te zorgen dat zorgprofessionals goede en veilige zorg kunnen blijven bieden – hun hele loopbaan lang!
- Er zijn nog geen reacties