Federatienieuws
Gert van Dijk
3 minuten leestijd
Column

Kinderwens verstandelijk beperkte ouders

Plaats een reactie

Column - Gert van Dijk


Een vrouw met een lichte verstandelijke beperking heeft twee jaar geleden een kind gekregen. Haar man is normaal begaafd, maar heeft moeite met de opvoeding. Na de geboorte is het kind korte tijd uit huis geplaatst, omdat de ouders onvoldoende voor hun kind konden zorgen. Dankzij intensieve mantelzorg door grootouders en ondersteuning vanuit een instelling is de zorg nu verantwoord. Het echtpaar denkt na over een tweede kind. De huisarts heeft grote twijfels.

Mogen zorgverleners zich met de afweging van de ouders over een volgende zwangerschap bemoeien, of is dit een privékwestie? Artsen hebben de plicht het zelfbeschikkingsrecht te respecteren, maar dat betekent niet dat zij blind ieder besluit van een patiënt moeten volgen. Het recht op voortplanting is een universeel grondrecht. Maar naast de ouders hebben ook het toekomstige kind en het al geboren kind rechten. Het precaire evenwicht, waarbij met steun van de instelling en de grootouders ‘goed genoeg’ ouderschap is bereikt, kan door de komst van een tweede kind worden verstoord. Dat kan niet alleen slecht uitpakken voor het toekomstige kind, maar ook voor de ouders zelf (die immers beide kinderen kunnen verliezen) en het al geboren kind. Ook dreigt overbelasting van de grootouders. Juist in dit soort kwetsbare situaties kunnen zorgverleners een belangrijke rol vervullen: mensen ondersteunen bij het nemen van een autonome beslissing. Autonomie is immers niet alleen een schildrecht dat mensen ‘beschermt’, maar ook een ideaal om een ‘eigen’ leven te leiden, een leven waarvan de patiënt daadwerkelijk zelf de regisseur is. Juist om deze opvatting van autonomie te beschermen kan het dan ook wenselijk zijn als zorgverleners met de ouders in gesprek gaan over een tweede kind. Welke beelden hebben zij daarbij? Realiseren zij zich de consequenties? Zijn zij zich bewust van de potentiële overbelasting van de grootouders? Zijn zich ervan bewust dat zij beide kinderen kunnen verliezen?

Bij de afweging om al dan niet met de ouders in gesprek te gaan kan de zorgverlener de norm ‘redelijke kans op een redelijk gelukkig leven’ hanteren. Concreet: zijn voor het kind basale voorwaarden aanwezig (voeding, veiligheid) en geen ernstige te voorziene bedreigingen, zoals verwaarlozing, mishandeling of ernstige medische afwijkingen? Binnen deze afweging spelen ook beschermende factoren een rol: bijvoorbeeld de bereidwilligheid van ouders om hulp te aanvaarden en de aanwezigheid van een ondersteunend netwerk.

Het kan dus gerechtvaardigd – of zelfs wenselijk - zijn om als arts met de ouders in gesprek te gaan over een volgende zwangerschap. Het helpen bij het verkrijgen van inzicht in de consequenties van die zwangerschap is daarbij het hoofddoel. Een afwijzing door de omgeving ‘wij willen niet dat jullie een tweede kind nemen’ zal voor de ouders immers veel moeilijker te verteren zijn dan wanneer zij zelf tot de conclusie komen dat het beter is om het bij één kind te laten.

Uiteindelijk ligt de beslissing tot een volgende zwangerschap bij de ouders zelf, hoe onverstandig hun beslissing soms ook moge lijken. Daarmee is uiteraard nog niet gezegd dat de ouders het kind ook kunnen houden: dat kan alleen als ‘goed genoeg’ ouderschap voor beide kinderen kan worden bereikt.

Gert van Dijk, medisch ethicus bij de KNMG en het Erasmus MC

@gert_van_dijk

De columns op deze pagina zijn geschreven op persoonlijke titel.

Reageren kan op knmg.nl/columns.

Gert van Dijk: Artsen moeten niet blind ieder besluit van een patiënt volgen
Gert van Dijk: Artsen moeten niet blind ieder besluit van een patiënt volgen
<b>Federatienieuws 20, 2016 (PDF) </b>
Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.