Federatienieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Artsen denken anders over levensverlengende zorg dan publiek

Kiezen voor kwaliteit van leven, niet voor levensverlenging

Zorgverleners hebben veel vaker concreet nagedacht over het eigen levenseinde dan het algemene publiek en bespreken dit ook vaker met hun naasten, zo blijkt uit het gezamenlijke onderzoek dat KNMG en V&VN vandaag in Medisch Contact presenteren. Geconfronteerd met een hypothetische situatie van een beperkte levensverwachting voor zichzelf, zeggen zorgverleners te kiezen voor kwaliteit van leven, ook als dat ten koste gaat van levensverlenging. Van het publiek zegt 13 procent iedere levensverlengende behandeling aan te zullen grijpen, terwijl dit bij artsen (2%) en verpleegkundigen (3%) veel lager ligt.

Reanimatie, dialyse en beademing

Met name bij reanimatie, dialyse en beademing bestaan grote verschillen tussen het algemene publiek en zorgverleners. Zo zegt 55 procent van het algemene publiek voor reanimatie te kiezen, terwijl maar 10 procent van de artsen en verpleegkundigen daarvoor zegt te kiezen.

Ander advies aan patiënt

Veel artsen (42%) hebben weleens aan een patiënt een mogelijk levensverlengende behandeling voorgesteld waar ze zelf niet voor zouden kiezen. Dat is niet per se een probleem: ‘Wie ben ik om iemand te weerhouden van een agressieve behandeling als dat voor deze persoon de beste manier is ermee om te gaan?’, aldus een deelnemer aan het onderzoek. KNMG-voorzitter Rutger Jan van der Gaag: ‘Zorgverleners moeten zich bewust zijn van deze discrepantie, zodat zij beter kunnen inspelen op de soms te hoge verwachtingen die de patiënt heeft van een voorgestelde behandeling. Het gaat om het goede gesprek en daar de tijd voor nemen. Wat zijn de mogelijkheden, de voors en tegens? En wat betekent dit voor de patiënt? Wat zijn diens onderliggende wensen en welke verwachtingen heeft de patiënt van een behandeling als het gaat over de kwaliteit van leven en de resterende levensduur? Zijn die reëel? De antwoorden hierop vormen de basis voor het gezamenlijke besluit van de patiënt en de arts over wat te doen of wat niet meer te doen.’

Passende zorg bevorderen

Met het congres ‘Niet alles wat kan, hoeft’ sluit de KNMG op 19 februari het project ‘Passende zorg in de laatste levensfase af’, een project dat de KNMG met vele veldpartijen heeft uitgevoerd. KNMG-voorzitter Van der Gaag: ‘Er is de afgelopen jaren heel veel bereikt. Dat gaat vaak goed, maar kan en moet nog beter. Het thema passende zorg staat stevig op de agenda van allen en in de praktijk doen vele goede voorbeelden volgen om passende zorg te bevorderen. Passende zorg is de kern van de geneeskunst en van ons allemaal. De KNMG en de federatiepartners blijven zich daar dan ook voor inzetten. Het uitverkochte congres op 19 februari is daar het bewijs van.’

Zorgverleners gaan minder ver in pogingen het leven te verlengen dan ‘gewone’ patiënten. Zo kiezen zij minder snel voor reanimatie, dialyse en beademing. Deze interventies bieden zij soms wel aan hun patiënten aan, blijkt uit onderzoek van KNMG en V&VN. Op 19 februari gaan deelnemers van het congres ‘Niet alles wat kan, hoeft’ over de uitkomsten in discussie.

Meer over dit onderzoek leest u in het nieuwsbericht op knmg.nl/nieuws en in het KNMG webdossier Passende zorg in de laatste levensfase: knmg.nl/passendezorg

<b>Federatienieuws 7 - 2016</b>
Federatienieuws KNMG

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.