175 jaar KNMG: Staan op de schouders van reuzen
Plaats een reactie‘If I have seen further it is by standing on the shoulders of giants’ schreef Isaac Newton in 1675 in een brief aan zijn vakbroeder Robert Hooke.
Daarmee verwees hij, overigens zonder bronvermelding, naar Bernardus van Chartres, een Franse filosoof uit de 12de eeuw die sprak over de grote canonieke dichters van de literatuur, Vergilius en Ovidius: ‘Wij zijn als dwergen, zittend op de schouders van reuzen, zodat wij meer en verder zien dan zij, niet zozeer door de scherpte van onze eigen blik of door de lengte van ons lichaam, maar omdat wij in de hoogte worden getild en verheven worden door de grootheid van de reuzen’. De credits voor dit beroemde citaat komen dus aan Chartres toe.
Zo gaat dat vaker, af en toe staat er een reus op en dan bouwen wij als gewone stervelingen daarop voort. Ik denk hieraan omdat de KNMG dit jaar 175 jaar bestaat. Wie waren onze reuzen? Het waren niet de voorzitters, maar de vernieuwers in de medische wetenschap.
Waar zouden we vandaag zijn zonder anesthesie, waarvan de basis werd gelegd in 1846, drie jaar voor de oprichting van de KNMG? Hoe zou de geneeskunde ervoor hebben gestaan zonder Pasteur die in 1861 de basis legde voor de bacteriologie en moderne infectiebestrijding? En hoe zou de patiëntenzorg eruit hebben gezien zonder andere reuzen die ervoor zorgden dat de medische wetenschap sprongen vooruit maakte? Zij ontdekten de mogelijkheden van elektrocardiografie, radiologie, insuline, penicilline, vaccins, antibiotica, chemotherapie, en ga zo maar door. Toch ligt een van de grootste ontdekkingen in het sociale domein.
Af en toe staat er een reus op en dan bouwen wij als gewone stervelingen daarop voort
Ruim 24 eeuwen geleden onderwees Hippocrates zijn leerlingen al dat de ‘kunst van het genezen’ gebaseerd was op nauwkeurige en onbevooroordeelde waarnemingen aan het ziekbed, én grote aandacht voor de nadelige factoren in de levenswijze, voeding, leef- en werkomgeving van de patiënten. Geen enkele ontdekking in de medische wetenschap heeft zoveel invloed gehad op de gezondheid van mensen als maatregelen gericht op leefstijl en omgeving. Het aanleggen van rioleringssystemen, een goede drinkwatervoorziening, voedselinspectie, en hygiënevoorschriften hebben talloze levens gered. En voor de toekomst hebben maatregelen op het gebied van bestaanszekerheid, tabak, alcohol, beweging en voeding het potentieel om vele levens te redden. In deze situatie zijn het niet per se de artsen die de reuzen voor de volksgezondheid kunnen zijn, want dergelijke preventieve maatregelen moeten vanuit de samenleving, overheid en politiek komen.
Hieruit vloeit voort dat de uitdagingen waar de zorgsector mee geconfronteerd wordt, sterk beïnvloed worden door belangrijke maatschappelijke kwesties, zoals sociale ongelijkheid, armoede, onderwijs en klimaatverandering. In de spreekkamer ziet de dokter de impact van al deze maatschappelijke problemen op de patiënt, maar geen enkele arts of zorgprofessional, hoe bekwaam ook, is in staat om deze problemen alleen op te lossen. Het draaiend houden van een gezondheidsstelsel vereist de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de hele gemeenschap, die vanuit medemenselijkheid moet omzien naar de kwetsbaren in onze samenleving.
Als we als artsenfederatie willen anticiperen op de toekomst dan moeten we ons voortdurend ontwikkelen en aanpassen aan veranderingen in de maatschappij. Hierbij kunnen we leren van de geschiedenis en van reuzen zoals Hippocrates en Sarphati, maar ook van elkaar. Door met respect voor elkaar samen te werken binnen en buiten het zorgdomein en door kennis en inzichten met elkaar te delen, leggen we de basis voor toekomstige ontwikkelingen en innovaties. Zodat straks anderen weer op onze schouders kunnen staan en voortbouwen op wat wij hebben bereikt.
- Er zijn nog geen reacties