Boeken en films & zo
Leo van Bergen
1 minuut leestijd
non-fictie

Uit zorg verdreven

Lot psychiatrische patiënten in WO II

2 reacties

Uit zorg verdreven. Het Nederlandse krankzinnigenwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Eveline Buchheim en Ralf Futselaar, Boom, 312 blz., 29,90 euro.

bestellen

Enkele jaren geleden kreeg het NIOD de opdracht onderzoek te doen naar het reilen en zeilen van psychiatrische patiënten in de jaren 1940-1945.

De reden was dat er van bovenmatig sterven sprake zou zijn geweest. Dat tenminste werd geconcludeerd uit een vergelijking tussen eenzelfde periode in de jaren dertig, waarin de sterfte veel lager had gelegen. Dat moest wel – zie het lot van psychiatrische patiënten in Duitsland – te maken hebben met moedwillige verwaarlozing of erger. De waarheid van dit beeld was zo boven twijfel verheven dat de opdracht aan het NIOD er in feite op neerkwam het wetenschappelijk te bevestigen.

Het mooie van de studie van Buchheim en Futselaar is nu dat zij – met alle slagen om de arm als gevolg van een gebrek aan bronnen – dit juist niet hebben gedaan. Ja, er was sprake van grote sterfte in de psychiatrische instellingen; ja, er was leed en ellende. Maar zij waren niet zozeer het gevolg van al dan niet van bovenaf opgelegde verwaarlozing, minachting of afkeer van deze ‘onnutte vreters’. Zij waren – de Joodse patiënten en hun verzorgers uiteraard als gruwelijke uitzondering – het gevolg van de oorlogsomstandigheden: het geweld, de onvermijdelijke evacuaties, de honger, en de door dit alles veranderende populatie van de inrichtingen als gevolg van een instroom van oude en zieke patiënten die nergens anders terechtkonden (en die meteen een simpele vergelijking met sterfte in een andere periode bedenkelijk maakt). Het maakt van Uit zorg verdreven (mooie titel) een belangrijk boek en een noodzakelijke nuancering van het beeld dat tot nu toe over dit onderwerp is geschetst. 

Media en cultuur
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • H.T.L. van der Hoeven

    arts i.o , Dongen

    laatste aanvullende regels:

    De conclusies van Buchheim en Futselaar dat er zich géén hogere sterfte onder psychiatrische patiënten dan elders in de samenleving heeft voorgedaan; blijkt moeilijk te aanvaarden, gelet op bovenstaande argumenten. De u...iterst extreme omstandigheden waaronder psychiatrische patiënten hebben geleden in de Tweede Wereldoorlog, moet toch haast zeker tot oversterfte hebben geleid.

    Met vriendelijke groet / Kind regards / Mit Freundlichen Grußen / Meilleurs Salutations,
    drs. Lucas F.M. van der Hoeven
    CBSM (Consultancy Bureau voor Strategisch Management)
    Researcher medicines policy // Clinical Psychologist // Freelance journalist
    Heuvel 20 // 5101 TD Dongen (N-B)
    The Netherlands / Europe
    PREFER: +31(0)162 – 37 10 32 (fixed line) // +31(0)6-42794892 (mobile/cellular)
    http://www.cbsm.nl // @ lucas.van.der.hoeven@cbsm.nl

  • H.T.L. van der Hoeven

    arts i.o , Dongen

    Uitgever: Boom // Auteur: Eveline Buchheim Ralf Futselaar // 9789024457342 // 22 juni 2023
    320 pagina's Samenvatting
    Vanaf 1940 werden patiënten van zogenaamde krankzinnigengestichten in Duitsland systematisch verwaarloosd en later zelfs vermo...ord. Het Nederlandse verhaal van de krankzinnigen is onbekender. Hoe werden in Nederland patiënten behandeld door een regime dat hen niet als volwaardig beschouwde?
    Krankzinnigengestichten werden bevolkt door zowel psychiatrische patiënten in de moderne zin als mensen met uiteenlopende beperkingen en ouderen met dementie. Duidelijk wordt dat de oorlogsomstandigheden en veelvuldige evacuaties voor deze kwetsbare, afhankelijke groep desastreus konden uitpakken. Eveline Buchheim en Ralf Futselaar beschrijven de harde feiten en laten daarnaast de betrokkenen zoveel mogelijk zelf aan het woord. Aan de hand van onder andere dagboeken en brieven van patiënten schetsen zij op intieme wijze de volstrekte afhankelijkheid van deze mensen tijdens de bezetting
    ==========================================================================
    KRITISCHE NOTEN door drs. LUCAS VAN DER HOEVEN:
    Op p. 141 en 142 van de NIOD studie ‘Uit zorg verdreven; het Nederlandse Krankzinnigenwezen in de Tweede Wereldoorlog”; wordt één brief van de meer dan 700 stuks (1938 -1948) van mijn ouders aangehaald in het boek. Buchheim en Futselaar haalden weliswaar zelf de gehele brieven collectie bij mij op…. en lazen deze naar eigen zeggen wel…. Waarom werden dan niet meer en concrete passages m.b.t. patiëntenzorg geselecteerd? Fran van der Hoeven, arts i.o. (1919 – 1961) schreef veel meer in die brieven over zijn tijd in psychiatrische inrichting ‘Voorburg’ te Vught (1943 – 1946). Veel passages zijn echter onjuist. Mijn vader is arts i.o. (vanaf sept. 1936 begonnen in Leiden) en slaagde in 1942 voor zijn ‘Med. Candidatus’. Hij is dus geen psychiater i.o. zoals in het boek staat te lezen. Dus vanaf 1943 tot 1945 verbleef als stagiair/ arts i.o. te Vught. Hij is met de arts Meurs verantwoordelijk voor de vrouwenafdelingen (omstreeks 500 patiënten). In dec. 1944 is hij zelfs de enige, aanwezig arts voor die afdelingen! Pas in okt. 1945 wordt hij geneesheer en blijft er tot januari 1946. En dan verblijven zij ook nog enige weken in de kelders met alle patiënten en personeel, zonder toiletten, water en nauwelijks eten. Kortom de kwaliteit van de patiëntenzorg was ver onder de maat in vergelijking tot andere Nederlanders in de WOII! Gelukkig waren er nog de nonnen en lekenzusters die de meest minimale zorg verleenden. Overigens doen de geciteerde passages in hun boek over het privé leven van twee artsen zeer vreemd aan. Immers passages over het doen-en-laten van patiënten onder die extreem moeilijke omstandigheden zouden m.i. toch meer met de inhoud van hun boek overeenstemmen. Drs. Lucas van der Hoeven (Dongen).
    ===========================================================================
    Overleden in WO II wel/niet meer psychiatrische patiënten?
    In Trouw van 22 november 2023 staat het artikel ‘Vermeende oorlogsslachtoffers’, waarin de NIOD onderzoekers Buchheim en Futselaar menen, dat "Als je landelijk gaat kijken, zien wij nergens verwaarlozing terugkomen". "We keken naar week-, maand- en jaarrapportages en uit niets blijkt doelbewuste verwaarlozing." Kortom hun boek komt samengevat neer op navolgende conclusie: géén hogere sterfte onder psychiatrische patiënten dan elders in de samenleving.
    Volgens drs. Lucas van der Hoeven vormt het woordje: ‘doelbewust’ feitelijk de kern van hun argumentatie. Waar de auteurs te weinig op in gaan, is de uitgeholde kwaliteit van de psychiatrische zorg, waardoor zich juist wel meer sterfte dan elders voordeed. De belangrijkste bron voor mijn argumentatie vormen de omstreeks 700 brieven die Fran van der Hoeven, mijn vader, aan zijn verloofde schreef tussen 1938 en 1948. Daaronder die hij schreef vanuit de psychiatrische inrichting ‘Voorburg’ te Vught tussen november 1943 – januari 1946. Alleen al in die ene inrichting deden zich zeer ernstige vormen van ‘verwaarlozing’ voor.
    1. De sterfte in de psychiatrische inrichting ‘Voorburg‘ te Vught steeg tussen 1940 en 1945 van 107 naar 161 personen oftewel van 9,6% tot 17,5% in 1944 en 16,1% in 1945 (Binneveld en Wolf – p. 141).
    2. 50% meer psychiatrische patiënten werden opgenomen in Voorburg te Vught - van 1.000 naar 1.500 - uit Santpoort, Druten, Noordwijkerhout, Heiloo, enz. terwijl er later nog meer psychiatrische patiënten bij kwamen (F. van der Hoeven - brief 13 okt. 1943).
    3. Géén uitbreiding van personeel – wel bleven religieuzen actief op ‘Voorburg’ te Vught. Terwijl wsl. veel personeel verdween of niet meer durfde te komen. Zonder de enorme inzet van broeders en zusters: “Er werd onmenselijk hard gewerkt” (zuster U. van der Aa, p. 72) was de verzorging mogelijk nog veel slechter geweest, dan zoals deze zich feitelijk heeft voorgedaan. O.a.: 6 weken met patiënten in de kelders opgesloten gezeten- droog brood en pap ( U. van der Aa, p. 66 en 69) – alleen het rustgevende medicijn Chloral was nog heel beperkt beschikbaar!
    4. Op 80 en later 100 gevaarlijke patiënten waren er slechts 2 zusters (van der Aa, p. 68); ..”tijdens de oorlog waren de werk- en leefomstandigheden helemaal bar- en triest” (van der Aa, p. 69).
    5. De gehele periode waarover de 24 jarige arts-stagiair Fran van der Hoeven in zijn brieven aan zijn verloofde schrijft (1943-1945) is er een gebrek aan artsen op de vrouwenafd. te Vught. Samen met arts Meurs (die aan TB lijdt en voortijdig vertrekt) verzorgen zij samen de vrouwenafdeling. Directeur Janssens was veelal afwezig; terwijl psychiater i.o. Hugo Waszink in 1944 wordt gedwongen te vertrekken, wegens trouwplannen. In juli 1945 is Van der Hoeven zelfs als enige arts i.o. (zonder artsenexamen te hebben afgelegd) verantwoordelijk voor 500 vrouwelijke patiënten – terwijl de feitelijke ‘normale’ bezetting 4 voltijdse artsen zou vergen. De patiënten die overgebracht zijn van ‘Servaas en St Anna’ uit Venray verzorg ik in mijn eentje” ( brief 11 juli 1945). Hij voerde maar heel beperkte behandelingen uit. Hij schrijft zelfs: dat hij angstig is omdat men er eventueel achter zou kunnen komen dat hij niet als arts is afgestudeerd!
    6. Misschien ook werden onbevoegde handelingen verricht door Fran van der Hoeven (brief 27 juni 1944), zoals Rorschach test afnemen; shocktherapie toepassen; pervitine en slaapkuren voorschrijven; 4 proef excisies bij doofstomme patiënt….hij had immers nog geen artsenexamen afgelegd.
    7. Brief Fran van der Hoeven d.d. 17 april 1944: “schaarste aan geneesmiddelen, waardoor zwakken eerder dood zullen gaan”.
    8. Zuster Ursula van der Aa, mijn vader, een verpleger (boek Heemkunde Vught) rapporteren allen over de zeer precaire voedsel en brandstof situatie voor de Vughtse patiënten in de oorlogsjaren.
    De conclusies van Buchheim en Futselaar dat er zich géén hogere sterfte onder psychiatrische patiënten dan elders in de samen

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.