Andersen
Monster op de divan
Andersen, Charles Lewinksy, Atlas Contact, 430 blz., 24,99 euro.
Ruim dertig jaar na zijn dood wordt een sadist die tijdens de Tweede Wereldoorlog mensen ‘efficiënt’ een bekentenis kon afdwingen wakker in een ruimte die voelt als een gevangenis: de baarmoeder van een niets vermoedende Duitse vrouw.
Na de oorlog heeft dit monster een nieuwe naam en identiteit aangenomen. Als Damian Andersen staat hij aan de wieg van een gigantische winkelketen. Andersen, een verwijzing naar Anders Breivik en Hans Christian Andersen, vreest op een dag door de mand te zullen vallen, want: ‘De bekentenis hoort bij de misdaad als de bevalling bij de zwangerschap.’
Charles Lewinsky, bekend van Het lot van de familie Meijer, beschrijft in Andersen uitvoerig diens leven in utero. En daarna dat van ene Jonas, een hoogbegaafde knaap die op de crèche een andere jongen neersteekt met een mes, en met zeven jaar zijn oma onder de tram duwt. Jonas blijkt geobsedeerd door het leven van Andersen. Hij zoekt contact met diens 14-jarige kleinzoon Felix, in wie hij zijn spiegelbeeld ziet en op wie hij verliefd wordt. Ze spelen samen muziek van Mozart. Het is de muziek die Andersen liet horen aan een pianist wiens middelvinger hij afsneed om hem tot bekentenis te dwingen, waarna deze zich in zijn cel verhing.
Tijdens een sessie op de divan, in een donkere kamer, mogen de jongens elkaar om beurten alles vragen. Medisch klopt het verhaal niet altijd. En jammer genoeg komt de lezer over Andersen niet veel meer te weten dan diens brisante verhoortechniek.
Hans van der Ploeg, psychiater